writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De eeuwig veroverde die ook wel eens wou veroveren (deel 1?)

door strandjutter

De nevel hangt over dit vergeten achterland dat zich tussen onze met industrieparken omzoomde steden bevindt, waar een bos nog groter is dan een hectare bomen en velden voldoende ver reiken om als uitzicht gekwalificeerd te worden. De buschauffeur baant zich met een rotvaart een weg over het sinds de jaren '70 niet meer herstelde wegdek waar de scheuren in de betonplaten opgevuld zijn met een soort rubber dat nergens anders nog in gebruik is. Comfortabel kan men deze rit niet noemen. De ruiten van de bus trillen bijna uit hun kaders en ergens krijg je het gevoel dat de bouten die de zitjes op hun plaats moeten houden langzamerhand hun schroefdraad aan het verliezen zijn. Toch kijkt ze onverstoorbaar naar buiten. Het lijkt alsof ze niet meer heeft bewogen sinds ze is opgestapt aan de bushalte van het laatste treinstation dat deze lijn rijk is en plaats heeft genomen op haar zitje, altijd datzelfde zitje. Hij heeft haar nu al voldoende kunnen observeren om haar ritueel te vatten. Ze stapt op, geeft een kort knikje naar de buschauffeur die haar blijkbaar al kent (wat doet vermoeden dat ze een abonnement heeft, ze maakt wel nooit een praatje zoals anderen dat soms doen), loopt naar het achterste gedeelte van de bus en neemt plaats op de zitjes rechts die de meeste ruimte bieden aan de benen.

Sinds hij haar heeft opgemerkt, doet hij min of meer hetzelfde maar neemt plaats aan de rechterkant. Zo kan hij haar beter observeren. Ze is vaak hetzelfde gekleed: een blauwe jeansbroek die zich netjes om haar prachtige billen vouwt met daarboven een truitje dat haar borsten sterk verhuld en daarover een eenvoudig zwart jasje. Het enige expliciet modieuze aan haar is het witgrijze hoornen montuur met rechthoekige brillenglazen van de soort dat vele jongedames nu dragen. Ze draagt ook geen laarzen - fuck-me-botjes zoals dat nu heet - maar van die lage laarsjes waarmee ze vrijwel een unicum is onder hedendaagse jonge vrouwen - als je de vriendinnetjes van skaters niet meetelt natuurlijk maar daar is ze in ieder geval toch iets te oud voor. Niet dat ze oud is, ze kan niet meer dan 20 zijn. Je ziet het aan haar natuurlijk ongerimpelde huid die (hoewel wat bleek maar dat kan aan het seizoen liggen) niets anders verraadt dan uitstekende gezondheid. Haar ogen zijn diepbruin maar schichtig. Ooit heeft ze hem even kort aangekeken maar ze wendde haar blik al snel weer af. Hij had jeugd in haar ogen gelezen, ook wel verlegenheid en scherpte, maar vooral afstand en wantrouwen.

Hij kon het haar moeilijk kwalijk nemen. Met zijn wat loensende ogen, niet-geknipte baard en eerder sjofele kleren kwam hij niet bepaald als een eerste klas burger over. Het feit dat hij zijn sigaretten zelf rolde zorgde dan ook nog voor gele vingers en een hem overal omringende geur van tabak. Er zijn slechts weinig vrouwen die dit aantrekkelijk vinden en de vrouwen die ondanks deze barričres toch nog interesse tonen zijn diegenen die zelf al een dergelijk paadje hebben bewandeld en hopen dat het wel goed zal komen. Let wel, hij was ook niet lelijk te noemen. Bepaalde vrouwen hadden hem een karakterkop toegedicht, ook het woord 'authentiek' was al meerdere keren gevallen, grappig en charmant ook wel een paar keer en 'mysterieus' als kwalificatie kon ook wel tellen. Maar knap, nee, dat niet echt. Kortom: een aanstormende ridder op een wit paard was in zijn geval wel degelijk een sprookje (in zoverre het niet altijd een sprookje is). Hij was eerder een vagebond op een muilezel die met de grootste moeite tot bewegen aangezet kon worden.

En zo bleef hij staan grazen in zijn eeuwige krant aan de overkant van het gangpad, terwijl hij af en toe eens opkeek om te kijken naar haar. Maar niet al te veel: hij wist uit ervaring dat vrouwen zoiets voelen. Bij mannen is dit veel minder sterk maar vrouwen voelen als er naar hen gekeken wordt en op een bepaalde manier voelen ze ook hoe er naar hen gekeken wordt. Waarschijnlijk is dit een evolutionaire erfenis: de vrouwen moesten op hun hoede zijn voor de rovende mannen van de naburige stam die hen van op de heuveltoppen bespieden terwijl ze zich stonden te wassen in de rivier. Spartelend en krijsend over de schouder meegedragen worden naar het kamp van de andere stam zoals een jachttrofee kan geen pretje geweest zijn. Dergelijke ervaringen boren zich diep in de culturele en fysiologische genetica. Anno 2008 weten (bepaalde) mannen dit ook en wordt hiermee rekening gehouden. Een man wil niet als stalker of als vieze perverse vent aanzien worden en probeert zijn onvermijdelijke blik op de vrouw en haar lichaam te camoufleren door een krant, een boek, roeren in een tas koffie, een computerscherm, een pokerface, enzovoort. Te opdringerig is niet goed maar te afwachtend evenmin want een vrouw voelt altijd de interesse, hoe goed de camouflage ook mag zijn. Dus is het kwestie van niet al te lang te wachten om toch een minimaal contact te leggen.

Juist daarin was hij niet goed, tenminste als hij zich op onzeker terrein bevond. Daarmee wordt bedoeld dat hij altijd een klein teken van de vrouw in kwestie nodig had. Een teken dat ze het eventueel niet erg zou vinden, moest hij iets tegen haar zeggen. Maar dat was nu precies het probleem bij deze dame. Ze hield haar blik strak op de voorbijtrekkende film van het landschap gericht. Hoewel ze deze nu toch al duizenden malen moest gezien hebben, zocht haar blik nooit de ogen van haar medepassagiers. Het was niet eens persoonlijk tegen hem gericht. Ze meed ook de anderen. Hij herinnerde zich een situatie met een jongeman die plaats had genomen op het zitje naast haar. Ze moesten ongeveer van dezelfde leeftijd zijn en de jongeman zag er goed uit. De jongen had zelfs zijn hoofdtelefoon afgenomen en vriendelijk gevraagd of de plaats vrij was. Ze had enkel geknikt en haar rugzak weggenomen om dan vervolgens weer naar buiten te kijken. Hij had de jongeman nog een paar keer in haar richting zien kijken om hem dan van pure armoede te zien besluiten zijn hoofdtelefoon terug op te zetten. Ze was onbereikbaar, of beter, ze wilde niet bereikt worden.

Het was de eerste vrouw die hem had geďnspireerd sinds hij in deze streken was komen wonen. De eerste maanden waren behoorlijk eenzaam geweest. Alleen in een huisje op het platteland na een decennium leven in de stad was niet zo idyllisch gebleken als hij had gehoopt. Al snel had het gemis aan contact, al was het maar het dronken gelul van een vermeende kunstenaar laat op café, zich doen gevoelen. Hij had, zoals voorzien, de tijd gevuld met boeken lezen, een kleine tuin aanleggen, af en toe masturberen, wat plukken op zijn gitaar en zoals minder voorzien maar waarschijnlijk heel erg logisch een kat in huis nemen en deze zindelijk krijgen. Hij spoorde wel nog elke dag naar zijn werk in de stad maar 's avonds belandde hij telkens opnieuw in die eerst zo gewenste maar nu zo alomtegenwoordige, benauwde stilte. Hij had zijn auto weggedaan vanwege de stijgende kosten en ook wel vanwege een vaag residu van groen politiek activisme uit jongere dagen met als motto 'Think globally, act locally'. Er kon echter lokaal niet al te veel gehandeld worden na 8 uur 's avonds zonder dat er een fiets aan te pas kwam. Van nachtbussen had men hier nog niet gehoord en fietsen in de wintermaanden mocht dan wel gezond zijn maar uiteindelijk was enkel de heenrit naar het café haalbaar. Voor dergelijke terugritten in dronken toestand vond hij zichzelf toch te oud worden. Natuurlijk is dertig jaar helemaal niet oud en waren luiheid en problemen met gematigd drankgebruik de onmiskenbare drijfveren maar zoals iedereen ondertussen wel weet, is de waarheid wat je jezelf wijsmaakt.

Dus bevond hij zich elke weekavond op de bus van halfzeven richting het dorp tussen de glooiende velden, net zoals zij. Ze stapte wel 2 haltes vroeger af. Ze woonde op een woonkorrel tussen twee gemeentes die in de jaren '60 waren samengevoegd tot een grote gemeente en die nu werden bediend door 1 buslijn. Tussen haar halte en de zijne lagen wel nog een slordige 6 kilometer, zo verlaten was de streek wel. Ook bij het afstappen had ze een routine. Aan de kapel duwde ze op de bel, nam haar rugzak op haar schoot, bij het afremmen van de bus stond ze recht en toen de bus bijna tot stilstand kwam - het beslissende, remmende moment waarbij het gewicht van het voertuig zich naar voren verplaatst - liet ze zich, als iemand die een berg afdaalt, steunend op de pezen boven de knieën naar voren stuwen om dan de paal te grijpen en zich met een licht slingerende beweging voor de pneumatische deuren te plaatsen. Vervolgens stapte ze af, wachtte tot de bus verder reed om dan achter de bus de straat over te steken. En zo gebeurde het ook vanavond. Weg was ze en hij bleef alleen achter op de hotsende bus die er een sport leek van te maken elke put in de weg te passen.
Het zou voor morgen zijn. Of voor overmorgen. Zijn fragiele maar toch reeds eeltige ego had behoefte aan meer informatie om tot handelen over te gaan. Wat wist hij? Ze was jong, hij vond haar knap (verfijnde gelaatstrekken, donkere ogen en een prachtige kont), ze leek vrijgezel, ze studeerde waarschijnlijk in dezelfde stad waar hij werkte maar moest elke avond terug naar mama en papa (wat haar ontwikkeling en vrijheidstreven ongetwijfeld serieus beknotte) en ze leek totaal niet geďnteresseerd in contact met medemensen.

Dit laatste schrikte hem niet af maar trok hem juist aan. Ook hij was deze streken in getrokken op zoek naar een soort isolement. Het hypersociale van de stad hoefde voor hem niet meer. Maar al snel was hij tot de conclusie gekomen dat hij iets miste in dit verlaten oord. Niet het overaanbod aan prikkels en 'events', niet de bereikbaarheid van nachtwinkels en vrienden, evenmin de nabijheid van zijn werk en de daarmee gewonnen uren slaap, en zeker al niet de beschamende toestanden waar hij 's nachts na teveel alcohol en van alles en nog wat in verzeild raakte. In feite had het niets te maken met stad of platteland. Het had alles te maken met het waarom van zijn vlucht uit de stad en zijn desillusie bij zijn aankomst op de boerenbuiten: niet in de drukte maar evenmin in de stilte had hij zichzelf kunnen vinden. Dit kon alleen in een ander, een wezenlijke ander, een levensgezellin, vond hij zelf.
Nog nakauwend op deze laatste gedachten nam hij nog een slok wijn, rolde een sigaret en nam zich voor om haar morgen aan te spreken. Al was het maar over het weer of de crisis, het kon hem niet schelen. Hij moest toch ooit eens breken met zijn gebrekkige tactieken wat betreft de objecten van zijn verlangen. Nog nooit had hij zelf een vrouw versierd. Altijd was hij ingegaan op de geuite interesses van vrouwen. Altijd de veroverde, nooit de veroveraar met andere woorden. Zo had er zich bij iedere relatie altijd een twijfel in hem genesteld: ben ik nu samen met haar omdat ik dat wil, of omdat het zo gemakkelijker voor me is? Hij wilde eindelijk eens handelen naar zijn gevoel, niet verlamd zijn door angst voor afwijzing, niet op veilig spelen maar proeven van zowel de zoete geuren van de zege als de bittere smaak van de nederlaag. Hij was op zoek naar een proeftuin om van die twijfel verlost te zijn. Zij kon die proeftuin zijn. Morgen of overmorgen, ten laatste volgende week.

Hij zette zijn wekker, drukte op de repeat-knop van de CD-speler en liet de wijn zijn werk doen. De nacht brengt immers altijd raad maar dan in verwarde, cryptische boodschappen met een hoge mate aan ruis.


 

feedback van andere lezers

  • Mistaker
    Ik kijk uit naar deel 2!

    Groet,
    Greta
    strandjutter: Dank. It's a work in progress...gr, Jutter
  • DeKoeneRidder
    Vet stuk Jutter!!!!

    DKR groet U
    strandjutter: Merci, gr Jutter
  • Julien_Maleur
    Maakt mij nieuwsgierig naar het vervolg.
    groeten
    JM
    strandjutter: Merci. Ik doe mijn best. gr, Jutter
  • sproet
    hier zitten prachtige fragmenten in!
    ik heb dit heel graag gelezen en wacht op vervolg.

    liefs, sproet
    strandjutter: Merci, ik ben aan het broeden. Gr, jutter
  • otiske
    Heel beeldend neergezet, prachtig gedaan.
    Leest ook heel vlot.
    Graag gelezen, groetjes.
    strandjutter: Merci, gr. Jutter
  • Mephistopheles
    Knap geschreven Jutter. Ik zie je bij de sequel.
    grts.
    strandjutter: Thx. Gr, Jutter
  • Vansion
    verhulT

    ik ga voort!
    strandjutter: Ik vermoed dat je een taalkundige opmerking maakt. Alvast bedankt voor het lezen en de positieve reactie. Gr, Jutter
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .