writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

het duel

Over de schildknaap op het paard, de hevig bloedende ridder, een jonkvrouw die zo nodig gereed moet worden en een stel geheimzinnige ogen in het donkere bos…


Kataklop… kataklop… kataklop…
De paardenhoeven dreunden in een snelle cadans door het donkere woud. De jongen die het vurige ros bereed had de grootste moeite om het dier in bedwang te houden. Het paard was immers niet van hem, maar van zijn meester.
'Rijden…' had die laatste gezegd, toen hij hevig bloedend langs de kant van de weg lag.
'Laat mij hier achter, spring op mijn paard en rijd voor je leven, schildknaap van me. Je weet wat je te doen staat…'
De schildknaap knikte.
'En de jonkvrouw… Neem de jonkvrouw met je mee. En zorg dat ze… Dat ze…'
'Meester?'
'Zorg dat ze zeker niet…' klonk het zwakjes.
Daarna had de ridder het bewustzijn verloren.
Kataklop… kataklop… kataklop…
En dus reed de schildknaap door het donkere woud vol gevaren! Soms kon hij maar net op tijd de laaghangende takken ontwijken, vaak sloegen de dennennaalden als zweepslagen in zijn gezicht. Probeer maar eens een vreemd paard te besturen als er ook nog een meisje bij je achterop zit! Zeker als ze haar fijne armen rond je middel heeft geslagen!!!
De schemering viel al in. Het bos waar zelfs overdag een schemering hing zou nu snel veranderen in een gitzwarte brok duisternis waar het gevaarlijk vertoeven was. Want iedereen wist wat er 's nachts in het bos ronddwaalde.
'Jongen… Jongen…' klonk het tussen het gedreun van de paardenhoeven door. 'Kunnen we niet even stoppen… Ik moet zo nodig…'
'Je moet zo nodig wat?' brulde de schildknaap, zijn hoofd wat achteruit draaiend. Maar hij keek meteen weer voor zich uit, want iets had zijn aandacht getrokken… Had hij daar twee heldere ogen gezien, tussen de struiken links voor hem? Kon dat al? Zo vroeg op de avond….
'Begrijp het dan toch… Als meisjes moeten, dan moeten ze gewoon…'
De jonkvrouw achter hem schudde kleinerend het hoofd. 'Komt zeker door al dat op en neer gehots van dat paard…'
'Ah… zo bedoel je…' De schildknaap stopte, hielp de jonkvrouw van het paar af en was blij dat ze zijn knalrode kop niet kon zien door de duisternis. Terwijl de dame in de bosjes verdween, en hij trouw en dapper de wacht hield op de weg, kwam er slechts één enkele gedachte op bij de schildknaap. Hoe was hij in 's hemelsnaam in deze situatie verzeild geraakt? Gisteren, toen de jonkvrouw er nog niet was, was hij nog een gewone schildknaap geweest, bij een doodnormale ridder… En toen zij er kwam, was plots heel dit avontuur begonnen…
Waarom moet juist mij dit overkomen? dacht de schildknaap (Edric genaamd) bij zichzelf.
Ik, degene die vroeger altijd uitgescholden werd als 'slappeling' of 'bangerik'. Ik kan het niet aan, wie weet welke vijand achter dood van mijn meester zit. Maar… ik moet het doen… voor mijn meester. Wat zou er toch achter die edele vrouwe zitten? Er moet toch een reden gewest zijn waarvoor Alberd zijn leven voor haar heeft gegeven.
Op dat moment kwam de jonkvrouw van achter het struikgewas vandaan. 'Schildknaap!'
'Wat wenst u, vrouwe?' antwoordde Edric.
'Ik wil dat we nu onmiddellijk vertrekken. Ik vind het hier maar een duister oord en ik heb het gevoel dat we bespied worden.'
'Zoals u wenst, vrouwe. Maar ik ben er niet droevig om. Al van in het begin toen we het woud betraden, had ik het gevoel dat we hier niet alleen zijn. Dus… laten we maar vertrekken!' riep de schildknaap. Hij stak zijn hand uit naar de dame, die in het bordeaux gehuld was. Ze nam de hand gretig aan en werd toen naar de paarden geleid. Omdat Edric Ardend (het paard van ridder Alberd) niet vertrouwde met een nieuwe vreemde erop, leidde hij de dame naar z'n eigen paard, dat Raphaël heette. Hij had de teugels van Ardend aan het zadel van Raphaël gebonden. De schildknaap vormde met zijn handen een opstapje en hield vrouwe Elisa op het paard. Nadat ze op het dier zat, klom ook Edric erop.
Toen ze er beiden opzaten, klemde de vrouwe haar armen rond Edric's middel en die greep de teugels vast.
Plotseling klonk er uit het struikgewas geritsel. Edric gaf een ruk aan de teugels waardoor de paarden steigerden en vertrokken.
Toen ze nog geen stap gezet hadden, kwamen er van alle kanten ruiters aangereden, die steeds hun paarden aan het aansporen waren om de twee rossen van Edric en ridder Balderd in te halen. Het leek dat de paarden van de Engelse ruiters van een snel en vurig ras kwamen, want in een zeer hoog tempo, kwamen ze langzamerhand dichterbij. Ook Edric spoorde zijn paard aan, maar Raphaël kon niet sneller rijden, omdat Ardend aan hem was vastgebonden. De schildknaap vroeg - met pijn in het hart maar er was geen andere mogelijkheid - aan Elisa of ze de knoop van de teugels van Ardend wou losmaken.
Eerst twijfelde ze, maar toen hij had uitgelegd waarom ze zo traag reden, was ze overtuigd. Het was evenals Edric met pijn in het hart, toch draaide ze zich om en begon aan de knoop te trekken.
Het was niet zo eenvoudig om op een hobbelend paard een stevige knoop - zoals die van Edric - los te krijgen, maar toch… na een poos te futselen had ze het probleem eindelijk los gekregen.
Intussen waren de Engelsen het tweetal omsingeld. Edric zag het vervolg al voor zich, hoe de ruiters hen zouden gevangennemen en hen bij de Engelse koning brengen - waar ze oorlog mee hadden.
Plots schoot Edric met een schok vooruit omdat Raphaël sneller was begonnen lopen.

Na de korte afstand tussen hen en de Engelsen tot een grote kloof te maken, vroeg de jonkvrouw waar ze nu heen gingen.
'Ik stel voor dat jij me een verklaring geeft van heel deze toestand,' antwoordde Edric. 'Maar laten we eerst een plek zoeken waar we kunnen overnachten'
'Akkoord, je hebt mijn leven gered, dus je hebt het recht om te weten wat er zich hier rondom jou afspeelt. Ik heb dan thuis nooit alleen op avontuur mogen gaan omdat meisjes dat niet horen te doen, maar ik weet toch op vele plaatsen de weg. Maar eerst een slaapplaats zoeken, ik denk dat ik er wel eentje weet. Kom, laat mij rijden!'
'Ja, vrouwe.' De schildknaap gaf de teugels van Raphaël aan de jonkvrouw en ging achteraan op de rug van het dier zitten.
'Ga uw gang!' riep hij de vrouwe toe en daarbij gaf die een ruk aan de teugels zodat het paard steigerde… en vertrok.

Een hele tijd later kwamen ze uiteindelijk op de slaapplaats aan. Het was een open vlakte zonder bomen, waar dus geen wolven of andere kwaadaardige schepsels zich konden verbergen.
Edric en Elisa zetten hun tent op en terwijl Edric een kampvuur aanlegde, gaf vrouwe Elisa het paard wat te eten. Toen het vuur laaide, haalde hij alle restjes van het eten van de afgelopen dag uit de zadeltas van Raphaël en ging terug naar het kampvuur. Nadat ze het paard gevoederd had, kwam Elisa bij Edric zitten.
De schildknaap verdeelde het proviand onder hun en terwijl hij bezig was, gaf Elisa hem iets waar hij om vroeg… een verklaring.
'Omdat de Engelsen mijn vader - hun grootste vijand - willen grijpen, willen ze mij gebruiken als lokaas. Maar ik ben kunnen ontsnappen en ridder Balderd had mij gered en onderdak gegeven.'
'Maar hoe komt het dan dat ik van niks wist? Hij is mijn meester!' riep Edric vol ongeloof.
'Omdat ik hem gevraagd had dat hij niets zou zeggen. En dat deed hij dus, maar hij moest het jammer genoeg met zijn leven bekopen', antwoordde Elisa snikkend.
'Het is al goed, het was een dapper man. En jij hebt geluk dat je nu bij mij bent, ik zal je net als Balderd beschermen.'
'Bedankt, dat is lief, maar ik zou wel graag hebben dat je het niet met je leven zult bekopen, ik vind je zo veel leuker.' Edric en Elisa schoten beiden in de lach.

Plots kwam er een ridder uit het struikgewas, het was de aanvoerder van het Engelse leger en diegene die Elisa al dagen lang achtervolgt.
'Goedenavond, dame en heer. Jongeheer, zou je alsjeblieft uit de weg willen gaan?' vroeg de Engelsman met een vriendelijke stem toen Edric voor Elisa ging staan.
'Nooit! We hebben je plannetje door! Jij wil haar vader de dood aanjagen, maar om hem te krijgen neem je zijn dochter als gevangene! Ik zal je haar nooit laten meenemen, ik zal haar verdedigen zelfs als de dood voor de deur staat!' riep hij woedend.
'Ik heb de orders haar levend gevangen te nemen, maar ze hebben er niet bij gezegd dat ik haar bewakers niets mag doen. Dus je hebt nog één kans om er levend van onderuit te komen', waarschuwde de man.
'Vergeet het maar!' Edric greep het gevest van zijn zwaard beet en trok het uit de schede.
De Engelsman nam net als de schildknaap zijn zwaard uit de schede en sloeg het met alle macht tegen dat van Edric.
Het ging zo nog een tijdje door tot het duellerende duo gestoord werd doordat vrouwe Elisa plotseling het vuur doofde, waardoor het ineens pikdonker werd. De Engelse soldaat zag nu geen steek meer, maar Edric kon beter in het donker zien omdat hij er vroeger op geoefend had.
Edric maakte sterk gebruik van het gebrek van de tegenstander en kroop rond de soldaat heen en bracht hem de genadeslag toe en stak met zijn zwaard dwars door het forse lichaam.
De man zakte ineen en viel op de grond.
'Bedankt, vrouwe Elisa. U hebt zowel uw als mijnleven gered', bedankte Edric haar.
'Het was het minste wat ik kon doen. Jij was bezig en die Engelsman had de overhand over jou. Maar jij hebt wel de genadeslag toegebracht, hé.'
'Toch bedankt, zonder jou was het me nooit gelukt.'





Doordat ze eigenlijk elkaars leven hadden gered en heel geschikt waren als duo, bleven ze nog vele jaren samen. Ook de liefde sloeg toe bij het koppel en samen kregen ze nog een kind.









 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .