< terug
Maneki Neko
Hoofdstuk 3
Verscholen onder zwaar afhangend groen lag Tuinwijk nummer zes. De blauwe regen trachtte de kleurloosheid te doorbreken. Het leek een zielige poging. Dit weer paste beter in oktober dan in mei. De Tuinwijk bestaand uit eentonig grijs beton had al zo'n troosteloze uitstraling. Enkel het huis met de blauwe regen was opgetrokken in rode baksteen, twee verdiepen hoog en een zadeldak. Vooraan op het gazon stonden twee gemeentewerkers voor een grote halfvolle vrachtwagen, gevuld met afvalzakken. Op de voorgrond stonden een man en een vrouw gebogen over een koffer.
'Johannes en Pascal doen het buurtonderzoek, zodat we straks weten wie en wat hier heeft gespeeld. Marc, jij trekt foto's buiten. Alex, jij volgt ons naar binnen,' commandeerde Mateo.
Morgane volgde haar nieuwe chef. De man bij de koffer gaf haar een witte kiel en schoenbeschermers.
'Chris Buyschaart, patholoog en mijn vrouw Dorien Vanbrabant, antropologe,' stelde hij hen beiden voor.
'Morgane Saenen, nichtje van Pascal,' zei ze en keek wat beschaamd naar haar voeten. Ze kon de witte kiel toch niet in het openbaar aantrekken.
'Als je hier komt werken kind, nooit een rokje aandoen,' adviseerde Chris vaderlijk bezorgd,'Kruip maar in de zwarte bestelwagen.'
Een aanbod dat Morgane niet afsloeg. Eens ze haar witte kiel aan had, nam de innerlijke spanning bij haar toe. Haar hart sloeg in haar keel.
'Wat er ook te vinden is, hoe spooky het er ook uitziet. Jij gaat niet over je nek, want daar zitten ze op te wachten.' Nadat bemoedigend zelfgesprek stond ze enkele minuten later naast Mateo. Een gemeentewerker passeerde haar met vuilniszakken in de handen. De stank die de man vergezelde, was penetrant. Uit veiligheidsoverweging nam ze haar zakdoek, spoot er wat deo op en hield dat voor haar mond. Het deo luchtje was al net zo sterk, waardoor ze hoestte. Mateo ging haar voor het huis binnen. Hoe kon een mens zo leven? Stapels huisvuilzakken vulde een vierkante ruimte. Een rat schoot haar voorbij. Morgane rilde. Als hoofdinspecteur had ze veel dingen gezien en geroken, maar dit sloeg alles. Geen wonder dat er stapels klachten over dit huis waren binnengekomen bij de wijkpolitie. Een gemeentearbeider liep naast haar door met achter zich aanslepend een blauwe koffer waaruit bruine smurrie droop. De indringende stank van ontbinding deed haar discreet kokhalzen in haar zakdoek. Ze zag toe hoe Mateo met moeite over een berg vuil klom om tot bij een kast te komen, waarvan ze vermoedde dat het een wandkast betrof die in betere tijden het mooiste meubelstuk van deze kamer was. Hij trok de deuren van het bovenstuk open en deinsde achteruit. Hevig kokhalzend sprong hij over de berg vuil, liep haar voorbij naar buiten. Daar ging haar chef over zijn nek. Morgane grinnikte en dacht, 'Ben niet de eerste.' Slijmerige slierten hingen aan de deurtjes van de kast en bengelden langgerekt naar beneden. De stank dreef iedereen naar buiten. Daar zoog zij haar longen vol met frisse zuivere lucht. Haar wachtte de moeilijkste taak ooit. Dit target vinden voor hij opnieuw toesloeg. Een schrille fluittoon weerklonk. Een teken dat men weer verder ging met het opruimen en het onderzoek. Na een diepe inhalering van frisse lucht ging ze terug het storthuis binnen. Aan de voordeur diepte ze haar zakdoek uit haar witte kiel en deed hem voor haar mond. Ze wendde nooit aan de stank. In het diffuus licht van de inkomhal ontwaarde ze een trap. Iedere trede kraakte onder haar nochtans licht gewicht. Hoewel de treden niet nieuw waren, oogden ze niet versleten. Waarschijnlijk lag er een holle ruimte onder gelegen. Dat vermoedde joeg haar sneller naar boven. Bovenaan de trap had ze haar Megglight nodig. In de felle lichtbundel dwarrelde stof. Het behang hing half van de muren. de witte vlakken van de bepleistering vertoonde zwarte vegen. Het visitekaartje van slecht onderhoud en verval. De eerste kamerdeur aan haar linkerkant was in een ver verleden beige geweest. Op spinnerag na was de kamer leeg. Aan de tweede deur bleef ze staan. Op iets wat lang geleden diep zwart gekleurd was geweest, kronkelden witte maden. Met haar voet schopte ze tegen de deur. Een wolk aaseters deden haar struikelen over het matje. Ze knalde tegen de tegenoverliggende deur, die haar val niet brak. Met een flinke smak kwam ze tegen een rek aan dat gelijk kantelde en de inhoud over haar heen kieperde. Ze werd bedolven onder langgerekte slijmerige slierten van ontbindend vlees. De tête à tête met een half vergaan hoofd deed haar over haar nek gaan. Dit ging haar een flinke uitbrander opleveren. Als rechercheur een plaats delict compromitteren werd als een doodzonde beschouwd. Kokhalzend riep ze om Mateo. Onder zijn forse stop kreunde elke trede. Het kwetste de trap. Eens Mateo bij haar stond, zag ze dat er iemand van het technisch team bij was. De pretlichtjes in diens ogen verrieden een zeker leedvermaak. Het gezicht van Mateo stond op zwaar onweer. Hij trok haar mee, waarbij ze elke trede miste en op haar zitvlak belandde. Hij nam haar op en droeg haar naar buiten.
"Je hebt tien minuten om je om te kleden, daarna ga je Pascal zoeken en help je mee met het buurtonderzoek."
feedback van andere lezers- GoNo2
Blij dat je terug bent, nu kom ik zeker ook terug! Ghislaine: Als het kan, blijf ik dit keer voor lange tijd
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen. Totale score: 2Uitstekend: 1 stem(men), 100%Goed: 0 stem(men), 0%Niet goed: 0 stem(men), 0%totaal 1 stem(men)
|