writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 1 Een nieuw begin - hoofdstuk 10/17

door Jelsi

De Droak

Als Sorane in de bergen materialiseert, is ze samen met de elf soldaten, die vroeger tot de zwarte wacht behoorden. Zij kijken verbaasd en verschrikt om zich heen. Dan zien ze Sorane staan, die hen glimlachend aankijkt, terwijl de lichtblauwe gloed langzaam verdwijnt.
"Hoe???", stamelt een van hen vragend.
"Een overbrengersveld, dat kennen jullie toch, Zavon."
"Wat wilt u van ons?", vraagt een andere.
"Ik heb getrainde strijders nodig, Oran. Misschien zijn jullie wel geïnteresseerd."
"Waarom zouden wij? Wij horen geen van allen op deze planeet thuis."
"Ik heb het niet over deze planeet, Serin. Ik ben van plan mijn strijd tegen de zwarte machten te hervatten, maar ook ik heb hulp nodig."
"We zijn pas van die afschuwelijke symbiont bevrijdt. Ik dank de goden dat..."
"Ik denk niet dat je de goden moeten bedanken, Zavon. Maar Sorane. Zij heeft ons bevrijdt."
"Heeft zij... Nee, Inara. Dat kan zij niet..."
"Toch wel, Zavon. Ik voel het. Die Jakira zal het niet gedaan hebben en de Droak ook niet."
"Misschien de goden."
"Er zijn geen goden, Zavon. Alleen diegenen die zich een goddelijke status toemeten. Maar ook zij, zijn maar gewone mensen. Alleen bezitten ze gaven die alle espers hebben. Maar sommigen van ons gebruiken deze gaven in dienst van de goede machten."
De elf kijken Sorane verbaasd aan.
"En jij bent zeker een van die strijders."
"Ik ben er een geweest, Geon. En ik wil er terug een worden. Maar ik kan alle hulp gebruiken die ik kan vinden."
"Wat kan jij doen? Zelfs Jakira die Tor-ka dode, vond uiteindelijk de dood. Die kloon naam haar plaats in, maar ze greep de macht en dwong ons haar te dienen."
"Jakira is niet dood, Geon. Ze leeft nog steeds in mij," glimlacht Sorane.
"Is dat waar, Sorane."
"Ja, Veanya. Dankzij de hogere machten leef ik nog steeds. Maar ook zij zullen een bedoeling hebben achter dit alles."
"Mijn steun heb je."
"Dank je Veanya. En je lotgenoten ook. Maar denk er wel aan. Op dit moment kunnen jullie nog terug, maar na je beslissing niet meer."
"Ik doe niet mee. Zij is geen haar beter dan die valse kloon. Als we toestemmen dan zijn we opnieuw slaven, maar dan in haar dienst."
"Dat nooit, Oran. Jullie kiezen uit vrije wil. Ik wil geen slaven, maar strijders die naast mij strijden. Ik voel dat enkelen onder jullie al een sterke esper aanleg hebben. De training, die jullie zullen volgen, zal deze gaven nog meer versterken. Hou die gaven echter onder controle, laat ze je nooit overheersen."
'sorane, wij hebben dingen gedaan, die je doen verbleken. Nooit kunnen wij dat nog goed maken."
"Veanya, Ik ben een telepate. Ik weet wat jullie gedaan hebben, omdat ik tot diep in jullie binnenste kan kijken. Maar daar door weet ik ook dat jullie zoiets nooit uit vrije wil zouden kunnen doen. De echte schuldige zijn de zwarte symbionten en hun meesters, die zich goden wanen. Zij misbruiken vele miljarden we- zens van verschillende volkeren om hun doel te bereiken. "
De soldaten kijken Sorane verbaasd aan.
"Weet jij dan alles. Je lijkt wel een goddelijk wezen."
"Nee, dat ben ik niet, Geon. Ik ben een mens zoals jullie, maar ook een esper. Maar ook een esper is niet almachtig. Sla hier een kamp op en denk er eens goed over na. Wie weigert is vrij om te gaan."
"Wat gaat u doen, Sorane?"
"Nog iemand anders proberen te overtuigen om zich bij ons aan te sluiten, Inara," glimlacht Sorane en teleporteert.
Als Sorane in een smalle steeg materialiseert, nabij het politie bureau, hoort ze verschillende sirenes. Snel verlaat ze de steeg en loopt het voetpad op. Enkele politiewagens rijden met loeiende sirenes op de straat voorbij. Even weet ze niet wat te doen, maar dan ziet een beetje verder een taxi stoppen en een koppel uitstappen. Snel loopt ze er naar toe en stapt in.
"Volg die politiewagens," zegt ze.
De bestuurder kijkt haar even aan en rijdt dan weer de straat op. Sorane stelt vast dat ze naar het oosten rijden. Plots ziet ze de politiewagens halt houden.
'stop hier maar, langs de kant," zegt ze en geeft de man een briefje van honderd Enu.
Even kijkt de man haar verbaasd aan en wil iets zeggen.
"Laat maar, geef je twee kinderen er een mooi geschenk mee," zegt Sorane en stapt uit.
De bestuurder kijkt even naar het briefje en dan naar de roodharige die tussen de omstanders verdwijnt.
Sorane haast zich verder, maar wordt door enkele agenten tegengehouden. Maar ze laat haar kenteken van speciaal agente zien. Terwijl Sorane verder loopt zegt een van de agenten.
"Wat komt die hier doen?"
"Wat bedoel je?", vraagt zijn maat.
"Dat is een geheime agente. Als die opduiken is er meer aan de hand."
"Misschien heb gelijk, maar wat zou ze hier te zoeken hebben. Het is toch maar gewoon een moord."
"Ja, maar door een agent. Gelukkig hebben ze hem. Het is wel vreemd, ik had dat nooit van hem gedacht."
Als Sorane de plaats van de moord ziet ze twee detectives, die haar bekend voorkomen. Ze ziet ook Deno, die met handboeien aan tegen een wagen aanleunt. Snel loopt ze de winkel in, zonder dat beide agenten of Deno haar opmerken. Door het venster houdt ze beide even in het oog.
-Het moeten bekenden zijn van de echte Sorane. Maar wie.- denkt ze, maar dan komen de herinneringen terug,
"Inspecteur Erine Rand en haar collega Malon Garent. Dat maakt het er niet gemakkelijker op."
Dan glimlacht ze en scant telepathisch haar omgeving. Als blijkt dat niemand haar kan zien, verandert ze snel van uiterlijk. Als een jonge politie agente verlaat ze even later de winkel en loopt in een boog op Deno toe. Sorane, de agente, kijkt Deno even aan en zegt:
"Kom, we moet snel zijn, voor ze iets merken," fluistert ze.
Deno kijkt haar verbaasd aan en voelt plots dat de boeien van zijn polsen ver- dwenen zijn. Verschrikt kijkt hij de jonge agente aan.
"Wie??", fluistert hij.
"Later, Deno. Volg me," hoort hij haar zachte stem zeggen.
Aarzelend volgt hij haar, maar als ze een tiental meter verder zijn, roept agent Garent.
"He, agente, wat ben jij van plan met de gevangene?"
Erine trekt haar wapen en richt het op de agente.
"Handen omhoog. allebei"
Deno draait zich langzaam om, terwijl hij zijn handen omhoog steekt. De agente naast hem doet hetzelfde. Maar plots voelt Sorane en vreemde straling, die haar krachten verzwakken. Ze concentreert zich nog krachtiger, zodat zweetdruppels op haar voorhoofd verschijnen. Het is echter tevergeefs, de straling verzwakt haar krachten meer en meer en plots verandert ze weer in de roodharige.
"Wat? Sorane?. Jij? Hoe is dat mogelijk... jij bent toch.." stamelt Erine.
De roodharige maakt van de kans gebruik en grijpt snel de hand van Deno. Op hetzelfde moment zijn beiden verdwenen. Maar het is niet meer dan een wanhoopsdaad. De straling heeft haar te zeer in haar greep en een veertigtal meter verder materialiseren ze plots. Beiden wankelen van de schok. Deno kan Sorane nog juist vastgrijpen, voor ze op de grond neervalt. Snel kijkt hij om zich heen en schrikt.
Een agent die de toeschouwers moet tegenhouden, heeft hen opgemerkt en roept:
"Wie...Waar komen jullie zo plots vandaan?"
De anderen agenten hebben het echter gehoord en kijken in hun richting. Ook Erine en Malon.
"Ik snap niet hoe, maar daar zijn ze," roept Malon uit.
Deno ondersteunt Sorane en probeert een winkelgalerij te bereiken. Maar Erine en Malon komen op hun hoede dichterbij.
"Jij ontkomt niet meer, Deno Vordan. En die vrouw die op Sorane lijkt ook niet. Ze ziet er niet al te best uit."
"Laat me maar los, Deno. Ik heb mijn krachten een beetje overschat. Die sprong was er teveel aan," zegt Sorane.
De vroegere agent laat haar arm los en kijkt de roodharige aan. Sorane richt haar blik op Erine en Malon, die hun wapens op hen gericht houden. De andere agenten kijkt ze zelfs niet aan.
"Kom niet dichterbij, vrienden. Deno heeft mijn hulp nodig.
"Wij zijn je vrienden niet, vrouw. Steek je handen omhoog, anders.."; dreigt Malon.
Sorane probeert intussen haar krachten geconcentreerd te richten.
"Nee, Malon. Ik kan mij niet laten arresteren. Niet op dit moment," zegt ze nog en grijpt opnieuw de hand van Deno.
Op hetzelfde moment worden beiden onstoffelijk. Maar een hevige pijn schiet doorheen het lichaam van Sorane. Het lijkt wel alsof ze uit elkaar gerukt wordt.
"Blijft staan allebei, of.." roept Malon.
Erine, Malon en de andere agenten zien hen, door de glazen deuren, een paar meter verder materialiseren. Sorane wankelt en zakt kreunend in elkaar. Deno kan zich met moeite staande houden en wankelt tot tegen een glazen wand.
"Kom, deze maal hebben we hen", zegt Erine, die als eerste van haar verbazing bekomen is.
Toch is ze nog in het stadium, dat ze de dingen die ze voor haar ogen zag, probeert te verwerken.
Als Erine, Malon en enkele andere agenten de galerij inkomen, blijven ze verbaasd staan. De vrouw die, als een tweelingzus op Sorane lijkt, ligt roerloos op de vloer. Deno kijkt hen met een pijnlijke blik aan, terwijl hij naar Sorane toe wankelt.
Maar op dat moment materialiseert een jonge blonde vrouw naast de bewusteloze Sorane. Deno blijkt verschrikt staan en voelt zich plots omhoog zweven. Een gedachte van de blondine is genoeg om hem door de lucht naar de agenten, te laten vliegen. Half bewusteloos rolt hij tot voor de voeten van Erine.
"Die daar is voor jullie. Sorane is voor mij," zegt ze op bevelende toon.
"Nee, Sorane is…", zegt Erine, en richt bliksemsnel haar wapen op de vrouw.
De blonde grijnst en zegt spottend.
"Tegen mij heb je geen enkele kans, agente."
Uit de hand van de blonde schiet een energiestraal op Erine toe. Ze gaat doorheen haar lichaam en slaat in een wagen die op de straat staat. Erine kijkt de blonde met grote ogen aan, terwijl haar wapen uit haar hand op de vloer valt. Dan voelt ze zich zwak worden en verliest het bewustzijn nog voor ze op de vloer neerzakt. Malon schrikt hevig en snelt op Erine toe. Hij ziet niet meer dat de blonde samen met Sorane in het niets verdwijnt. Hij onderzoekt Erine, maar stelt vast dat ze hevig bloed. Dan merkt hij een gat op van drie centimeter in doorsnede in haar borst op.
"Roep de hulpdiensten snel," roept hij uit.
"Opzij, agent. Of wil je dat ze doodbloed," zegt een stem naast hem.
Malon kijkt verbaasd om en ziet dat een verpleger naast hem geknield zit. Hij heeft de pols van Erine vast. De twee verpleger knielt naast de gewonde, op de plaats waar Malon zat en schakelt zijn radio in.
"Ze leeft nog, maar ze moet zo snel mogelijk naar het ziekenhuis."
Malon, die beseft dat hij niets voor Erine kan doen, zegt:
'sla die moordenaar in de boeien."
Terwijl enkele agenten de halfbewusteloze Deno opnieuw in de boeien slaan. Komen enkele verplegers toegelopen. Zij en hun maten leggen Erine voorzichtig op een draagberrie en haasten zich naar de ziekenwagen toe. Malon kijkt hen na, terwijl de wagen tussen de politiewagens door naar de hoofdstraat weg raast. Deno wordt intussen in een politiewagen geduwd en twee agenten in uniform stappen in.
"Wacht even. Ik ga ook mee. Hij mag deze maal niet ontsnappen," zegt hij en stapt naast Deno in de wagen.
"Waar is Sorane?", vraagt Deno plots, als de wagen links afslaat.
"Die is verdwenen, samen met jullie medeplichtige."
"Medeplichtige, wie???"
"De blondine die mijn partner zwaar verwonde. Zij verdween samen met Sorane voor we konden ingrijpen."
"Dat is Sorane's medeplichtige niet, Malon. Die blondine is de doodsvijand van Sorane. Ik moet...."
"Niets, Deno. Jij komt voor de rechtbank wegens moord. Bewijzen zijn er genoeg, dus uw veroordeling staat zo goed als vast. Alleen een heel goede advocaat kan je nog van de doodstraf redden."
"Ik heb niemand vermoord, Malon. Wie het gedaan heeft weet ik niet, maar ik in ieder geval niet."
"En de bewijzen dan."
Deno trekt zijn schouders op en kijkt uit het raam naar buiten, terwijl inziet hoe hopeloos zijn situatie is. Aan de omgeving merkt hij dadelijk dat ze het politie bureau naderen.
Intussen staat Sorane aan een paal vastgebonden in een hangar. De blonde Jakira staat grijnzend aan te kijken. Terwijl één van haar aanhangers de boeien van Sorane controleert.
"Deze maal ontkom je niet meer, Sorane. Die band die je om je hoofd draagt, schakelt je krachten volledig uit," spot Jakira.
Sorane's ogen lijken haar te doorboren, terwijl Sorane aan haar boeien trekt.
"Dat heeft geen enkel nut, die krijg je nooit kapot. Bereid je maar voor op de dood," zegt de blondine.
Sorane heeft maar een seconde nodig. Haar antikrachten dringen de hoofdband binnen en op hetzelfde moment is die uitgeschakeld. Jakira die hier niets van gemerkt heeft, knikt even naar haar vol- geling. Deze brengt de voorgeschreven groet uit en verwijdert zich.
Telepathisch zoekt Sorane intussen naar Deno en schrikt als ze uit zijn gedachten opmaakt, dat Erine Rand zwaargewond naar het ziekenhuis gebracht is. Dan kijkt ze Jakira recht in de ogen.
"Maak me los en we..."
"Nee, Sorane zo gek ben ik niet meer. Je krijgt geen enkele kans meer. Zodra Torn terug is, nemen we je onderhanden. Bereid je maar voor, want ik vrees dat je het hard te verduren gaat krijgen."
"Ach zo. Jullie willen dus iets van mij. Mag ik weten wat."
"Dat zal Torn wel meedelen. Ik mag niets zeggen."
"Jij mag niets zeggen. Dat snap ik niet. Jij bent naar je eigen zeggen de machtigste in dit deel van het heelal. Waarom neem je dan van die Droak bevelen aan. Hoe kan Torn bevelen geven aan diegene die de bevelen zou moeten geven," zegt Sorane, terwijl ze merkt hoe hard haar woorden Jakira treffen.
De blondine heeft haar handen tot vuisten gebald. Plots draait ze zich om een loopt zonder iets te zeggen weg. Sorane kijkt om zich heen en merkt de detectors op, die overal in het gebouw aanwe- zig zijn. Langzaam laat ze zich op haar knieën zakken en blijft met haar rug leunend tegen de paal zitten. Zonder de detectors dit kunnen detecteren, concen- treert ze zich en honderden kilometers daarvandaan vormt ze een kloonlichaam. De elf soldaten, die vroeger in dienst stonden van Jakira, kijken verschrikt toe hoe Sorane's lichaam uit de grond lijkt op te rijzen. Plots kijkt Sorane hen aan.
"Ik heb jullie hulp nodig. vrienden," horen ze haar zeggen.
Veanya loopt op Sorane toe.
"U hebt onze hulp nodig, Sorane."
"Ja, ik bevind mij op dit moment in handen van jullie vroegere meesteres. De valse Jakira is echter een ondergeschikte van Torn, de Droak. Jullie zijn de enigen, die voldoende getraind zijn om het tegen hen op te nemen."
"U staat hier toch voor ons. Hoe kan dan.."
"Ik spreek tot jullie door middel van een kloonlichaam, Veanya. De tijd dringt. Kan ik jullie hulp rekenen."
Veanya kijkt even om naar de anderen, die knikken. Dan richt de vrouw zich opnieuw tot Sorane:
"Vier van ons zijn van plan om ons bij u aan te sluiten, de anderen willen liever een andere weg inslaan. Maar eerst willen we die Jakira samen ten val brengen. Daarna gaan beide groepen hun eigen weg."
"In orde, Veanya. Maar trek die lelijke zwarte kledij uit. Hier zijn elf Hypsoons. Alle leden van mijn groep krijgen er zo één."
"Onze uniformen uittrekken. We zouden niet liever willen, maar dan..."
"Doe het, vrienden. De Hypsoons zorgen wel voor nieuwe kleren."
De elf soldaten doen aarzelend wat Sorane van hen vraagt en even later staan ze naar elkaar te kijken in hun nieuwe ijsgroene uniform. Allen hebben ze plots een nieuw energiezwaard aan hun zijde.
"Hoe kan dat?"
"De Hypsoons maken deel uit van een zeer oude techniek, Aron. Zij hebben vele mogelijkheden, waaronder jullie kledij en wapens."
"De naaste medewerkers van de Meesters hebben er ook zo een, Sorane."
"Misschien, Veanya. Maar deze zijn toch verschillend. Schrik maar niet te fel," glimlacht de Sorane kloon."
Op hetzelfde moment zijn ze de elf soldaten even in een licht blauw energieveld gehuld, dat op het zelfde moment ver- dwijnt. Het groepje kijkt verbaasd om zich heen ze zijn ergens anders. Maar ze stellen nog iets anders vast.
-Niemand kan jullie waarnemen. Jullie zijn onzichtbaar, zowel voor het menselijk oog als voor de detectors. Zolang jullie niet tegen iets opbotsen, weten ze niet dat we er zijn,- horen ze allen de stem van hun Hypsoon zeggen.
"Dat ding in onze nek kan nog praten ook," merkt Geon op.
Maar de anderen zien verschillende van hun vroegere lotgenoten rond lopen.
"Die zijn nog steeds onder invloed van die symbiont," zegt Zavon.
Even blijft een van de in het zwart geklede soldaten staan, alsof hij iets gemerkt. Ze zien hem om zich kijken, maar plots gaat hij verder naar de andere toe. Die staan op een rij voor Sorane.
"We kunnen ons beter verspreiden."
Maar op dat moment komt Jakira, met enkele van haar volgelingen terug binnen. Ze lopen op Sorane toe.
"Hier zijn we weer, Sorane. Bereid je voor op de dood. Torn kan elk ogenblik aankomen," spot de blondine.
"Waarom dood je me niet dadelijk?"
"Dat zal je dadelijk wel duidelijk worden. Onze meester Torn zou het zo willen."
"Wat bedoel je?", vraagt Sorane.
Jakira antwoordt echter niet, maar geeft een teken aan haar aanhangers. Sorane kijkt die mannen en vrouwen even aan en scant hen. Ze stelt vast dat vier mannen en twee vrouwen uit vrije wil Jakira dienen. Zij zijn geen dragers van de zwarte symbiont. Zonder dat Jakira het merkt, zend ze een telepathisch bericht naar Veanya. Hierdoor zijn haar nieuwe vrienden op de hoogte van haar ontdek- king.
Op dat moment materialiseert Torn met vier lijfwachten. De Droak heeft de gebonden Sorane dadelijk opgemerkt. Tevreden loopt hij op Jakira toe.
"Je stijgt weer een beetje in mijn aanzien, kloon. Je bent erin geslaagd om Sorane te grijpen. Maar ben je zeker dat ze in onze macht is."
"Zeker, heer. Ze heeft een antiesper band aan. Ze is volledig in onze macht," antwoordt Jakira, terwijl ze haar handen woedend tot vuisten balt.
Torn kijkt Sorane aan.
"In orde, dan kunnen we beginnen met de ondervraging. Ze moet mij alles zeggen, tot in de kleinste details. Ik neem aan dat je alles voorbereid heb, Jakira," zegt Torn, maar zelfs Sorane kan de minachting voor de kloon voelen, die in zijn woorden doorklinken.
"Alles is klaar, Droak," sist Jakira.
Op hetzelfde moment wordt de Droak door een veld omgeven zodat hij niets meer kan doen. Hulpeloos en bevend van woede ziet hij zijn lijfwachten één voor één neerstorten. Dan kijkt hij Jakira met minachtende blik aan.
"Wat wil je, kloon. Denk je dat dit on- gestraft blijft. Als ik vrij kom, dan..."
"Jij komt hier nooit meer weg, Droak," roept Jakira uit en activeert haar energiezwaard.
Bliksemsnel slaat ze toe en splijt de Droak in twee stukken.
"Dat had je beter niet gedaan, Jakira. Samen waren jullie misschien sterk genoeg, maar jij alleen heb geen enkele kans tegen mij."
Jakira verstijft even, maar draait zich dan langzaam om.
'sorane, hoe..."
"Je hebt niet al mijn krachten, kloon," glimlacht Sorane.
Jakira kijkt Sorane nog steeds aan, maar plots herpakt ze zich.
"Nee, Sorane. Je hebt gelijk, alleen tegen jou en je elf nieuwe vrienden heb ik geen kans. Je dacht toch niet dat ik hen niet opgemerkt had. Maar die kans komt nog wel. Jullie zitten in de val," zegt ze spottend.
Op hetzelfde moment is Jakira, samen met haar zes vrijwillige aanhangers verdwenen. Tegelijkertijd stormen meer dan honderd zwarte wachters naar binnen. De dienaars van Torn. Sorane's Hypsoon meldt, dat de overbrenger door een stoorstraling niet gebruikt kunnen worden. Even weet Sorane niet wat te doen. Het was een fout om de soldaten naar hier te halen. Maar misschien was dat Jakira's bedoeling. Nu zitten ze in de val, of ze moet hen aan hun lot overlaten. Ze kan nog altijd teleporteren. De elf soldaten zijn intussen zichtbaar geworden en stappen met geactiveerde wapens op haar toe.
"Meesteres, breng uzelf in veiligheid," zegt Veanya.

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Elders gelezen en welbevonden. Masterart van de bovenste plank. Trouwens je webstek is bijzonder mooi.
    Jelsi: Bedankt Ghislaine... Maar ik denk dat er nog een beetje werk aan is???
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .