< terug
Een beestig verhaal - de ontmoeting 2.1
Wat is dat toch een knappe blondine, kwijlde Bas in gedachten verder. Het wriemelen achter zijn enorme flappers kalmeerde hem overduidelijk. Schuin keek hij naar de blondine aan de overkant en jankte zacht. Omdat Louis dacht dat hij Bas bezeerde hield hij echter op met strelen en keek op naar de overkant van de weide. Daar zag hij een knappe greyhound en haar al even knappe baasje. "Dat is niks voor mij, veel te hoog gegrepen" dachten zowel Bas als Louis. Ze vertrokken terug naar hun flatje en keken, bij het verlaten van de weide, nog eens vluchtig over de schouder. Diep ongelukkig staken ze de grote baan over en liepen, met afhangende schouders, binnen in het immense appartementsgebouw.
"Hey jongens, dit gaat helemaal fout" dacht Bandiet wanhopig toen hij zowel Preciosa als Bas onverhoeds zag vertrekken..."tijd voor actie, voor het te laat is". En met een décharge waar Napoleon himself op jaloers zou geweest zijn vertrok hij in een woeste run, zijn bazinnetje meesleurend, richting Preciosa. "Bandiet, stop, zit, kom terug" riep Chéry, zijn bazinnetje wanhopig uit, maar Bandiet was niet te stoppen. Bas was inmiddels te ver weg, maar Preciosa hield ter plekke halt, en spitste haar oren om niets te missen van het woeste geblaf van Bandiet, dat haar als hemelse, viriele muziek in de oren klonk.
Met haar hoge stem blafte ze terug en haar fijne staart kwispelde uitnodigend. Instinctief begonnen de twee honden te dollen en renden snuffelend rond elkaar. Preciosa vond de geur van de jonge Labrador bijzonder, maar moeilijk te definiëren : een vleugje muskus, wat opgedroogde modder en een tikkeltje lavendel. Zijn adem rook naar hondenbrokken. Deze geuren prikkelden haar vrouwelijke gevoelens en met afgrijzen dacht ze aan de Chanel number 5 van Astrid. Als in trance genoot ze van de avances van die jonge charmeur. Toen door een nieuwe rukwind het groene poortje weer openklapte verloor ze haar zinnen en snokte zich los om ongestoord met haar nieuwe vriendje in het park te kunnen flikflooien. Haar zilveren kettinkje brak en de Swarovskisteentjes vielen in het gras. Astrid keek haar maatje verbijsterd na. Ze wilde Preciosa terug fluiten, maar kreeg geen geluid over de lippen.
Bandiet was door het dolle heen. Hij rende als een gek achter het voorwerp van zijn hondenliefde aan. Jessy, zijn bazinnetje, stond voor de keuze: door hem meegesleurd worden in zijn zotte run achter Preciosa of loslaten. Ze koos veiligheidshalve voor het laatste en werd bijna meteen doodgebliksemd door de blik in de ogen van Astrid. "Kan jij je hond niet onder controle houden!?" beet deze laatste Jessy toe. "Pardon? look who's talking! Je bent zelf niet eens in staat om je mormel aan de leiband te houden. Bovendien is het overduidelijk dat zij mijn Bandiet onbeschaamd verleid heeft!". Ondertussen was de onweersbui losgebarsten en viel de regen met bakken uit de hemel. Jessy, zoals altijd eerder praktisch dan elegant gekleed, droeg een regenjack met kap, maar Astrid stond daar in een sjiek zijden mantelpakje en tot Jessy's grote, zij het dan heimelijke vreugde, was ze blijkbaar haar paraplu vergeten.
"Wat een hondenweer", dacht Astrid chagrijnig. Op beeldige pumps met knalrode hakjes de plassen vermijden was niet eenvoudig. Toch trippelde ze zo vlug mogelijk naar een oude eik en hoopte dat zijn bladerdak haar wat beschutting zou geven. Jaloers keek ze de sportief geklede vrouw na.
"Straks ga ik laarzen kopen", plande ze, "en een impermeabel. Misschien een aangepast hoedje erbij?" Een bezoek aan haar kapper zou niet meer voor vandaag zijn. Preciosa moest zeker eerst in bad voor ze ermee naar de dierenarts ging. Had ze haar maar eerder de prikpil gegeven; een nest bastaards was wel het laatste wat ze wilde. Toen de bui even afnam stapte Astrid moedig over de beslijkte paden. "Preciosa, Preciosa..." In de verte hoorde ze die gekkin haar bandiet roepen.
Vanop de eerste verdieping zag Louis de regen uit de lucht vallen alsof ze daarboven alle sluizen hadden opengezet. Tussen de links en rechts gebukt lopende mensen zag je overal rondvliegend papier en afval. Ze liepen gebukt weg alsof ze tussen de alsmaar groter wordende druppels konden doorlopen. Een komiek zicht dacht Louis hardop, waarbij Bas bij hem aan het raam kwam zitten.
Bas staarde over het groene park en zag dat de ranke verschijning zich losrukte van haar schitterende halsband en recht naar de concurrentie…..Bandiet.
Het rammelende geluid van kletterend metaal deed alle ogen in die richting kijken.
De in zijn donkergroene uniform geklede parkwachter controleerde stelselmatig alle poortjes van het stedelijke park. Zijn oversten hadden hem opgedragen 's nachts het park te vrijwaren voor allerhande gespuis en juist daarom moest het afgesloten worden van tien uur 's avonds tot zeven uur 's morgens. Het is vandaag zijn vroege shiftbeurt om alle poortjes te controleren.
De "masterkey" hing zorgzaam en fier aan een immense ketting te bengelen aan zijn koppelriem. De sleutel sloeg onwillig doch op regelmatige toon tegen de ketting aan. Op die manier hoorde iedereen hem aankomen en kon hij zijn gezag ten toon spreiden. Zijn gedachten gingen uit naar zijn proefexamen dat hij had afgelegd bij de plaatselijke politie. Een jongensdroom zou in vervulling kunnen gaan.
(wordt vervolgd)
feedback van andere lezers- Wee
Vleugjes muskus, lavendel en oké, opgedroogde modder, maar
een adem die naar hondenbrokken ruikt ... :))
Moet Jessy niet Chéry heten, of andersom?
Graag gelezen!
x
elpe: Dankje Wee,
|