< terug
18-De bedelaar.
Hij wandelt door de straten maar er is niemand die hem nog bekijkt.
Zijn kleren zijn al heel oud, stinken en helemaal versleten.
Op een dag hebben ze besloten de pagina van zijn leven af te sluiten.
Je ziet hem langs alle buurten lopen op zoek naar eten en drinken.
Maar door zijn trots wil hij zijn handen niet openen,
ook al is het maar een klein stukje brood.
De bedelaar die hij geworden is probeert alle afgunst te weerstaan.
Hij heeft zijn hart verloren door al deze ellende.
Onder de brug waar hij iedere nacht gaat slapen,is zijn slaapkamer geworden.
De duisternis is zijn deken en beschermt hem tegen de koude.
Dan ziet hij in zijn dromen weer zijn verleden van mooie dagen en geluk.
Het leven is heel hard voor hem geweest en tranen vloeien over zijn wangen.
Zijn hart doet zoveel pijn, want het geluk is hij voor altijd kwijt.
Ja, alles is hij kwijt, liefde, gezin, zijn huis en de warmte om hem een.
Ginds misschien nog een hond die hem trouw blijft volgen.
Deze bedelaar geboren om gelukkig te leven als iedereen,
heeft teveel trots voor medelijden en leeft nog liever in deze ellende.
Misschien heeft hij het zelf gezocht.
Maar wat zou hij nu zoeken?
Nog nooit heeft iemand deze vraag gesteld,
alleen nog maar blikken van haat en afgunst.
De onverschilligheid is groot,
want hij is vergeten en gekwetst voor eeuwig.
|