writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Ome Max

door RudolfPaul

'Hé, wat brengt jóu hier?' vroeg Rogier. 'Je had gezegd dat je nooit en te nimmer in deze contreien zou terugkeren.'
'Ik ben weer eens bij m'n ouwe oompje Max in het verzorgingstehuis langs geweest.' Otto sleepte de tuinstoel naar achter, in de schaduw onder de lindeboom. Hij zeeg neer. 'Het gaat niet zo goed met die ouwe knar. Hij zit nog wel altijd vol praatjes en maffe streken... maar sinds die hersenbloeding... Vanmorgen trof ik hem in de gymnastiekzaal en hoorde ik hem tekeer gaan tegen de fysiotherapeute: 'zeg, ik ben bijna tachtig, moet ik nu nog met een bal spelen?' Die oudjes zaten daar op stoelen en rolstoelen, twee rijen tegenover elkaar. Ze moesten een grote veelkleurige plastic opblaasbal over en weer rollen.'
Rogier herinnerde zich Otto's oom die onlangs een herseninfarct had gehad. Hij had hem vroeger eens ontmoet bij Otto thuis, een jaar of wat geleden. Een indrukwekkende, luidruchtige man met een innemende grijns en een leeuwenkop die boeiend kon vertellen over de tijd dat hij bij het scheepsbouwbedrijf had gewerkt waar Ria secretaresse was geweest. Met pretogen haalde hij herinneringen op over de wilde kantoorfeesten en over zijn successen. Hij was degene die de orders voor het bedrijf moest binnenslepen, en als hem dat weer was gelukt, wat meestal het geval was, liep hij trots als een leeuw met een voldaan gezicht rond op kantoor, hij riep dan: het zit in de snee! Hebbes! 'Tis voorelkaar! Het zit in de snee!
Ria had zich die keer een beetje ongemakkelijk gevoeld, had Rogier toen gemerkt.
Het zit in de snee - Otto had die rare uitdrukkingen van zijn oom overgenomen, en gebruikte die te pas en te onpas. Het betekende zoiets als: zo, díe zit! Of: een schot in de roos.
'Hoe gaat het met hem? Wordt hij wel helemaal de oude?'
'Nee, dat geloof ik niet. En na dat bizarre fietsongeluk...'
'Fietsongeluk... je wil me toch niet vertellen dat hij nu alweer op de fiets ...'
'Tuurlijk niet. Wat er gebeurde is dit: hij liep met zijn stok over het trottoir naar de haringboer vlak bij het verzorgingshuis. Naast hem op het rode fietspad reed een student die met één hand een paraplu boven zijn hoofd en gedeeltelijk voor zijn gezicht hield. Het regende een beetje - motregen. Die lul kon maar een meter of zo vooruit kijken. Zodoende knalde hij tegen de achterklep van een geparkeerde bestelwagen. Met fiets en al viel hij opzij, het trottoir op juist waar oom Max met zijn stok voortschuifelde. Die werd meegesleurd in de val en viel nogal hard tegen de straattegels. Hij heeft hierdoor behoorlijk wat kneuzingen opgelopen. Erge last van zijn rug, maar niets gebroken gelukkig.'
'Ik zie het voor me,' zuchtte Rogier. Een grappige, levenslustige oude man, die oom van Otto. Ja, Otto leek veel op hem, vond hij. Hij zag duidelijke familietrekken. Beiden waren groot van postuur, beiden wisten wat ze wilden en kregen dat altijd voorelkaar. In de snee! Het betekende: 't zit erin! 'tis gelukt! dik voorelkaar! we hebben ons doel bereikt! Mission accomplished!
En als men dan verwonderd of niet begrijpend opkeek, bulderde hij: De Zoete Snee... van Doris Day!
Een andere uitdrukking van hem was: het zit in de pipeline - het Engelse woord werd door hem uitgesproken als piepeliene.
'Toen ik hem na de ochtendgymnastiek in de rolstoel met de lift naar boven nam, terug naar zijn kamer,' vervolgde Otto, 'hij met zijn eeuwige stok zwaaiend om de richting aan te geven, kwamen we op de gang een witte lijkkist tegen. Op een soort kar van chroom op wieltjes. Er lag een pikzwart kleed op het deksel. Max sloeg met zijn stok tegen de zijkant van de kist en riep: "Tot ziens Egbert, ouwe rukker!" En tegen iemand van het verplegend personeel: "neem hem maar gauw mee, hij begint al te stinken." De verzorger vroeg hem om stil te zijn en zei dat er nog niemand in de kist lag, de mannen van de begrafenisonderneming waren nog in de kamer van Egbert, ze waren bezig de dode af te leggen. "Lange Egbert past helemaal niet in die kist," beweerde Max, "tenzij jullie hem dubbelvouwen. Zulke lange benen heeft die dunne sliert van een kerel dat-ie vroeger op de bagagedrager van z'n fiets moest zitten om z'n knieën wat ruimte te geven." Ik duwde Max gauw verder de gang op. "Heeft-ie me zelf verteld, die lange sprinkhaan," riep Max nog achterom. Toen ik die verzorger later bij de balie beneden tegenkwam, zei hij iets over of er niet eens gekeken moest worden of mijn oom wel de juiste medicijnen voorgeschreven had gekregen, of hij niet een beetje "high" werd, een beetje euforisch. Ook mompelde hij iets over verlies van decorum.'

 

feedback van andere lezers

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .