< terug
Galtur de Grote (71)
Galtur keek zijn vijand diep in de ogen. De Rus vloekte en schoot. De kogel schampte Galtur'slaap en liet daar een paarse striem achter. De kleine man bleef overeind en zijn blik hield die van de ander gevangen. Sacha onderging een metamorfose. Zijn pupillen verwijdden zich, zijn gelaatstrekken verzachtten en met een pruilmondje mompelde hij :
"Mama waar ben ik ? Mama ?"
Galtur brak de verbinding af en verwijderde de revolver zachtjes uit de handen van de Rus.
"Ik wil mijn mama," zeurde Sacha.
Galtur negeerde hem en dacht na over wat hem te doen stond. Hij verbeet de pijn aan zijn slaap en arm en zijn blik dwaalde af naar de mannen in het net. Die hadden zich intussen zo verstrengeld in het web van draden dat ze er zonder hulp van buitenuit nooit uitraakten. Wat moest hij met de Rus, de hond draaide jankend om hem heen en likte zijn handen. Die was terug peuter en gevaarloos. Hij besloot hem aan zijn lot over te laten. Hij trok zijn jas aan en daalde af naar de ingang van de Bunker. Tien kleine negertjes en toen restte er nog één. En wat voor één. Met een pijnlijke grimas bevestigde hij de Mantis aan zijn gekwetste arm. Een kleine test wees uit dat die nog functioneerde. Hij trok de deken over zijn hoed en lichaam en verdween uit het zicht.
Voor de deur aarzelde hij. Door de Rus te scannen wist hij waar Lou en de jongens zich bevonden, Blender kon overal uithangen, ook hier en nu, achter de deur. Galtur zette zijn verstand op nul, nam een korte aanloop en wierp zijn kleine lijf tegen de zware deur die met veel gekreun en gepiep, maar zonder weerstand, opengleed. Hij was binnen. Hopelijk ging Blender er van uit dat één van zijn kompanen de Bunker betrad. Alhoewel hij hier nog nooit geweest was kwam de ruimte hem bekend voor. Die was verlicht en hij keek op de legplanken met de enorme buit. Hij draaide links af en vond de ronde trap die naar de benedenverdiepingen leidde. Met ingehouden adem daalde hij af en hij kwam op een smalle gang uit die leidde naar de vier kamers. Eén ervan deed dienst als kantoor wist hij. Hij vervolgde zijn weg en nam links de trap naar de laagste verdieping. Die was niet verlicht zodat hij verplicht werd zijn zaklamp te gebruiken. Weer kwam hij op een gang uit. Hij scheen zijn zaklamp in het rond, de kust was veilig. De deur rechts achteraan was zijn doel. Hoorde hij daar geen stemmen. Hij klikte zijn lamp uit en schuifelde omzichtig verder in het donker. De stemmen klonken luider nu, dat was hoopgevend, dat betekende dat Blender niet in de buurt was. Hij liet zijn licht op de deur schijnen. Een eenvoudige schuifgrendel zonder slot. Om de gevangenen voor te bereiden op zijn komst tikte hij enkele keren zachtjes op de deur. De stemmen verstomden.Galtur schoof de grendel los, opende de deur en fluisterde zachtjes :
"Nita ? Lou ? Mohammed ?"
"Galtur !" de stem van Lou.
Zijn lichtbundel vond de drie dicht tegen elkaar aangedrukt in een hoekje van hun cel met Lou in het midden. Nog voor hij zijn mantel helemaal had afgeworpen lag Nita in zijn armen, gevolgd door de jonge vrouw. Mo keek met glimmende ogen toe. Een onhandige omhelzing werd het met hun handen achter hun rug gebonden. Galtur sneed de touwen los.
"Kunnen jullie stappen ?"
"Geen probleem," antwoordde Nita met een stem vol emotie.
"We zijn er nog niet uit, Blender moet hier nog ergens rondhangen."
"God nee, Blender !" schrok Nita.
"En die Sacha en de anderen ?" vroeg Lou gespannen.
"Die kunnen geen kwaad meer aanrichten."
"Galtur, Mon is dood."
"Ik weet het meisje, ik was er bij, dat is voor later, nu moeten we hier heelhuids zien uit te komen."
Mo glipte langs Galtur uit de cel en ging op verkenning in de gang. Zijn ogen waren gewend aan het donker en in een mum van tijd was hij terug bij de anderen.
"Alles veilig hier," fluisterde hij.
"Ok Mo, luister vrienden, ik zal voorgaan en bijlichten indien nodig. Boven is er licht en de buitendeur is geopend. Eens uit de Bunker rennen, rennen, rennen. Verberg jullie in het bos, dat is de zwakke plek van Blender en wacht op de politie, die kan hier elk moment arriveren."
"En wat als we hem tegen het lijf lopen ?"
"Dan heb ik dit Nita," Galtur toonde de Mantis.
"Mogen wij ook een wapen ?" Lou stak haar hand uit.
Galtur aarzelde maar hij wist dat hij met Blender geen risico's mocht lopen.
Hij prepareerde twee Tasers voor de jongens en Lou kreeg de Glock.
De afgenomen pistolen van de twee Russen en de revolver van Sacha bleven in de zijzakken van zijn jas.
Muisstil slopen ze met hun wapens in de aanslag naar de eerste trap.
Die werd probleemloos genomen. Ze hadden bijna de tweede trap naar het verlichte gelijkvloers afgewerkt toen het mis liep. Galtur zag hem het eerst, althans de reusachtige schaduw die hij afwierp boven het trapgat. De Farinees bukte zich en maande zijn vrienden aan hetzelfde te doen. Hij zette zijn hoed af en kroop naar de bovenste tree. De reus bevond zich een kleine vier meter van hen vandaan naast de ingang die hij met zijn enorme lijf blokkeerde. Hij speelde met een lange knuppel en wachtte hen schijnbaar op.
feedback van andere lezers- joplin
wel potdomme, nog een hindernis, komaan Galtur nog één truk!!!
xx diomedes: misschien...danku Joplin - Wee
Super!
x diomedes: Danku Wee
|