Volg ons op facebook
|
< terug
Sorane 2 Delos - hoofdstuk 20/26
Onderlinge strijd
Intussen is Alonga in een vreemde omgeving gematerialiseerd en kijkt verschrikt om zich heen. Overal ziet ze geconcentreerde mensen, die 3d panelen bedienden. Dan merkt ze de Sorane op die haar glimlachend aankijkt.
'Welkom, Alonga.'
'Sorane, ben jij echt.'
'Zeker, gewezen Hoson. Volg me.'
Verbaasd loopt Alonga achter de roodharige uit de grote centrale. Verschillende aanwezigen kijken haar glimlachend na.
Alonga loopt iets sneller dan Sorane en slaagt erin om haar in te halen.
'Waar zijn we hier?'
'In mijn vlaggenschip, de Tiren, nabij de amazone planeet Emcar XXI.'
'De amazone planeet Emcar…. Dat kan niet, Sorane. Dat is meer dan duizend lichtjaren van Enuron.'
'Kom,' zegt Sorane alleen maar en even later lopen ze beiden een grote ruimte is met langs de wanden allerhande bedieningspanelen.
Naar een van deze panelen stapt Sorane toe en raakt enkele toetsen aan. In het midden van de zaal verschijnt een 3d holografisch beeld van de omgeving tot een afstand van tien lichtjaren.
'Dit is de Tiren,' zegt Sorane, terwijl een groene stip aanwijst.
Verbaasd kijkt Alonga naar de projectie. Ze kan het bijna niet geloven, maar ze ziet het met haar eigen ogen. Of zou het een truck zijn. Sorane die haar gedachten observeerde, glimlacht. Snel reikt ze met haar hand naar de hand van Alonga en als ze deze raakt, zijn beiden verdwenen. In de centrale van het amazone vlaggenschip materialiseren ze. Alonga wankelt even van de schok en staart nog verbaasder naar de vijf koninginnen, de druk met elkaar aan het praten zijn. Nirasé is de eerste die hen opmerkt.
'Sorane. Gelukkig ben je er opnieuw.'
'Wat is er gaande?'
De koninginnen merken hen nu ook op en buigen even hun hoofd.
'Welkom, verhevene,' zegt Veréna.
Tussen de volkorschepen zijn gevechten uitgebroken. Gelukkig hebben we onze mensen terug kunnen trekken. Ook een boord van de slagschepen zijn gevechten gemeld. Sorane kijkt even naar de schermen. Ze had dit moeten voorzien. Er zijn verschillende rassen aan boord van de schepen. In de macht van de Symbiont hadden ze maar één meester, maar nu overheersen de onderlinge verschillen.
'Trek uw schepen verder terug. Ik zal mij wel met hen bezighouden. Kom, Alonga,' zegt Sorane, terwijl ze een teken geeft aan Nirasé.
De amazone haast zich naar Sorane toe en geeft haar een hand. Ook Alonga voelt de hand van Sorane de hare aanraken en plots zijn ze alle drie verdwenen. Als ze in de Tiren opnieuw stoffelijk worden, geeft Sorane dadelijk haar bevelen door aan Anya.
'Tussen de volkorschepen zijn onderlinge gevechten uitgebroken,' meldt Veanya.
Even kijkt Sorane naar de 3d projectie in het midden van de centrale. Ze beseft dat die volkors haar niet als gewone sterveling als meerdere zullen erkennen. Dus moet ze iets doen dat ze zelf haat.
'Veanya, zet koers naar die idioten. Als die mijn goddelijke woede opwekken zal ik die boven hun hoofden laten losbarsten,' klinkt haar bevel plots.
Even is het doodstil in de centrale, terwijl zo goed als alle aanwezigen haar verbaasd aankijken. Ook Alonga merkt het op. Zij kent Sorane nog niet goed genoeg om het te begrijpen.
'Veanya. Voer mijn bevel uit. Het is zo al moeilijk genoeg, maar toch noodzakelijk om de onderlinge strijd te stoppen.'
De vroegere volkorvrouw glimlacht en knikt begrijpend.
'Koersverandering Z3A5. Korte hypersprong,' beveelt ze dan.
De Tiren materialiseert even later tussen de strijdende partijen. Ze zien duizenden jagers een hevig gevecht voeren in de ruimte.
'Zij jullie idioten of strijders,' klinkt haar stem aan boord van de schepen, 'Ik heb Symbiont uit jullie lichamen verdreven. En nu wekken jullie mijn woede op. Alleen samen kunnen onze volkeren de machten van jullie vroegere meesteres weerstaan.'
Even is het doodstil aan boord van de schepen die hun aanval staken. Een van de schepen neemt op bevel van hun commandant contact op met dat vreemde schip.
'Amazone, trek je schip terug voor we het met onze wapens verpulveren. Wat er met onze Symbiont gebeurd is weten we niet, maar wel dat jullie amazones zoiets niet kunnen veroorzaken. De vreemde straling van een onbekende bron, die ons trof, is de eigenlijke oorzaak. Jullie volk kan ons beter gerust laten, anders zouden zij ons genoodzaakt zien om jullie een lesje te leren.'
Sorane merkt op de schermen dat verschillende honderden schepen zich verwijderen en scant de bemanningsleden. Aan boord van deze schepen zijn volkors van Enuron aanwezig. De oorspronkelijke bemanning van deze schepen weten van hun helpers, wat er gebeurd is en willen zich afzijdig houden. Nog enkele groepen verlaten beide formaties, maar die vormen afzonderlijke partijen, die ook tegen elkaar vechten.
'Dit is geen amazoneschip, Commandant Vecklon. De amazones herkennen mij, niet zonder reden, als meerdere. We hebben dezelfde vijand. Alleen als we samenwerken hebben we een kans.'
Even is het stil in de centrale van het volkorschip. Aan boord van de Tiren hebben ze intussen gemerkt dat de jagers hun strijd gestaakt hebben. Beide groepen hebben afzonderlijke aanvalsformaties aangenomen.
'Ze willen niet anders,' fluistert Sorane en geeft een teken aan Veanya.
De verbinding wordt dadelijk afgebroken. Sorane, Alonga, Aknuva, Deno, Erine en enkele anderen materialiseren even later aan boord van een kleine kruiser die onzichtbaar de Tiren verlaat. De kruiser zet koers naar het volkorvlaggenschip van de volkor Vecklon. Als ze de volkorvloten naderen worden ze zichtbaar, maar de kruiser is van vorm veranderd. Hij ziet eruit als een volkorschip. Anya heeft intussen de nodige gegevens van het schip dat hun doel is opgevraagd. Als de volkors een code vragen, zend ze de juiste dadelijk terug. De kruiser land een paar minuten later in een hangar van het grote schip.
Intussen openen de volkors het vuur op de Tiren, maar de schermen van het schip houden, tot de verbazing van de volkors, stand onder de zware beschieting. Ze worden echter groter een groter. Commandant Vecklon besluit om de beschieting te stoppen, om hun eigen schepen niet in gevaar te brengen. Hij neemt contact op met zijn rivalen en stelt voor om hun geschillen voorlopig opzij te schuiven en eerst het probleem van het Amazone schip tussen hun schepen op te lossen. Alle commandanten stemmen in met dit voorstel.
Aan boord van de Tiren zijn ze bezorgd om deze wending, want een aanval van alle volkors is teveel voor hun schip.
'Blijf op jullie positie, Veanya. Over een paar seconden krijgen jullie versterking,' horen ze plots de telepathische stem van Sorane.
Wat bedoelt ze nu weer. Versterking? Maar dan zien ze tien schepen op verschillende plaatsen omheen de volkorschepen materialiseren.
'Dat zijn schepen zoals het onze,' fluistert iemand achter Veanya, die verbaasd naar de projectie kijkt.
Ook een boord van de volkorschepen hebben ze de komst van de schepen opgemerkt. Als de volkors het vuur openen, beantwoorden de tien schepen het vuur, echter met verdovende wapens. Een voor een vallen de schepen uit. Als er meer dan honderd stuurloos in de ruimte hangen geven de leiders van de vloten bevel om de aanval te staken.
Intussen heeft de kruiser vlak voor de landing in de hangar opnieuw zijn normale vorm aangenomen en blijft roerloos op een antizwaartekrachtsveld boven de vloer zweven. Enkele bemanningsleden haasten zich ernaar toe, terwijl enkele anderen de centrale op de hoogte brengen.
In de centrale geeft de commandant zijn bevelen.
'Beveiligingsgroepen, 3V en 8d naar hangar 349. Een vreemd schip is binnengedrongen, overmeester de bemanning.
Als de beveiligingstroepen de hangar binnenstormen, zien ze enkele gewapende volkors radeloos omheen het vreemde schip, dat in een blauw beveiliging scherm gehuld is, lopen. Wat ze niet weten is dat Sorane met haar vier vrienden naar een opslagplaats geteleporteerd is.
In de opslagplaats leunt Sorane trillend tegen de stalen wand. De sprong heeft veel van haar krachten gevergd.
'Sorane, je ziet er niet goed uit.'
'Nog even en ik ben terug in orde, Erine. Het scherm reikte ook tot binnen in het schip.' fluistert ze met trillende stem.
'Was dat de oorzaak van de pijn?' vraagt Deno.
Sorane knikt en kijkt hem even indringend aan. Ze voelt weer die aantrekkingskracht die van zijn informatiedrager uitgaat.
'Zou Vic Nolan dan toch gelijk hebben, is het innerlijke van Deno mijn zielsverwant,' denkt ze.
Dan stoot ze zich lichtjes af van de wand. Ze wankelt even, maar geeft dan een teken. Alonga is de eerste die haar volgt. Deno kijkt haar aandachtig aan. Hij weet niet wat hij van haar moet denken. Op Sorane Cobanon dacht hij verliefd te zijn, maar nu lijkt dat gevoel veel sterker. Hij zou haar in zijn armen willen nemen, maar dat kan niet. Ook Erine heeft gemerkt dat er iets met Deno en Sorane gaande is, maar weet niet goed wat. Alleen Aknuva weet er niets van. Het begrip liefde kent ze al lang niet meer. Als ze het nodig vond, koos ze gewoon een man en de rest kwam vanzelf. Daarna kon hij gaan.
Telepathisch scant Sorane de omgeving en stapt naar buiten de gang in. Snel haast ze zich gevolgd door de anderen in de richting van het centrum van het schip. Verschillende kale gangen, zoals aan boord van alle volkorschepen lopen ze ongehinderd door. Plots blijft Sorane echter staan. Maar het is te laat het alarm signaal weerklinkt doorheen het schip. Ze zijn ontdekt.
'We raken er niet. De invloed van het scherm reikt nog ongeveer vijftig meter. Maar ik neem meer dan twintig volkors waar, die vanuit verschillende richtingen naderen.'
'Wat nu?'
'Wapens op verdoving,' beveelt de roodharige.
'Wat? Verdoven? Dat meen je niet,' fluistert Alonga.
'Doe het, Alonga. Ik herhaal nooit een bevel,' sist Sorane.
De vrouw schrikt en geeft snel een bevel langs haar Hypsoon aan haar wapen. Op dat moment licht het scherm van Erine op, als het geraakt wordt door een schot van en volkor. Onze vrienden beantwoorden het vuur en verschillende volkors storten neer. De anderen zijn verbaasd, want hun scherm zou deze stralen moeten tegenhouden. Voor ze terug reageren, vallen nog een paar van hen neer. De mannen en vrouwen trekken zich terug en sluiten de gang af. Sorane geeft een teken aan de anderen en ze haasten zich verder. Op een kruispunt van de gang met drie andere, komen volkors uit twee zijgangen op hen toe. Ze openen dadelijk het vuur, maar onze vrienden liggen plat op de vloer. Hun schoten schakelen ook hier enkele verbaasde volkors uit. Erine is als eerste de vrije gang in gerend, Deno volgt haar. Ook Alonga en dan Sorane.
'Deze gang verwijdert zich van de grens van het scherm, we moeten zo snel mogelijk naar rechts.'
'Wacht even, Sorane. Laat ons een truckje van Raya toepassen.'
'Wat bedoel je?' vraagt Deno.
'Kijk maar,' glimlacht Alonga.
Ze geeft een gedachtebevel aan haar Hypsoon en langzaam verandert haar kledij in een volkor uniform.
Sorane is de eerste die reageert en geeft eenzelfde bevel.
'De ogen zijn in dit geval niet nodig. Toen Raya mij op Enuron als volkor bedroog, had ze mooie zwarte Symbiont ogen,' zegt ze met lichte spot.
'Een goed idee. Ook van jou, Alonga,' antwoordt Sorane.
Even later lopen ze allen verder. Plots zien ze enkele volkors op hen toekomen. Alonga die vooraan loopt, brengt de volkorgroet uit. Terwijl de anderen voorbij lopen, blijft een van hen, met de rang van kapitein, staan.
'Idiote, wij zijn geen gehate volkors meer.'
'Het spijt me, macht der gewoonte, sir,' antwoordt Alonga.
'Hebben jullie geen vreemden gezien?'
'Nee, Kapitein. We hoorden wel schoten, maar we hebben geen wapens bij ons.'
'Haal er dan snel. Er zijn indringers aan boord, die we moeten tegenhouden voor ze schade kunnen aanrichten.'
'Yes, sir,' zegt Alonga en volgt Sorane een andere gang in.
Sorane weet uit de gedachten van de kapitein, dat deze naar de wapenopslagplaats leidt en daarom ging ze als eerste verder. De anderen volgen haar. De kapitein kijkt hen nog even na, maar als hij zich wil omdraaien beseft hij dat er sprake was van vijf indringers. Vier vrouwen en een man.
Hij vloekt en geeft een bevel met zijn intercom. De mannen en vrouwen onder zijn commando haasten zich terug. De kapitein volgt Sorane en de anderen, terwijl hij ongeduldig op zijn mensen wacht. Plots schrikt hij echter. De vijf gaven elkaar een hand en zijn plots verdwenen. Ene paar verdiepingen hoger voor de deur van de centrale materialiseren ze. De volkors die hier op wacht staan, proberen verschrikt hun wapen te trekken, maar onze vrienden zijn sneller. De drie storten verdoofd neer. Dan schuift de deur open en Sorane loopt als eerste naar binnen.
De commandant merkt hen niet op omdat hij woedend in gesprek in met Veanya over de hyperradio. Veanya ziet op de 3D projectie Sorane en de vier anderen de centrale van het volkorschip binnenstappen. De commandant merkt dat ze glimlacht, maar begrijpt ze niets van.
'Worden gasten aan boord altijd met geweld ontvangen, commandant Vecklon,' klinkt een stem die voor de schijn, trilt van woede.
Enkele volkors trekken hun handwapens, maar worden door een krachtige telekinetische golf achteruit geworpen. Commandant Vecklon en enkele officieren draaien zich verschrikt om. Ze staren verbaasd naar de roodharige vrouw, die een blauw licht uitstraalt. Ook zien ze de gevallen volkors terug rechtstaan. Zij wagen het echter niet om hun wapens op te rapen.
'Berg jullie wapens weg. Maar richt ze niet meer op mij of mijn vrienden. Een gedachte is voldoende om jullie allen zwaar te straffen,' horen alle volkors aan boord van dit schip en ook in andere schepen, haar telepathische stem.
De volkors voelen de kracht die Sorane uitstraalt en beseffen dat het dezelfde straling is die hun Symbiont zo snel onschadelijk maakte. Enkelen onder hen maken aanstalten om te knielen.
'Waag het niet, volkors. Niemand knielt voor een ander wezen, ook al heeft deze onbegrijpelijke krachten.'
Iedereen staart Sorane verward aan. Is zij een godin of niet. Ze voelen allen de kracht die ze uitstraalt, maar iedereen hoorde haar bevel, dus wagen ze zich niet om te bewegen. Sorane laat haar krachten langzaam afnemen en de blauwe gloed verdwijnt. Dan kijkt ze om zich heen.
'Staak deze zinloze strijd onder gelijken, volkor. Ik en de amazones hebben jullie hulp nodig.'
'Wij hebben jarenlang gemoord in naam van de goden, die ons door de Symbiont dwongen, excellentie. Het lijkt me dat dank zij u dat voorbij is. Uit vrije wil zullen we zoiets, in naam van eender welke godheid, nooit doen.'
'Dat weet ik, Commandant. Dat vraag ik niet van u. Ik en mijn vrienden strijden volgens bepaalde regels in dienst van de vrede. Moord is niet toegestaan, zelfs niet van diegenen die het verdiend hebben. Als zij zich overgeven zullen ze hun gerechte straf krijgen. Indien niet dan sla ik genadeloos toe.'
De volkors in de centrale kijken haar nadenkend aan. De commandant zegt kalm:
'Voorlopig scharen wij ons aan uw zijde. Maar ik hoop dat u uw woord gestand doet, als wij besluiten om terug te keren naar ons volk.'
'Ik hou mijn woord altijd, Aneronen en ook de anderen volkeren aan boord van de schepen, zullen mogen kiezen. Wat ieder van jullie ook besluit, mijn vrienden en ik zullen waar het kan hulp bieden.'
'Dan kan u op ons rekenen, meesteres.'
'Mijn naam is Sorane. Ik hoop dat je mij niet meer beledigd. Ik ben je meesteres niet, Vecklon. Al mijn medestrijders zijn gelijken, alleen hun mogelijkheden verschillen.'
'Het spijt me, Sorane, maar de hogere die wij dienden moesten we altijd meester of meesteres noemen.'
'Hier niet, Aneronen. Noem mij gewoon Sorane.'
'Dat doet mij denken aan onze meesteres, die wilde vroeger ook alleen maar Jakira genoemd worden. Maar toen zij in dienst trad van Torn, veranderde dat helemaal.'
'Je bedoelt die blondine, commandant. Dat is Jakira niet, ze is alleen een kloon van de echte Jakira.'
"Wat?'
'Later zal u dat wel uitgelegd worden. Eerst zijn er een aantal volkors die mijn hulp nodig hebben,' zegt Sorane, 'Luitenant, kom hier.'
De Aneroon, die merkt dat Sorane hem aankijkt, loopt verbaasd op de roodharige toe. Snel grijpt ze zijn hand en beiden zijn verdwenen. De commandant staart eerst verbaasd naar de plaatst waar ze stonden, dan valt zijn blik op Deno en de andere vrienden van Sorane.
'Wie is zij? Volgens onze gegevens is ze alleen een huurmoordenares.'
'Dat was de echte Sorane voor ze stierf, commandant. De identiteit die nu het lichaam van Sorane beheerst was vroeger een blondine, die vocht voor de rechten van iedereen.'
'Blondine….. toch de Jakira… Is zij de machtige Jakira.'
'Misschien, ik heb al teveel gezegd. Ik hoop dat ze het mij niet kwalijk neemt,' zegt Deno nadenkend.
Intussen is Sorane met de luitenant in de ziekenboeg gematerialiseerd. Ze trekt de verschrikte luitenant tussen de bedden door naar een jonge vrouw van tweehonderd jaar oud, die in coma ligt, nadat ze zelfmoord wilde plegen. De roodharige laat de Aneroon los en gaat naast het bed van de vrouw zitten. Geconcentreerd kijkt ze haar aan. Heel het hoofd van de vrouw is in een verband gewikkeld. Ze heeft zelfmoord willen plegen door een kogel doorheen haar mond te schieten, maar de luitenant probeerde haar tegen te houden. Hij was echter niet snel genoeg. De kogel raakte de hersenen niet, maar ging langs haar mond doorheen haar hals.
'Ze zal nooit meer kunnen lopen en dat is mijn schuld.'
'Uit wat ik uit uw gedachten kan opmaken, treft je geen enkele schuld, Beron Nodan. Ook Xea niet. Haar schuldgevoel beheerste op dat moment haar doen en laten,' zegt Sorane terwijl ze opstaat en haar handen langs beide zijden tegen het hoofd van Xea plaatst.
'Wat doet je?'
'Stil. Ik moet mij concentreren.'
De Luitenant staart naar de slanke rug van Sorane en plots dat het witte verband om het hoofd Xea een licht groene kleur lijkt te hebben. Maar hij verwerpt die gedachten als een soort hallucinatie. Meer dan twintig minuten staat de roodharige zo. Opgelucht zucht Beron als Sorane langzaam haar handen terugtrekt. Dan schrikt hij als Sorane het verband begint los te maken.
'Nee, dat kan je niet doen, Sorane. Ik kan je haar niet laten doden,' schrikt de man en trekt zijn wapen.
Maar laat het zakken, als hij de hand van Xea ziet bewegen. Sorane helpt de vrouw rechtop, terwijl Beron naar de handen van Xea staart, die het verband verder van haar gezicht verwijderen. Met een bons valt het wapen uit zijn handen, als hij naar het mooie ongeschonden gezicht van Xea staart.
'Hoe is dat…. Sorane?' stamelt hij, terwijl hij beseft dat Xea uit eigen beweging rechtop blijft zitten, iets wat onmogelijk is.
Sorane kijkt hem even glimlachend aan, dan loopt ze aan hem voorbij naar en andere ziekte. Even concentreert ze zich, maar dan gaat ze alweer verder tot bij een andere die zwaar gewond is. Beron kijkt verbaasd naar de borst van de man, die een groen licht gehuld wordt. Enkele verplegers komen verschrikt toegelopen, maar blijven verrast staan als ze het groene licht opmerken. Als de man zijn ogen opent, haasten de verplegers zich naar hem toe. Ze stellen verbaasd vast de zijn wonden genezen zijn en kijken naar de roodharige die al enkele bedden verder een vrouw scant.
'Beron, het spijt me. Ik wilde.'
'Laat maar, Xea. Ik begrijp waarom je het deed. Ik smeek je, doe het nooit meer. We moeten leven om onze daden goed te maken.'
'Heb ik gemist. Dat kan ik niet geloven,' fluistert Xea, terwijl ze haar gezicht betast.
'Nee, lieveling. Je was zo zwaar gewond dat je al snel in een diepe coma viel. De dokters stelden vast dat je nekwervels volledig verbrijzeld werden.'
'In coma… Hoe?'
'Dank zij, Sorane. Ik weet niet hoe, maar zij heeft je genezen, denk ik.'
'Ik geloof het niet of toch…Ik voelde wel haar kracht doorheen mijn lichaam glijden, toen ze bij mij stond. Wie is ze? Een godin?'
Even kijkt Beron haar glimlachend aan.
'Misschien, Xea. Maar laat haar dat maar niet horen. Ze wil dat ze haar gewoon Sorane noemen, maar ik voel dat ze veel meer is dan ze zelf beseft.'
'Ik besef dat maar al te goed, Beron. Iedereen bezit deze gaven, alleen slaagt er maar een klein aantal in, om deze ten volle meester te worden,' horen ze beiden de telepathische stem van Sorane zeggen.
Verschrikt kijken ze naar de roodharige die alweer op weg is naar een volgende die haar hulp nodig heeft. Plots is ze echter verdwenen.
Beron kijkt naar de plaats waar ze stond, hopend dat ze terug zou keren, maar ze verschijnt niet meer.
'Ga verder met je taken, Beron. Enkelen van je lotgenoten aan boord van de andere schepen hebben mijn hulp nodig.'
Even blijven Xea en Beron nog naast elkaar op het bed zitten, maar dan helpt hij haar rechtstaan. De eerste stappen zijn moeilijk, maar al snel kan ze alleen lopen.
'Wacht even. In mijn blootje kan ik toch niet… Hee, wat?' zegt Xea, om dan te schrikken, als nieuwe kleren om haar naakte lichaam gevormd worden.
'Wat is dat?'
'Xea. Vrees niets. Dit behoort tot mijn taken,' zegt een stem in haar hoofd plots.
'Wie ben je?'
'Sorane heeft mij aan u gegeven, Xea. Ze noemen mij een Hypsoon. Jullie kennen soortgelijke apparaten ook. Ze worden Yomons genoemd.
'Ben jij een Yomon. Dat kan niet. Die zijn alleen voor goddelijke wezens bestemd.'
'Dat heb je mis. De goddelijke wezens eigenden zich deze apparaten toe, die voor alle levende wezens bedoelt waren toe. Door haar status kan Sorane deze Hypsoons aan levende wezens schenken, die zij het waart acht.'
'Yomon. Tegen wie heb je het?
'Dat weet ik niet. Hij zegt dat hij Hypsoon of een Yomon genoemd wordt.'
'Dat heb je niet goed gehoord, Xea. Yomons zijn voor goden bestemd, dat weet je toch.'
'Ja, maar..'
'Xea, op je bed ligt nog een Hypsoon. Hij is voor Beron bestemd.'
De vrouw draait zich plots om en loopt op haar bed toe. Verbaasd neemt ze een ijsgroene Pentagon in haar hand.
'Is dit een Yomon?'
'Een Hypsoon, Xea. Beron moet hem tegen de achterzijde van zijn hals plaatsen.'
De Luitenant neemt het voorwerp. Even kijkt hij er niet begrijpend naar. Op aandringen van Xea plaatst hij het tegen zijn hals. Hij voelt het dadelijk van vorm veranderen.
'Wie was die vrouw?' vraagt één van de verpleegsters, die naar hen toeloopt.
Beiden kijken de vrouw aan en Beron zegt:
'Zij noemt zich Sorane, Elna. Ze is door de amazones, die nu onze bondgenoten zijn, als opperste leidster of zoiets benoemt.'
'Verschillende van onze mensen zijn genezen van hun verwondingen zoals jij Xea. Hoe is dat mogelijk?'
'Misschien dat ze het later wel uitlegt, Elna. Ik snap ook niet hoe ze het doet.'
'Kom, we moeten naar de centrale,' merkt Beron op.
Xea kijkt hem aan en glimlacht even.
'Die zullen ook wel schrikken als ik binnen stap.'
'Hopelijk niet te fel, want Sorane wil niet dat ze haar als een wonder behandelen.'
De verpleegster en haar collega's kijken haar hen na, als ze snel door de dichtschuivende deur lopen. Ook in de centrale zijn ze verbaasd, als Beron naast Xea binnenstapt. De aanwezigen luisteren verbaasd en ontstelt naar hun uitleg. Als ze beiden zwijgen kijken ze verward naar elkaar. Ze kunnen moeilijk geloven wat ze hoorden, want dan zou die roodharige goddelijke krachten bezitten en misschien wel een godin zijn.
Op een teken van de commandant zwijgt iedereen.
'We zullen zien, wat of wie die vrouw is. Maar voorlopig houden we ons aan ons woord. Verander onze koers om de afgesproken formaties te vormen. Misschien moeten we ons voor bereiden op een aanval van onze vroegere lotgenoten, die nog steeds door de zwarte Symbiont beheerst worden.
feedback van andere lezers- ivo
ik volg julien ook wel ... Jelsi: Bedankt om te lezen, Ivo. De myhte van Excalibur, het zwaard uit de steen van koningin arthur is er ook in verwerkt. Alleen op een compleet andere manier. De zwaarden van de amazone koninginnen, die door de verhevene ooit in het verleden gegeven zijn. Wie het zwaard kan activeren is de koningin. - julien_maleur
vlot geschreven, ook boeiend. Nogal futuristisch en starwarsachtig. Niet echt mijn ding, maar ik vond het toch aangenaam om lezen.
gr JM Jelsi: Tja, het speelt zich in de verre toekomst. Een strijd van de opkomende mens en de 'goddelijke' mensachtigen. Het is een kruising van star wars, battlestar galactica, stargate, star trek en de oude aardse mythen. - Danvoieanne
Graag gelezen,...groet Jelsi: Bedankt voor het lezen.
|