< terug
Ergens
De vinken zingen al tijden niet. De kraaien hebben hen uit mijn tuin verjaagd. Mijn tuin is als een spons. De tuinaarde absorbeert bij neerslag en scheurt uit haar lijf als zij verdroogt. En nu de herfst mijn laatste dagen vult ben ik droef van geest, neerslachtig.
'Meneer Stühlmeijer?'
'Zal ik u voor het raam zetten?'
Ik heb geen keuze. De urine sijpelt langs mijn benen. Buiten regent het. De medicamenten spuug ik uit als zij het niet ziet. In mijn verwilderde tuin staart een uit steen gehouwen hemeling, de karper hapt een luchtbel. Zij zijn personages in mijn droombeeld; zoals de kraaien. De zuster speelt een toevallige passant en mijn zoon voor figurant. Hij leest de krant in mijn oude fauteuil. De haard brandt. Eens had ik keuzes - lang voor mijn geboorte toen tijd niet relevant was - toen de engel vergat zijn vinger te leggen op mijn bovenlip, tegen de onderkant van mijn neus. Ieder mens heeft er filtrum, maar ik niet. Een fout. Het is daarom dat ik het leven ver vóór mijn geboorte herinner. Wat ik weet is wat ik voel, draag ik mee in dit leven als vracht. Maar hét telt nu niet meer. Mijn lichaam is afgehaakt en het wachten is op mijn terugkeer, op Zijn teken, de schrik van de karper en het barsten van de sokkel waar de engel op rust. Geduldig wacht ik op die engel, zijn vinger op mijn lippen en zijn stem.
'Ssst.'
feedback van andere lezers- Wee
Rakend mooi ...
x stefan: Thanx. - Dora
'Ssst.''Ssst.''Ssst.' Nou stil dan,'Ssst.''Ssst.'
Ja maar, stefan, ik wou even zeggen dat ik dit zo'n prachtig veelzeggend wit en zuiver stukje vind... stefan: Je bent lief. - koyaanisqatsi
No further comment. ;-) stefan: thanx. - warket
En wat als dit fictie is? Voor mij maakt het geen verschil. Diepgaand schriftuur met verwoordingen die mij inspireren. stefan: Dank je wel.
|