< terug
18. Kamperen houdt dus risico's in...
De zwartharige jongen bleef doodstil staan, zwaar hijgend.
Hij staarde naar de duisternis van de grotten.
'Soras??'
Joke ging met bonkend hart naast hem staan : ' Jonas?'. Klonk ze echt zo benepen? Ze schraapte haar keel en probeerde opnieuw. Luider. ' Jooo-naaaaaas!!!' De duisternis slikte haar geroep in en de klanken stierven weg zonder antwoord.
Ze had hem zien verdwijnen in een massa grijze armen en benen. Schreeuwend en schoppend was hij hen te lijf gegaan, in een poging ze van de ander te houden.
Maar nu was het helemaal stil.
'Waar zijn ze?' ze begon te trillen en greep de hand van haar redder. Råvin staarde met grote ogen in de grot.
'Ik weet het niet.' Hij trok zijn hand niet los. Ze bleven doodstil staan. Roerloos in de dansende lichtkringen.
Joke slikte.
'Moeten we gaan kijken?'
Ze wist niet ofdat ze wel wilde. Råvin sloot even zijn ogen.
' Ik weet het niet.'
Hij nam een besluit, raapte een fakkel van de grond en dook de duisternis in. Hij liet haar hand niet los en ze liep onhandig achter hem aan.
En toen was er het gegil.
Een ijselijk, onmenselijk hoog gekrijs.
Het weerkaatste tegen de rotswand, vulde alle tunnels en gangen. Het was overal. Domineerde voor enkele seconden de hele wereld. Joke en Råvin bevroren. Haar hart sloeg een tel over en alle haartjes op haar armen kwamen overeind. Het was een afschuwelijk, allesoverheersend geluid en Joke wist dat ze het nooit meer uit haar hoofd zou krijgen.
Het naderde met hoge snelheid en scheurde Jokes oren aan flarden.
Nog nooit had ze zoiets gehoord.
Maar dit telde wel voor meerdere dingen deze nacht.
Haar nieuwe kennis duwde haar tegen de vochtige rotswand en ging voor haar staan.Hij sloeg zijn armen om haar schouders en samen doken ze net op tijd in elkaar.
Luttele seconden later denderden tientallen voeten langs hen heen, in die onnatuurlijke cadans. Ze sleurden iets mee dat heel hard gilde.
Na een korte eeuwigheid stierf het gegil weg en keerde er een vredevolle stilte terug in de tunnel. Joke en Råvin kwamen bibberig overeind. Ze staarden naar de leegte waarin het geluid was verdwenen.
'Hé, wat hulp zou handig zijn.' Geschrokken draaiden ze zich om. In het flakkerende licht van Råvins vuur stonden er twee gebogen figuren.
'Jonas!' Joke rende naar voor. Jonas strompelde langs haar heen, naar het licht. De andere jongen moest min of meer meegesleept worden.
Råvin ademde uit, voor het eerst in minuten leek het wel. ' Help hem zo goed je kan, ik ga kijken of er Rimpelaars zijn achter gebleven. En wie ze in hemelsnaam mee hebben als het niet één van ons is.' Hij schudde ongelovig zijn hoofd en rende, zonder naar zijn vriend te kijken, het gangenstelsel in. Joke kreeg een heel akelig gevoel. Ze had een heel goed idee wie daar zo had gegild. Ze had het plots ijskoud.
'Joke, wat hulp, alsjeblieft.' Jonas stond op het punt om in tranen uit te barsten. Hij sleurde aan de blonde jongen om hem overeind te houden.
'Leeft hij nog?'
'Jaja, hij is nog heel.'
'Misschien moet ik eerst wat van die vuurpotten bij de ingang zetten?'
'Slimme meid.' Ze babbelden door, snel en overdreven luchtig om maar niet stil te moeten staan bij datgene wat zonet was gebeurd.
'Jonas?' Haar vriend zat in het vuur te staren, zijn handen voor zijn gezicht geslagen.
'Sttt, Joke, niets vragen.' Hij haalde diep adem. ' Ik denk dat ik iets heb gedood vannacht en ik wil er nooit meer aan denken. Ik ga het nu uit mijn geheugen wissen.' Joke zweeg.
Ze krabbelde overeind.
De blonde jongen zat met zijn rug tegen de muur, buiten de vuurkring, daar waar Jonas hem had neergezet.
Hij was nat van het zweet en zijn gezicht was zo vuil dat alleen de ogen nog zichtbaar waren. Hij trilde over zijn hele lichaam en probeerde moeizaam overeind te komen.
Joke ging er schoorvoetend naartoe en stak haar hand uit.
Dankbaar greep hij die en liet zich overeind trekken.
'Ooooo,' hij snakte naar adem en bleef doodstil staan. Joke durfde bijna geen adem halen.
'Het spijt me, het spijt me, ik wilde u niet…' Hij maakte een soort hikkend geluid en het duurde enkele seconden voordat ze doorhad dat hij lachte.
'Gewoon naar het vuur, meisje.' Mompelde hij. ' En als je dan nog water wil brengen, dan ben ik je heel dankbaar.' Jonas reageerde eindelijk, ook al lag de afschuw nog op zijn gezicht. Hij smeet haastig enkele dekens op de grond en jongen ging met een zucht van verlichting zitten.
Joke vond de waterzak en sleurde die tot bij hem.
'Laat mij maar kijken,' Ze trok haar eigen truitje uit, het enige min of meer propere kledingstuk in heel de ruimte en maakte de stof nat.
De jongen ontspande en Jonas keek haar met hernieuwde belangstelling aan. Joke voelde zich plots heel erg nuttig.
De schade viel mee.
Hier en daar wat ferme klappen gehad. Iets had geprobeerd een hap uit zijn arm te nemen en hij had een ferme tik tegen zijn hoofd gehad, wat zijn duizeligheid verklaarde. Maar alles zat nog op zijn plaats, hij leek niet direct iets te missen en hij zou niet onmiddellijk doodbloeden.
'Jullie gaan me nu niet oppeuzel?' Hij keek hen met zware ogen aan. Joke staarde hem verbaasd aan, niet zeker ofdat ze het goed begrepen had.
'Wat?'
Hij glimlachte en ging op zijn rug liggen.
'Mooi zo, dan ga ik slapen. Zeg maar aan Råvin dat hij de rest oplost.'
feedback van andere lezers- ivo
grappig mooi - tienerverhaalachtige wendig catharina: oeie, dan hoop ik stiekem ( tegen beter weten in) dat ik het beter doe dan de 'cross-over' sectie in de bib... - doolhoofd
Uit je geheugen wissen... alsof hij een computer was... catharina: Als je je maar hard genoeg concentreert...
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen. Totale score: 4Uitstekend: 2 stem(men), 100%Goed: 0 stem(men), 0%Niet goed: 0 stem(men), 0%totaal 2 stem(men)
|