writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Hangende hagelslag

door Dora

Broer, mamma en ik eten tussen de middag wit brood met suiker, kaas of jam. Voor het eerst is er chocolade hagelslag en dat vind ik heerlijk. Ik kon zelf het brood al smeren maar dat mag ineens niet meer.
"Dan blijft teveel op het brood plakken," zegt mamma kortaf. Ik begrijp niets, ben nog geen vier.
Broer mag wel zelf blijven smeren. Wat logisch is, denk ik, want hij is meer dan vijf jaar ouder.

Mamma schraapt een flinterdun laagje margarine op mijn snee en drukt dat in het nieuwe hagelslagtrommetje met de gouden bolpootjes. Ik houd van het plaatje op de deksel en fantaseer erbij van de prinses, het verhaaltje dat het bovenbuurmeisje me voorlas. Van het glazen muiltje. Ik wijs naar de twee paarden op de deksel die met hoge benen hard lopen om de prinses op tijd in het paleis te krijgen.
"Mooi hé mamma? Asjepoesje in de koets" zeg ik en ze glimlacht.
Op zekere dag valt me iets op; Broers boterham is zwaarbeladen met een laag donkerbruine sjokokorrels en mamma ziet dat niet. Als zij even weg loopt doet Broer het me voor. Alle hagelslag blijft aan de snee hangen zelfs als hij het brood ondersteboven houdt en hij kijkt er triomfantelijk bij. Ik schrik, zeg dat het niet mag en hij lacht me uit. 'Kan het je niets schelen dat het dun moet?' denk ik verbaasd en de volgende dag let ik extra goed op. Jawel, hij doet een dikke laag boter op brood en daarom plakt daar zoveel sjoko in. Het blijft me boeien waarom mamma er naar kijkt maar hem niet op de vingers tikt, terwijl ik mijn sneetje bijna bloot op moet eten. Tot ik er vanbinnen boos over word en ik broei op een methode om deze oneerlijkheid aan te kaarten.
"Broer heef niet kale brood, " zeg ik na twee dagen veelbetekenend en let op mamma, die het schichtig controleert en dan zegt dat ik me er niet mee mag bemoeien. Hij krijgt geen standje.
"Want Broer doet dik maggine," waag ik het toch. Zij kauwen door, zwijgen. Met open mond staar ik haar aan. Hoe kan ze dit door de vingers zien terwijl ze altijd op mij bromt en ik bijna geen korrel krijg? Ze kijkt weg en maant me door te eten. Alleengelaten, ongehoord, zet ik muizentandjes in het halfblote brood, maar dit raadsel laat me niet los. "Waarom, mamma, mag Broer wel veel sjokopukkeltjes?" vraag ik en ze kijken beiden of ik stout ben. Mamma bromt binnensmonds dat hij een jongen is, op school zit, in de groei is en sterk moet worden. Tollende gedachten warrelen in mijn hoofd. Toch vraag ik me af of ik soms niet groot hoef te groeien en daar krimpt mijn buik van in de knoop. Dit is niet aardig!
Ik mag wel weer mijn eigen brood smeren, dat is winst want nu kan mamma zien dat ik het net zo schraal kan als zij. Toch blijft ze de snee van mijn bord grissen voordat ik hem in het trommeltje kan drukken en ik beslis in mijn hoofd: later als ik groot ben, mag ik net zoveel als Broer, oh zo, dat weet ik zeker.
"Ikke kan dunne maggine, hé mamma?" hengel ik naar een complimentje. De stilte is te snijden.
Ze doen of ik er niet ben. Als ik de boterham aan haar geef stampt ze hem venijnig in het trommeltje en kijkt me aan of ik een doodzonde heb begaan. Nogmaals bewijzen de witte plekken dat Broer van mamma meer mag dan ik. "Zie, niet veel sjokopukkies," constateer ik en weer vervliegen de woorden als ijle nevels in de lucht. Al die tijd gniffelt Broer boven zijn rijk belegde brood. Uit protest zeg ik de volgende dag dat ik suiker wil, terwijl ik het knarsen tussen mijn tanden naar vind. Mamma houdt de slappe snee bijna rechtop, zodat er heel weinig zoet aan blijft kleven van de lepel die ze er boven omkeert. Ik besluit gepikeerd dat ik sjokola en bluubent niet belangrijk vind. Ik houd toch meer van kaas, dat is zout, al weet ik heus wel dat mijn moeder daar schuifkaas van maakt waartussen veel brood te zien is. Ik let er maar niet op hoeveel bij broer op de snee wordt gedrapeerd. Ik heb geleerd dat alert zijn of ergens iets over opmerken weinig helpt en vaak boze ogen oplevert. Oneerlijk vind ik het wel.

 

feedback van andere lezers

  • bessy
    oneerlijke dingen worden door een kind glashelder gezien,
    en nooit vergeten....
    het trommeltje waar de beboterde boterham in paste, zo sprookjesachtig,
    jammer eigenlijk dat er hagelslag in zat....
    Dora: Maar er is nu toch ook een heus verhaal uitgefluisterd...dank je bessy
  • tessy
    Het moet erg zijn om als kind te merken dat het andere kind van de ouders voorrang krijgt.
    Of in dit geval van de moeder.
    Ik zou dat kleintje zo op schoot willen nemen, maar daar is ze intussen te groot voor denk ik :-)
    Dora: Ja, te groot en oud, het is het gebaar dat counts, dat voelt warm dus dank je Tess...
  • Runner
    Ons moeder was ook echt van ons allemaal en wij allemaal van haar. Dit soort onrecht kenden wij niet in ons gezin.
    Het moet wel indruk gemaakt hebben als je dit nog zo goed weet in je 4e levensjaar.
    Mooi geschreven!
    Dora: Autobiografisch geheugen vanaf 1 jaar, daar zit het in... Dank je Runner
  • elpe
    Het leven is oneerlijk hé Dora... (hihi)
    Je bracht me met dit verhaal terug naar m'n jeugd waar ik dan de ouder broer mocht zijn van mijn zusje....
    Dora: Het zou leuk zijn om jullie te vergelijken... HaHa..,< : )))
  • jan
    het hagelt, het hagelt dwars door door moeders paraplu...


    Dora: en als het hagelde had ik wel de deuken in mijn auto die ik net twee weekjes had, hoe gezellie, maar het venzde minder op mijn brood...Ik houd nog steeds niet van dik boter...en suiker knarst op brood
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .