Volg ons op facebook
|
< terug
Engeland
De kerst naderde en ik wilde mijn vriend Allen Cox verrassen met een bezoek. Allen nam in de wintermaanden zijn toevlucht in Engeland na een lange zomerperiode van het organiseren van zeiltochten voor rijke Amerikanen op de Middellandse Zee.
Ik moest flink doorpezen om op een acceptabele tijd in Sherbourne aan te komen, wat me waarschijnlijk niet zou lukken. Ik besloot om in Oxford een hotel te zoeken om te overnachten.
Kerstavond 1990 en dan een hotel zoeken in een stad waar je helemaal niet bekend bent, valt niet mee, ik had er drie gehad en ze zaten allemaal vol.
Bij de laatste stop liet ik een receptioniste een hotel bellen waar ze misschien wel een kamer voor me zouden hebben en dat lukte. Na een heuvelachtige rit met tal van slingerweggetjes kwam ik aan bij 'The Victoria Inn'. Een werkelijk schitterend met witte pleisterlagen bedekte muren, mooi verlicht hotel. Met een receptie waar drie mooie meisjes in smerig bruine uniformen mij gelijktijdig 'good evening' toelachten.
Ik vertelde een van hen dat mijn komst al door een collega van een ander hotel was aangekondigd en ik heel graag een kamer voor de nacht wilde.
'Alleen de bruidsuite is nog vrij, mijneer' en ze moesten alle drie een beetje giechelen. Ik wilde er een grapje over maken maar bedacht me gelukkig net op tijd.
'Nou dan zit er niets anders op dan mijn intrek te nemen in de bruidsuite'.
Het was werkelijk een zeer comfortabele, smaakvol ingerichte kamer waarbij veel gebruik was gemaakt van donker eiken meubilair en gebloemd behang met dito beddengoed, een riant bed en een nog grotere jacuzzi, een royaal bevoorrade minibar, verse bloemen en een scala aan thees en koffies, met een waterkoker, hier kon ik de nacht wel doorbrengen. De kamer was gelegen boven de ingang van het hotel die bestond uit een glazen entree waarop een met lichtjes versierde kerstboom was geplaatst, pal voor mijn raam.
Het waaide nogal en de kamer leek wel een discotheek, doordat hij werd verlicht door de heen en weer waaiende bonte kleuren uit de kerstboom. Al blij met een bed maakte ik hier geen bezwaar tegen, want je kunt moeilijk iemand op kerstavond het dak op sturen om een boom te laten verwijderen.
Tot mijn verbazing kwam de mooiste van de drie receptionistes aankloppen met een fles rode huiswijn in haar hand, mijn dirty mind speelde direct op, maar het bleek een vastgebakken gebaar waarmee men de bezoekers van deze kamer wilde imponeren. Toch zal het wel de nodige hilariteit bij de dames beneden hebben gegeven, dacht ik zo.
Op de vraag of ik nog iets kon eten kreeg ik als antwoord dat het restaurant was afgehuurd door een gezelschap, maar bij de receptie konden ze mij wel helpen aan een paar adresjes van goede restaurants elders in de stad.
Eerst even Allen bellen dat ik morgen bij hem op de stoep sta en of dat überhaupt wel uitkomt, want niet iedereen staat te wachten op visite op eerste kerstdag.
Het kwam allemaal zeer beroerd uit. Hij verkeerde juist nu in een enorme huwelijkscrisis. En het bleek zo ernstig, werd me verteld, dat zij deze kerst de kinderen zouden informeren en proberen uit te leggen hoe zij de knoop zouden doorhakken. We spraken af dat ik tweede kerstdag nog eens zou bellen.
Het was redelijk laat geworden toen ik terug kwam van een Indiaas eethuisje waar ik voortreffelijk had gegeten. In de hal van het hotel had zich op de trap een koor opgesteld dat kerstliederen ten gehore bracht voor het gezelschap dat het restaurant had bezet. De leden van het koor hadden zo'n typisch papieren hoedje op, wat men in Engeland placht te doen rond kerst, een afschuwelijk gezicht vond ik het. Op deze manier leken het wel leden van een josti-band.
Als een magneet werd ik naar de bar getrokken waar ik mij de Franse cognac goed liet smaken, totdat het koor, ondertussen klaar met het gezongen woord, zich ook de dorstige kelen in de bar wilde smeren.
Tijd om de jacuzzi op te zoeken maar niet voordat ik nog voor een nacht de kamer had verlengd bij de nachtportier, die ongevraagd een heel verhaal over Holland ging afsteken waar hij twintig jaar geleden ooit eens was geweest en dat hij het zo erg voor mij vond dat ik in mijn eentje de kerst in een hotel in Engeland moest doorbrengen.
Toen ik hem zei dat het voor hem waarschijnlijk erger was om niet bij zijn gezin te kunnen zijn met kerst, kreeg ik 's mans hele levensverhaal te horen. Ik kapte het gesprek af om meer dan een uur in de jacuzzi te verblijven en om daarna op het immense bed te ploffen totdat ik om elf uur werd gewekt door de huishouding.
Het ontbijt was al afgelopen, dus zocht ik mijn heil in de lounge met een kop koffie en een oude NRC die ik wel had meegenomen maar nog niet had gelezen. De middag zou ik gaan besteden om de stad te verkennen met behulp van wat foldermateriaal van de balie, boven aan het lijstje stond de universiteit van Oxford en nog niet wetend wat voor avontuur mij dat zou brengen ging ik gewapend met een fotocamera, lopend op zoek.
Dicht natuurlijk met kerst, alleen de fraaie binnentuin was geopend van dit mooie complex, zelfs de kapel was gesloten. Ik liep door en ontdekte in een nis een zware deur die mij toegang verschafte tot een donkere hal met links en rechts een brede trap, ik besloot de linker trap te nemen. Het zag er allemaal prachtig uit en aan de bouwstijl te zien moest het ongeveer in dezelfde periode zijn gebouwd als het hotel. Allemaal hoekjes en gaatjes verbonden door trappen en hoge doorgangen, het leek waarachtig wel een doolhof.
Soms kwam ik langs een vertrek dat verdacht veel leek op een woonkamer, wat achteraf ook zo bleek te zijn. Steeds dieper werd ik het gebouw binnen geloodst, en ik was nu echt de weg naar buiten kwijt, nergens kon ik een bordje ontdekken dat me zou kunnen helpen de uitgang te vinden.
Voor de derde keer kwam ik langs de zogenaamde woonkamer en besloot naar binnen te gaan om een telefoon te zoeken, want ik zag een telefoon als enige oplossing. Een wand van de kamer gaf door de hoge ramen uitzicht op de tuin met rechts de kapel en een eindje verder de nis met de deur waardoor ik naar binnen was gegaan. Een andere wand was volledig bedekt door een enorme boekenkast met glazen deuren die de boeken moesten beschermen tegen het stof.
Verder stond midden in de kamer een grote lederen bank en drie rookfauteuils op een vierkant Perzisch tapijt. Tegen een andere wand was een breed dressoir neergezet met daarop een grote hoeveelheid drank, aan de muren hingen oude portretten van statige mannen die hier wellicht ooit professor waren geweest en me op een zeer strenge manier aankeken vanonder hun bizar grote wenkbrauwen.
Door het raam zag ik een vrouw in de tuin lopen en ik tikte op het raam, het glas was zo dun dat ik niet echt hard durfde kloppen. Ze hoorde het niet en liep door naar de deur die ook mij dit doolhof had binnengelokt.
Er zat niets anders op dan maar een drankje van het uitnodigende dressoir te gaan nuttigen en even te overdenken hoe het verder moest. Uit een karaf schonk ik mij een whisky in, in een kristallen tumbler en nippend aan het brandende goedje begon ik langs de boekenkast met mijn hoofd schuin de titels op de ruggen van de boeken te lezen.
'What in earth are you doing,' klonk het vanuit de deuropening, 'is that you Robbins? I'll expected you this evening.' Een charismatische man van in de zeventig stond me aan te kijken met een flauw glimlachje, ik besloot me maar niet voor Robbins uit te geven en hem vriendelijk te vragen hoe ik bij de uitgang kon komen, hem in mijn beste Engels proberend duidelijk te maken dat ik een gewone Zeeuw uit Holland was en niets van kwaad in de zin had.
Hij moest hard lachen waarbij hij zich verslikte en in een geweldige hoestbui los barstte, waarbij hij naar mijn glas whisky wees.
'Do me one of that, please.' Ik schonk de man ook een bodempje in en na een slok was hij weer boven Jan. Ik verontschuldigde me meerdere malen en begon mijn verhaal tegen hem af te steken hoe ik hier verzeild was geraakt, terwijl mij op het zelfde moment beelden van een aflevering van de TV- serie van inspector Morse mijn hoofd binnendrongen.
'Do sit down, do sit down.' Oké ik ging in een van de fauteuils zitten en liet hem aan het woord. Ik begreep dat dit soort taferelen wel vaker voorkwamen. Nu met kerst was de conciërge vrij en daarom besloot men om alle deuren op slot te doen op een na, die ik toevallig had ontdekt.
Hij besloot mij naar de uitgang te brengen die verdacht dichtbij was en na een ferme handdruk en elkaar een goede kerst te hebben gewenst, stond ik weer buiten op de uitgestorven straat.
Al met al was ik tweeënhalf uur binnen geweest en ik heb er een paar mooie foto-opnames aan overgehouden.
Tijd voor het avondeten, maar eerst een drankje in de bar waar men mij vertelde dat het restaurant wederom was volgeboekt door hetzelfde gezelschap als gisteren. De barkeeper zou wel even met de restaurantmanager overleggen en zowaar kreeg ik een minitafeltje naast de keukendeur toegewezen.
Weer uitgebreid in bad en alvast mijn tas ingepakt want deze twee overnachtingen kostten me een slordige 300 pond. Bij de receptie meldde ik mij af en vroeg een meisje alvast de rekening op te maken die ik zou betalen nadat ik het ontbijt had gebruikt.
In de hal belde ik Allen, ik kreeg zijn vrouw aan de lijn maar al snel stond hij me te woord en vertelde me dat ik naar zijn boot in de jachthaven van Bournemouth moest gaan waar hij over twee uur ook naartoe zou komen.
Inmiddels was de harde wind tot stormkracht toegenomen. Dat wordt lekker wanneer ik morgen weer naar Holland moet vertrekken, dacht ik. De snelweg naar Bournemouth lag bezaaid met takken en rotzooi. Onderweg hadden twee flinke aanrijdingen plaatsgevonden waardoor ik alles bij elkaar twee uur in de file heb gestaan, maar eenmaal aangekomen aan de kust kon ik de'September' van Allen snel vinden.
Op de 'September' had ik jaren als kok-matroos gewerkt, alles tegen kost en inwoning, dus zodoende telkens een gratis vakantie gedurende twee maanden per jaar in het naseizoen. We bespraken de ellende van en over elkaar en daar deden we de hele dag over, om gelijktijdig een flink gat te slaan in de voorraad bijzondere Franse en Italiaanse wijnen die Allen altijd aan boord had. We bleven tot diep in de nacht doorpraten en besloten op de 'September' te overnachten. De volgende ochtend zijn we naar de boulevard gelopen om een ontbijt te nuttigen als afscheidsritueel.
Het zou bijna een jaar duren voordat we elkaar weer zouden zien en beloofden elkaar te schrijven of te bellen. Op naar Harwich om de oversteek naar Zeeland te maken, de reis verliep tamelijk rustig ondanks het zware weer en in het casino heb ik en passant nog een klein deel van de kosten van mijn kortstondige verblijf in Engeland terugverdiend aan de blackjack-tafel.
feedback van andere lezers- ERWEE
Knap beschreven verhaal, met zelfs enige spannende momenten er in.
Paar herkenbare elementen ook: de Josti Band heb ik een keer zien optreden in real, in Bournemouth staan mijn voetzolen ook in de grond gegrift.
Even deze:
Ik flink moest doorpezen
ik heb er een paar mooie foto opnames => fotoopnames
En deze zou ik in drie apârte zinnnen zetten. Komen de details beter in the picture:
Na een heuvelachtige rit met tal van slingerweggetjes kwam ik aan bij 'The Victoria Inn', een werkelijk schitterend met witte pleisterlagen bedekte muren, mooi verlicht hotel, met een receptie waar drie mooie meisjes in smerig bruine uniformen mij gelijktijdig 'good evening' toelachten.
remy: Veel dank, ERWEE, zal hier en daar wat aanpassen. - cehadebe
Je weet het al, dit zijn mijn favorieten remy: Heel veel dank voor het lezen C. - SabineLuypaert
(smile) heb hier met een bodempje wijn van genoten zie remy: Proost! Dank je wel Sabine. - Gaya
Weer een boeiend geschreven stukje van jouw hand.
Gaat lekker he? :):)
Gr. K@rin remy: H??, dank je K.
|