writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Petra van der Aa

door ERWEE

Tijdens testen op het Psycho-Medisch-Sociaal Centrum, ik spreek over way back 1965, dienden we een reeks van veertig meerkeuzevragen te beantwoorden. In rechtstreekse zin had het grootste deel van onze klasgroep 5 M J daar geen enkel bezwaar tegen. Tenslotte waren we een halve dag weg uit de eigen muffe klaslokalen en velen onder ons dachten destijds al in termen van gokken en/of speculeren. Bovendien vielen die ochtend ook nog eens de vakken Biologie, Wiskunde en Muzikale Opvoeding weg. Mooi meegenomen.

Op weer een ander blad, ons toegeschoven door de P.M.S.-begeleidster van dienst, moest er een boom getekend worden. Daar werd niet bij verteld of dat een den moest zijn, een berk, een eik, een beuk, een treurwilg, een palmboom of desgevallend een apenbroodboom. Het initiatief was geheel aan ons. Wat dat tekenen betreft moet er trouwens medegerekend worden dat mijn punten zelden hoog opliepen, te wijten aan twee linkerhanden bij dat soort opdrachten.

Aan de hand van die schets konden ze je dan enkele weken later vertellen waarvoor je qua studiekeuze in een volgend stadium van de schoolse carrière kon opteren. Daar zat eveneens alreeds een stiekeme hint aan vast, een vingerwijzing voor de toekomst met betrekking tot een mogelijke job.
Aan de ommezijde van hetzelfde blad werd er nog een vraag gesteld.
Welk beroep zou jij later willen uitoefenen?, stond er te lezen.

Op de terugweg naar het schoolgebouw hoorde ik van een aantal medeleerlingen de ingevulde antwoorden. Daar zouden politiemannen tussen zitten, een schrijnwerker, een paar dokters, een kok, een militair, een veearts, een apotheker et cetera.

Zelf was ik in die jaren nogal van het zwijgzame type en kon aldus mijn antwoord voor mezelf houden omdat ik als toekomstige baan het woord ZOT neergeschreven had.
Daar moest een staartje aan komen, vond men op het toenmalige P.M.S. Enkele weken later werden mijn ouders verzocht om een keer langs te komen in het gebouw. Dat werd een taak voor mijn ma. Zelf moest ik ook mee.

Een dokter gaf ons een inleidende uitleg omtrent de uitnodiging en expliceerde dat hij niet snapte wat ik eigenlijk bedoeld had met dat woord ZOT.
Mijn ma keek al zeer raar in mijn richting. Ik kreeg en nam het woord.
'Kijk meneer, zei ik, 'voor mij is het zeer duidelijk. De vraag was wat we later zouden kiezen als dagvulling. Ik heb toen bewust dat specifieke antwoord gegeven omdat het nu eenmaal allemaal zotten zijn die werken.'

De man tegenover ons kreeg daar binnen de twee seconden een blauw, rood, geel en olijfgroen aangelopen gezicht van. Om ten einde raad tot in zijn nek paars te kleuren. Totale onmacht deed de man naar een sigaret grijpen van het merk Boule Nationale. Dat hielp hem weer bij zijn positieven.

Ik zou het over een andere boeg moeten gooien, kreeg ik te horen. Hoe stond ik bijvoorbeeld tegenover sport in het algemeen en zwemmen in het bijzonder?, was de vraag die hij uitsprak.
'Als ik maar geen voetballer hoef te worden,' zei ik aarzelend, 'en dan dat zwemmen?... Tja...'
Beduusde, onthutste blik van verwarring was de mimiek die overheerste op het gezicht van de geneesheer.
'Het zit zo meneer,' zei ik wederom, 'ik zal eerlijk zijn: d'r is een enorme schrik voor water. Vooral als dat zwemmen in zo'n bad moet.'
'Van die schrik kan ik u wel afhelpen,' sprak de man zelfverzekerd. 'Ik kan u een paar medicamenten voorschrijven, zijnde Provicalsec voor de schoolslag, Monovadex voor de crawl, Orofuresta Plus voor de rugslag en Lumixtropide voor de vlinderslag. Ge zult zien, jongen: binnen de kortste keren gaat gij durven zwemmen als een zalm.'

Dagelijks nam ik mijn pillen en na een maand zette ik onvervaard stoutmoedig de stap. Mijn moeder wist inmiddels dat er bezijden de Eisdense Pauwengraaf een groot zwembad te vinden was. Mijn pa bracht er mij heen. Zelf ging hij op de bekende winkelstaat een pint pakken.

Ik keek naar de afmetingen van het bad. Op het eerste zicht leek mij dat een eindeloze emmer. Ik stak mijn voeten in dat water, liet mij zakken tot de knieën en botste al meteen tegen Petra van der Aa aan. Het meisje meende zich te moeten verontschuldigen.
'Kom, laten we samen een paar baantjes trekken,' zei ze dan zacht.

We begonnen er aan. Kleuren begonnen te draaien. Stilaan hing er iets boven ons in de lucht. We gingen languit aan de zijkant liggen in het gras. We aten een ijsje. Betaald met de tien franken die ik van huis uit had meegekregen.
Intussen was het mij na een paar uren reeds duidelijk: dat 50-meter zwembad zou mijn zee zijn. Mijn ma vroeg bij de thuiskomst hoe het geweest was.
'Ik ben als herboren,' was mijn antwoord. 'Voortaan wil ik alleen nog zwemmen,' sprak ik kordater dan ooit eerder.
'Was dat water dan niet te nat?' wilde ze weten.
'Dat viel best wel mee,' zei ik.

De zwemstonden volgden elkaar in razend tempo op. Immer in het gezelschap nog van Petra van der Aa. Daar kwam een eerste kus van. En na weer een ijsje stond het haar best wel aan dat ik haar rechtertietje gedurende drie seconden zeventien honderdsten handmatig beroerde.
Voor die tijd, the golden sixties, was Petra al lang niet meer onder de indruk van waarschuwingen uit de hoek van de plaatselijke pastoor, een stuk of wat nonnen of andere dorpskwezels.

Nadat het opgezette knobbeltje van het borstje verdwenen was, duwde ze mij speels de plas in, en aan de rand gilde ze aldoor vrolijk: 'Zwemmer zwem!, Vooruit zwemmer: zwem!'
En ik zwom. Zonder veel na te denken over later. Zonder last van angst of aarzeling. Boven mij was er de lucht. Om en onder mij het water. Ik zwom mij doorheen the sixties en the seventies. Mijn pa hoefde dan al lang niet meer mee. De jaren tachtig bleven enkel prachtig vanwege mijn veelvuldige bezoeken aan het Eisdense openluchtzwembad.

Petra van der Aa had ik dan al sinds vele jaren niet meer te zien gekregen. Studies, zij in Brussel, ik in Antwerpen, en haar huwelijk met een zeikertje dat ik ook nog gekend had uit mijn schoolgaande jaren was daar het uiteindelijke gevolg van. Die kerel bleek in de politiek te zijn gestapt en alzo enige Maasmechelse bekendheid te genieten. Inmiddels zwom ik mij ook doorheen the nineties. Mijlen watergenot.

Je weet bij voorbaat nooit wat de dag brengt maar toeval bestaat, zeg ik altijd. Deze zomer had ik een hernieuwde ontmoeting met de vroegere zwemvriendin. Ik stond op de zondagsmarkt en klampte daar de mensen aan met de vraag een verzoekschrift te ondertekenen als verzet tegen de sluiting van het iets verderop gelegen openluchtzwembad.

'Ik heb altijd geweten dat we elkaar ooit zouden terug zien. Ik weet nog goed hoe wij daar voor het eerst hand in hand op de ligweide vertoefden in de volle zonneschijn. Zo'n eerste kus, dat vergeet een vrouw ook niet vlug. Weet ge nog die middag dat we ons met al de andere aanwezige waterklievers rondom het bad begaven aan die polonaise? Natuurlijk teken ik dat. Met veel plezier zelfs,' zei Petra.
'Ik ben het hoegenaamd niet eens met wat die mannen van het Schepencollege daar willen ondernemen,' vervolgde ze al enigszins furieus. 'Mijn man heb ik reeds meerdere malen ferm naar zijn voeten gegeven. Dat zwembad sluiten, heb ik tegen hem gezegd, zal binnen de kortste keren het einde van ons huwelijk betekenen. Het zwembad leeg, dan is voor mij de maat vol. Dat doet de deur dicht'

'En wat was zijn reactie daarop?' vroeg ik langs mijn neus weg.
'Op zijn knieën heeft hij mij om uitstel gevraagd,' sprak Petra van der Aa. Ze vulde de petitie tegen de sluiting van het Eisdense bad in.
Die zondag, enkele maanden geleden, de zestiende augustus om precies te zijn, hij kon voor mij niet meer stuk.

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    leuk je weer te lezen erwee op WH
    ERWEE: 't Is een stuk voor een info-avond rond de sluiting van dat zwembad.
    Zeer bedankt voor de lezing!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .