writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Task Force Romeo - 13 en 14

door damm

13



Na zes weken ononderbroken operaties in Kosovo is de operationele toestand van de Joegoslavische 125e gemotoriseerde infanterie brigade fel gedegradeerd en zij is dringend aan versterking of vervanging van troepen toe. Voor de andere eenheden van het Joegoslavische leger in Kosovo is de situatie niet veel beter.
Sinds begin 1998, ligt er voortdurend een bataljon van deze brigade langs de grens met Albanië, terwijl vanaf het einde van de zomer 1998, twee mobiele eenheden van dezelfde brigade permanent operaties tegen de KLA (Kosovaarse bevrijdingsleger)uitvoeren.
Als gevolg van de Holbrook - Milosevic overeenkomst die in oktober 1998 in werking treedt, ontplooit het Joegoslavische militaire commando permanent een bataljon en een versterkte compagnie langs de Albanese grens die verantwoordelijk zijn voor de Pec - Dakovica regio en voor het uitoefenen van patrouilles langs de Klina-Dakovica wegaansluiting.
Op een dag merken NAVO verkenners drie van de vier bataljons op die permanent aan de Albanese grens langs de weg Klina naar Dakovica, zowel ten Westen en zuiden van Kosovska Mitrovica patrouilleren.
Tot einde april 1999 worden ook kleinere troepenversterkingen of vervangingen in andere eenheden opgemerkt. De 125e brigade beschikt niet over organieke reserves nodig voor het routinematig roteren van zijn troepen. Het is waarschijnlijk de reden waarom in de operatie zone van de 125e brigade plots eenheden van de 168e gemotoriseerde Infanterie Brigade (Novi Pazar) opduiken. Nochtans laat niets vermoeden dat de Serviërs bijkomende eenheden of personeel uit Nis of Uzice Corps (Servië) naar Kosovo willen sturen.
Ondertussen heeft de NAVO weinig last van vijandelijke luchtvaartactiviteiten. De Joegoslavische luchtmacht laat zijn vliegtuigen in de hangars of laat ze op de parkeerplaatsen staan. Zowel de luchtmacht als de luchtdoelartillerie vormt een permanente bedreiging voor de NAVO vliegtuigen, vooral op lage en middelbare hoogtes. Dat is ook de reden waarom de NAVO van op zeer grote hoogtes opereert.
Op 30 april, passeren meer dan achtduizend vluchtelingen de grens in Kukes, terwijl in vierentwintig uur tijd ongeveer drieduizend mensen Kukes hebben verlaten voor de in het zuiden gelegen kampen. De grensstad telt nu meer dan honderdduizend vluchtelingen en er is nog plaats voor ongeveer twintigduizend. De getallen zijn grove schattingen want om uiteenlopende redenen verschillen die van organisatie tot organisatie, maar voor het maken van statistieken gebruikt men uitsluitend de cijfers die UNHCR publiceert.

14

Zaterdag 1 mei, 08 uur, Durrës

Deze gegevens haalde ik uit verschillende rapporten vooraleer ik die morgen met mijn adjunct naar de Logbase reed en daar omstreeks acht uur een Nederlands voedselkonvooi vervoegde.
De Logbase lag in de havenbuurt langs een doodlopende spoorweg die, te oordelen naar de staat van de sporen, waarschijnlijk sinds lange tijd niet meer gebruikt was. Toen we daar aankwamen, stond de colonne aan de buitenkant langs de omheining opgesteld. Armzalig geklede kinderen liepen nieuwsgierig rond en kwamen voortdurend bedelen, maar het was ons afgeraden om iets te geven, aangezien dat waarschijnlijk in een mum van tijd massa's kinderen, die in de talrijke krotwoningen aan de andere kant van de weg woonden, zou aanlokken.
De vrachtwagens waren vooral met zakken meel geladen, die in loodsen van World Food Program (WFP) in Kukes moesten ontladen worden, waarna het konvooi op de grote markt in standby zou blijven staan om op bevel, pas aangekomen vluchtelingen naar het station van Mjede te vervoeren en die daar aan een afgevaardigde van UNHCR te overhandigen. Althans dat was het plan.
Ditmaal zou een Belgisch detachement het konvooi beveiligen. De noodzaak voor een zware, gewapende begeleiding had niets met de oorlog te maken, maar vooral met de interne criminaliteit. De oncontroleerbare misdadigheid werd in de hand gewerkt door armoede, de gestructureerde clangemeenschap steunend op de strenge wetten van de Kanun en de politieke onmacht of wil om er iets aan te doen. Noodgedwongen bezaten de meeste families vuurwapens en brutale roversbendes maakten de bergen onveilig. Ongetwijfeld zouden die er ook niet voor terugschrikken om een onbeveiligd militair konvooi aan te vallen indien de buit verleidelijke genoeg was.
Daar we echter geen bezettingsmacht waren, maar op uitnodiging de Albanese regering hielpen bij het onderbrengen van de vluchtelingen, mochten we ons zeker niet in de plaatselijke politiek mengen. De bestrijding van de plaatselijke criminaliteit kwam ook niet in het mandaat ter sprake. Nochtans hadden we het recht om, indien nodig met wapengeweld, onze troepen en materiaal te beschermen.
Albanezen zijn bijzonder gastvrij, maar in bepaalde gebieden leefden zij volgens strenge principes die je moest respecteren. Zij waren ongewoon met vrouwen bij de Krijgsmacht en daarom had het commando de vrouwelijke militairen die in Albanië ingezet werden, uitvoerig gebriefd zodat ze wisten dat ze zich terughoudend moesten aanstellen. Ook als man was het afgeraden om een Albanese rechtstreeks aan te spreken.
Eerst de toestemming aan de mannelijke begeleider vragen!
Ook het afwijzen van aangeboden kleinigheden, zoals sigaretten, eten en drinken, moest op een vriendelijke en voorzichtige manier gebeuren. Een gegeven woord is heilig en in Albanië geldt "een man een man, een woord een woord." Maar dat kende ik al sinds mijn verblijf in Bosnië.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .