writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Kroonprins Le Roy (2)

door Dora

Stond hij daar tussen al die opgewonden mensen, als versteend. De vrachtwagen was scheef geschaard, vreemd geslipt en versperde de hele weg. De remsporen lang en grillig, de reuk van verbrand rubber kroop nog zwaar russen de mensen door en felblauwe doodsangst zinderde in de trillende lucht.

Cocks wild kloppende hart dreef in een ton met kokend vet toen de mensen in ontzetting bespraken wat ze wisten, zelf hadden gezien. Hoe de jongen niet meer bewoog, raar geknakt onder het wiel had gelegen in de immense plas bloed. Een stevige politieman strooide met een wit weggetrokken gezicht fijn zand over het ver uitgewaaierde glimmende bloed. Cock zag dat de kleur van het zand overeenkwam met het gezicht onder de zwart glimmende klep van de onthutste man ( Raoel sijpelt daar weg, tussen de klinkers, oh nee. Hij begaaft broertje, weg weg, geen gedag gezegd. Oh jeh Raoel, ze zijn verdorie uitgekomen, mijn dromen)
Zo voelde het, ze begroeven zoveel meer onder die laag wit zand, schuld en boete, dat geen woorden had.
De glimmende rood aangelopen sigarenboer vertelde dat hij was opgeschrikt door de gierende banden. Hij was zijn winkel uitgerend, er als eerste bij geweest. Hij had meteen gezien dat hij niets meer kon uitrichten.
Cocks oren deden zeer van de harde sirene toen de ziekenauto voorzichtig bij de menigte wegreed. De geschrokken toeschouwers gingen uiteen en Cock droop af, trillend van angst, moederziel alleen. De beelden die hij maakte bij wat hij had gehoord, schoten als bliksemschichten door zijn hoofd. IJskoud rillend en met een moordende mingevoelens reed hij in panisch angst naar huis. Alleen. Hij vroeg zich af of zijn ouders al op de hoogte waren en durfde toen amper de brug nog over te fietsen. Hij berekende, hoopte, bad, dat de politie inmiddels zijn ouders had ingelicht en talmde een half uur. Ooit moest hij door dat vertrouwde tuinhek, zijn ongeschonden fiets in de schuur zetten, pa en ma onder ogen komen. De staalharde verkoolde korsten van zijn loodzware geweten hielden zijn verbrande hart bijeen en Cock maakte zich sterk om zich te beschermen.
Tegen te doordringende ogen, mededogen, tegen begrip en medelijden. Tegen nieuwsgierige vragen, want hij zou, dat wist hij zeker, zijn straf nooit kunnen ontlopen. Omdat hij Raoel soms had gehaat. Heel af en toe had hij wel eens aan God gevraagd om zijn broer iets aan te doen. Maar dood? Dat toch van zijn levensdagen niet.

Natuurlijk lagen na die dag alle verhoudingen, de rituelen en vaste zekerheden in het gezin overhoop.
Ieder had, geheel onverwacht, rauwe en intense gevoelens te verwerken. Paniek, verdriet, kwaadheid op de vrachtwagenchauffeur, die het op zijn geweten had en ook het geloof in God kreeg het zwaar te verduren.
Liefdevolle mensen deden hun best te troosten. Meelevende klanten snapten waarom de winkel dicht bleef. Familie kwam van heinde en verre, uit alle continenten, om het leed van zijn ouders te verzachten. Cock leek naast zichzelf te staan en bleef onaangedaan, luisterde naar moeders wanhoop en vaders waaromvragen aan God. De antwoorden kwamen niet. Cock vertelde niemand waar hij getuige van was geweest. Men wist niet dat nog steeds de woorden door zijn hoofd galmden, die men in die kring had uitgesproken.
Het gezin werd door een zalvend zachte dominee begeleid en Cock las de troostende Donald Duck. Mensen, die intens meeleefden, aaiden hem in gedachten over zijn stille hoofd. Niemand zei de goede woorden en hij wist dat men opzettelijk zweeg over zijn zeiloren, zijn slappe wangen en onaantrekkelijke jongenshoofd.
(Later zal ik een baard laten staan, dan is mijn scheve gebit aan het gezicht onttrokken.)
In die eerste drukte rond de begrafenis kon hij zich goed onzichtbaar maken, niemand lette immers echt op hem. Wie wel zijn schichtig loerende ogen alarmerend, gek vond, hield zijn mond. Nam aan dat ze het begrepen...
De ouders hadden al genoeg te verwerken, hadden veel om handen met hun gasten en het regelen van de begrafenis. Cock stond monddood en machteloos aan de zijlijn toe te kijken, hoe zijn ouders bijna in hun verdriet verzopen en hij wilde zijn broer niet hoeven missen. Hij wond zich op over de dominee, die dacht met zijn gebeden de dood te kunnen bezweren. (De zak ziet niet eens dat ik de heerser ben over leven en dood.)
God werd in Cocks ogen een stinkende mislukkeling en die weke kwal van een dominee hemelde hem op?
Over rouwverwerking of hulpverlening had men in die dagen niet gehoord, slachtofferhulp was nog niet uitgevonden. Kroonprins Cock hoefde niet mee naar de begrafenis. Hij las, veilig weggezakt in vaders leunstoel, Suske en Wiske, de kwaden werden door de goeden in elkaar geslagen. Voor de tiende keer, keer op keer.

( wordt vervolgd)

 

feedback van andere lezers

  • manono
    Er zit een griezelige spanning in, die me al opviel in het eerste stuk. Hier gaat die spanning verder.

    Graag gelezen, Dora
    Dora: Dank je.... houdt u vast voor de volgende draaiing.
    De carrousel op de kermis. Reuzenrat Brrr.
    Ik kon er als kind al niet tegen....doldraaien, hoogte...
    Ik ben, geloof ik, te geaard...
  • Hoeselaar
    Er zit wel spanning in, maar de juiste woorden vinden in zo eensituatie is natuurlijk moeilijk

    Willy
    Dora: Dank je...
  • hettie35
    De enge spanning zit er volkomen in mooi!

    groetjes Hettie
    Dora: Het is wat, met die fantasy
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .