writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

*Clandestien* - 20. de doos van Pandorus

door Vansion

Het was noen en warm. De stilte droeg de zomer stampvoetend in haar schoot. Ze wachtten samen voor het raam, zij en Rien, uitkijkend over de wereld, totdat buiten bij hen binnenkwam. Buiten, het buiten, de anderen, een ander, de ander, Lennart. Hij kwam op uitnodiging. Hij zou welkom zijn. Hij was verwacht.
Zijn vuurrode alfa liet zich parkeren voor het huis, als op eigen erf. Hij stapte uit en wuifde, jongensachtig, met een overmoed die ogenblikkelijk een grote hap beet uit haar gastvrijheid. Hij toverde een veel te bont gekleurde zak uit de klinische netheid van de binnenkant van zijn wagen en zwierde er mee, zwierde het portier dicht, zwierde zijn lange elegante overjas richting voordeur, zwierde het gestileerde gebaar van zijn hand naar de deurbel. Rien keek haar aan met een niet mis te verstane boodschap: jij bent de gastvrouw en niet ik. Ze gehoorzaamde haar dochter. Ze speelde haar rol. Ze maakte de deur open, begroette hem met een kus, nam zijn dure jas aan, vertrouwde deze zorgzaam toe aan een kleerhanger die ze tevoren had klaargelegd en wees hem de weg naar de plaats waar ze hem had willen ontvangen, ook woonkamer genoemd. Hij speelde niet de gast. Hij eigende zich de rol toe. Zonder blikken of blozen.
- Dag Rien.
Rien speelde meesterlijk
- Dag meneer.
Ze bood hem beleefd haar handje aan dat duidelijk moeite had de afstand te overbruggen van meneer tot de Lennart die hij dacht te zijn.
- Je weet toch hoe ik heet hè, Rien? Zeg maar Lennart. Meneer klinkt veel te stijf.
Rien knikte en schikte zich onwillig in het patina van valse vertrouwelijkheid. Ze gunde hem niet meer dan een verstrooide blik.
- Ik heb iets voor je meegebracht, een geschenkje.
Hij haalde een soort hoedendoos uit de zak die Rien aannam met een lichte verbazing die toch haar onverschilligheid niet helemaal verdrijven kon. Lennart stond te geuren naar aftershave en tevredenheid. Rien plaatste de doos op de grond voor zijn glimmende schoenneuzen die zachtjes gromden. Ze lichtte het deksel van de doos en stond plots met een pop in haar handen. Ze bekeek achtereenvolgens de pop, Lennart en haar, gastvrouw. Het kind viel pardoes uit haar rol. Ze was op alles voorbereid. Maar een pop had ze nooit eerder vastgehouden. Ze wist niet hoe het moest. Ze had hulp nodig: een bemoedigend knikje van een ceremoniemeesteres die zijn uitwerking niet miste.
- Dank u, meneer Lennart, dank u voor de ... pop.
- Die pop wil graag je vriendje worden, zei hij, ken je een mooie naam?
- Lennart.
Ze had zich in haar antwoord duidelijk herpakt. De pop was uitgepakt. Maar bleef van hem, bleef hem, netjes in zijn naam verpakt.
- Dat gaat niet, zei Lennart-the-one-and-only, het is een meisje, Lennart is een jongensnaam.
- Lennie dan, zei ze met vaste stem, je hebt gelijk, ik zie dat het een meisje is.
- Nu heb je een vriendin die je overal mee kunt nemen. Zelfs tot in je bedje. Je zult nooit meer alleen zijn.
Ze wisselde een blik van verstandhouding met haar dochter, klinkvast en twijfelloos. Lennart en niemand hoefde te weten dat dit huis maar één bed rijk was en dat ze er elk hun plek in hadden waar ze elk op hun eentje en op hun manier hun eenzaamheid verdroegen. Lennart keerde zich naar haar. Er lag een gemelijkheid in zijn blik die hem mijlenver wegdreef. Ze wist terstond wat hij zou zeggen. Precies dat wat ze niet wou horen.
- En jij ook niet, als je mijn geschenk aanvaardt.
Er stak een tweede hoedendoos in de zak. De doos van Pandora, of beter Pandorus. De doos die haar beroven wou van haar alleenheid. De doos die nog verborgen hield wat Rien weg wou duwen, weg van haar plekje in het gedeelde bed. Ook een pop? Een pop in de plaats van haar spiegel, een pop in de plaats van haar klankbord, een pop in de plaats van al haar uitgesproken en opgeschreven clandestiene woorden, een pop die haar tot een schaduw maken wou van wie ze was? Dacht hij op die manier zijn plaats in haar bed te veroveren? Dacht hij een pop te gelasten met het voorhoedegevecht? Ze nam de doos aan en maakte de strik los. Misschien zat er in de doos enkel maar een strik of een ring. Ze opende het deksel. Er stak een omslag in die ze bedaard in haar linkerhand nam. Met haar andere hand plaatste ze snel het deksel op de doos.
- De hoop blijft in de doos, zei ze binnensmonds, in de doos van Pandorus.
De omslag was van een ingetogen stijl, een soort gelaïciseerde rouwbrief. Er staken drie vliegtuigtickets in met bestemming Cairo en een brief van een reisbureau. Ze las de brief diagonaal. Ze begreep dat Lennart haar een reis cadeau deed, een reis met zijn drietjes. In de kersttijd. In de tijd die van het oude naar het nieuwe jaar gaat. Een soort groepsreis met speciale aandacht voor gezinnen met kinderen. Ze glimlachte neutraal naar Lennart die zwijgend smeekte om een reactie. Een reactie die uitbleef. Ze voelde niets. Ze constateerde. Ze nam op. Ze boog haar hersenen over het moment. Auctoriaal. Maar niet alwetend. Ze herlas de brief. Er waren twee slaapkamers gereserveerd in een 'huiselijk' hotel. Een huiselijk hotel. Het klonk als een armzalige contradictio in terminis. Of als een eufemistisch utopia? Waarin twee kamers. Waarin een enkel en een dubbel bed berekende haar hoofd. 3=2+1.
- Ik neem aan dat Rien haar pop moet meenemen, ontsnapte het haar, om bij haar te slapen.
Lennart stond perplex. De edele koningszoon die zich met welvoeglijke discipline nog zes maanden moest voorbereiden om de uitverkoren jonkvrouw te voet te vallen en mee te tronen naar de bruidssuite in een huiselijk hotel in het land van de farao's viel van zijn troon. Ze had de luister doorgeknipt, de hofcultuur ontkracht. Zijn goud was klater in haar simpele suggestie dat hij haar een geschenk gaf dat kaderde in een ingewikkeld plan met een zo simpel doel. Hij wou met haar naar bed.
- Ben je geschokt?
Zijn vraag betrad de scène als een paradox. Niet zij maar hij was geschokt door zijn eigen ingeklede platheid. En die spanning zocht een uitweg in haar vermeende onschuld. Een onschuld die al zo lang vergaan was in de wrangheid van haar abrupt afgebroken kindertijd.
- Waarom zou ik geschokt zijn?
Geen afwijzing dus. Maar meteen de doodsteek voor toekomstige halleluja's. Geen triomfbogen in Egypte. Geen met tact verwekte sluier van romantiek.
- Dan ... dan gaan we dus op reis ? Je ...
Rien spitste de oren. En redde prompt de netelige situatie van de gevallen prins.
- Gaan we op reis? Naar zee? Naar de bergen? Naar ...
- We gaan met zijn drietjes naar Egypte, beloofde de mislukte farao, naar het land van de piramides en de mummies. Maar je moet nog wat geduld hebben, Rien. We vertrekken pas als het winter is. Het duurt nog een half jaar.
Het verdict was gevallen. Er was geen weg terug. Ze zou zich laten meetronen naar een land in het noorden van het zwarte continent aan de oevers van de gulle Nijl. Ze zou zich laten opnemen in een groep van gezinnetjes met kinderen die elk jaar de relatieve habiliteit van hun eigen woning voor enkele dagen inruilen voor de huiselijkheid van een in kleurrijke folders aangeprezen hotel. Ze zou haar eigen kopkussen dat toevallig in de buurt van dat van Rien een bescheiden vrijplaatsje had gevonden in een toevallig huis in een toevallige straat in een toevallige stad in het land waar ze toevallig ook geboren was inruilen voor een door een Egyptische kamerjuf opgeklopt peluw in een door Lennart gekozen hotel, in een door Lennart gekozen stad, in een land dat in Lennart zijn hoofd drieduizend jaar was blijven stilstaan, en zich laten kluisteren in de gedwongen keuze van elke avond sex of een excuus.
- Het wordt een prachtige reis, droomde hij luidop. Een reis om nooit te vergeten. Het zal je zo goed doen eens een poos weg te zijn van tussen je vier muren.
Ze glimlachte. Hij beantwoordde haar glimlach om de hare te stelen. Blind van verlangen kon hij niet zien dat ze door hem heen glimlachte, naar de lieve goedmoedige muren van dit discrete huis dat haar haar vrijheid gunde en haar warme geheim.

 

feedback van andere lezers

  • geertje
    ADEMBENEMEND VANSION
    "Lennart stond te geuren naar aftershave en tevredenheid."
    Deze zin vind ik subliem, net zoals zovele andere zinnen.
    ECHT MOOI. welke domoren van uitgevers laten jouw schrijfsels liggen ?
    groetjes

    Vansion: Het manuscript Clandestien is nog niet goed genoeg voor publicatie, Geertje. Was mijn eerste probeersel. Twee jaar geleden... Denk dat ik nu beter bezig ben. Enfin ... zal wel zien achteraf...
  • nino_de_pino
    ik dacht dat er een drol uit de doos tevoorschijn zou komen,
    van een hond..wat een stank
    van de goede Dorus hoor je nooit meer iets..
    wat een ellende toch An, gelukkig wist zij waar ze vandaan kwam
    en wat er geweest was. Twee lange jaren.
    Groeten van nino.
  • Jean_Loeckx
    Ben blij met je repliek op geertje : "Enfin... zal wel zien achteraf..."
    (Vooral van die zes puntjes.)
    Concentreer je maar, meis, op Rdx.
    Rdx is nog niet op het droge... ...
    gg
    Vansion: Ben in gevecht met Lucifer ...
  • commissarisV
    Vooral het complot tussen moeder en dochter werkt fascinerend.Hoe jij die wisselwerking beschrijft... je zou als man schrik beginnen krijgen.
    Vansion: Vrouwen mogen nog onschuldig lijken. Ze kunnen heksen zijn ...
  • koshka
    prachtige zinnen
    in een intrigerend verhaal
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .