< terug
Galtur de Grote (54)
34.
Ook Sacha was op wraak uit. Met snelle passen verliet hij de kermis en daalde af in de buik van de Grote Markt waar zijn minibusje gestationeerd stond. Hij negeerde de verbaasde blikken van de voorbijgangers en verbeet zijn woede. Die kleine verrader ! Hij had hem zo kunnen grijpen. Enkel de aanwezigheid van de lilliputter en de twee flikken had daar een stokje voor gestoken. Misschien nog een geluk. Een snelle scan had hem heel wat wijzer gemaakt. Dus ze verbleven bij dat taxiwijf en ze waren zinnens om terug bij die ouwe in te trekken. En die jas…die jas hoorde hem toe, wat een mogelijkheden. De planeet Faro…ongelooflijk…en die Galtur wou ten allen prijze zijn geheim bewaren.. Hij wist wat hem te doen stond.
Pjotr en de Tsjetsjeen stonden hem op te wachten in de ondergrondse parking. Sacha deed teken dat ze konden vertrekken en nam achteraan plaats in het grijze Fiat busje met geblindeerde ruiten.
"Waar naartoe?" vroeg de Tsjetsjeen die achter het stuur had plaatsgenomen.
"Terug naar Pjotr," zei Sacha terwijl hij zich begon te ontschminken.
Er was heel wat gebeurd sinds het onheilsnieuws van de Zigeuner. De Rus had verschillende telefoontjes gepleegd en stilaan een beeld gekregen van de situatie. Het zag er niet goed uit. De politie was op verschillende adressen binnengevallen en vele van zijn mensen waren opgepakt. De hoeve nabij Charleroi was niet langer veilig en samen met Blender en Boris was hij naar de Bunker gereden. Blender werd daar erg tegen zijn zin achtergelaten, maar er was geen andere keus. De reus viel te veel op en hij stond geseind. Om dezelfde reden had Sacha de Zigeuner aangemaand zich te verschuilen in de Bunker in de Hoge Venen. Sacha had het busje van Fagnard opgeeist en met een vals paspoort en in zijn nieuwe vermomming was hij afgereisd naar Lier. Pjotr Novgorod baatte er een kleine garage uit waar hij voor de Rus al ontelbare hand- en spandiensten had verleend. Zijn landgenoot had hem niet herkend met de zwarte pruik en de valse snor maar toen hij zich bekend gemaakt had kreeg hij onmiddellijk logies aangeboden.
Pjotr was een zware kale man van ver in de zestig. Toen de Sovjets nog aan de macht waren zong hij in een Russisch koor. Na een optreden in België was hij gedeserteerd. Later zou hij politiek asiel aanvragen. Sacha, die als KGB-er de groep begeleidde kon hem opsporen. Pjotr had gelukkig voldoende roebels in zijn bezit en Sacha liet hem ongemoeid. Na de val van de Muur leerden ze elkaar opnieuw kennen, niet toevallig in een bar van de Rus. Sacha herkende een opportuniteit wanneer die zich aanbood en Novgorod was niet vies van gemakkelijk verdiend geld.
In het kantoortje van de garage had Sacha het zich gemakkelijk gemaakt en opnieuw verschillende telefoontjes gevoerd. De toestand was ronduit dramatisch, zijn imperium wankelde. Hoe lang zou het duren voor er weer iemand begon te klikken had hij gedacht, ratten verlaten een zinkend schip. Toen was er een bevrijdend telefoontje uit Mechelen gekomen. De Rooie was de verraders tegen het lijf gelopen. Eindelijk.
Pjotr was onmiddellijk bereid hem te vergezellen. De afstand Lier-Mechelen kan met de wagen probleemloos overbrugd worden in minder dan een kwartier en dus was er nog tijd overgebleven om de Tsjetsjeen op te halen in een hoerenkast op de Antwerpsesteenweg.
Magomed-Assan Suleimanov was in Tsjetsjenië opgegroeid in een gemeenschap van maffiosi. Van bij zijn geboorte kreeg hij criminaliteit en geweld met de paplepel ingegoten. Op zijn veertiende was hij veroordeeld voor moord en op zijn 19de vocht hij samen met zijn landgenoten tegen de Russen. Snel ontdekte hij dat samenwerken met de bezetter meer opleverde en aanvankelijk ritselde hij vooral criminele zaakjes voor hen. Niet veel later begon hij voor de Russen te spioneren en toen dat aan het licht gekomen was vluchtte hij naar Europa en kwam zo in de bende van Sacha terecht. De Tsetsjeen was een tengere man met een grote hangsnor en een lichaam vol tatouages. De man werd door de andere bendeleden, meestal Russen, gewantrouwd, maar hij was een uitstekend chauffeur en die kunde had Sacha in het verleden al vele diensten bewezen.
Sacha had zijn oorspronkelijke vermomming afgegooid en zich in de clownskleren gehesen. Het schminken was wat moeizamer verlopen en het resultaat zeer amateuristisch maar efficiënt genoeg om zijn herkenbaarheid te maskeren. Met de hoed van Faro op had hij het niet kunnen laten zijn twee kompanen te scannen. Geen verrassingen. Pjotr was betrouwbaar en de Tsjetsjeen tot op een bepaalde hoogte. Hij had niet anders verwacht. In de garage van Pjotr stelde hij zijn plannen op punt en belde de Rooie.
feedback van andere lezers- Wee
Een smerig web van kwaad en slechtheid, en Sacha is de creepy spider, brrr ...
(Ik twijfel, regel negen van onderen, is het niet: tatoEages?)
x diomedes: Je heft gelijk Wee, bedankt ! - joplin
Sacha's wraak op komst.
slecht zijn lijkt me doodvermoeiend.
maar je houdt er de spanning goed in.
dat is een kunst!
xx
|