< terug
maandag 29 december 2008.
Er sluipen gestoorde poezen met jongen in half gesloopte huizen aan de rand van braak liggend terrein. Om daar te geraken moet je door een slecht verlichte gang met veel portalen. De kattenjongen gedragen zich agressief.
We wachten op het daglicht. Marcos is zo gelukkig en beschonken dat hij mij op het voorhoofd kust.
Er komt iemand met een beladen muilezel uit het gebergte. Het pad is zo smal dat de man achter de muilezel loopt. Bergopwaarts houdt hij de staart vast.
9h: Ik ga inkopen doen voor het ontbijt. Het dorp in de nevel is verlaten. Wanneer ik terug kom zitten ze aan tafel. De melk die ik mee gebracht heb blijkt slagroom te zijn en het spuitwater smaakt naar ezelpis.
14h: Marcos, kijk niet achterom. Achter u zit een beeldschone vrouw.
Aartslelijk. Net alsof ze pas bij de tandarts is geweest, zegt vuurvrouw. Ze eet zelfs met haar vingers.
Nu draait Marcos zich discreet om, steekt een wijsvinger in zijn mond en begint te schaterlachen.
Ik kan het niet verhelpen, ze blijft gevangen in mijn gluren. Wanneer ze tenslotte opstaat ziet ze er jongensachtig uit.
16h: Kijk, appelsienbomen.
Blijf er af. Dat zijn sierappelsienen!
Nu nog is haar verschijning niet vervaagd. Marcos slaapt in de zetel. Buiten is het stil, of neen, er kraait een haan. Ik had hem vanmorgen ook gehoord. De klok luidt vijf keer.
Ga je mee naar het kasteel? Het is maar een korte stijle klim. Aan de schietgaten blijven we staan en voel ik de krijgers stormlopen onder pijlenregens en pek. Beneden is een begraafplaats met plastieken bloemen zonder herfstbladeren. Ze hebben hun doden in gemetste schachten opgebaard bij gebrek aan aarde. De dorpsbewoners komen eraan.
Net voor het donker is zijn we thuis. We hebben sprokkelhout gevonden en een brood gekocht. De dames denken dat ze zweetgeur verspreiden. Ze doen een andere blouse aan.
20h30: Er roept een uil vanuit het gebergte. De houtkachel verwarmt het huis.
Ik zit buiten onder een spaarlamp te schrijven. Zij legt haar hand op mijn schouder. De hemel is mooi, zegt ze. De poezen zwerven rond. Vanop het hoogst gelegen terras kijken we naar de valleien. Het is donker, maar de bijna volle maan werpt al schaduwen op de grond. Woensdag zal ze volwassen zijn. Nu zou ik een vallende ster willen zien.
Dan kruipt vliegensvlug een dier ter grootte van een rat over de koer. Door het maanschijnsel hebben we het gezien. Terwijl we in dit gebergte ons geluk degusteren beginnen honden te huilen en roept ze: helaba.
Dan zegt ze: ik vind dat gehuil zo triest.
feedback van andere lezers- julien_maleur
aangenaam om lezen
JM warket: dankjewel - ivo
Dit doet me denken aan The Pebbles seven horses in the sky
Got seven horses racing in the sky, yeah
Wich is way too high
Smell of ozone in the air
Jockey, jockey, why ain't you up there ?
Hear the clatter of their hoofs
Exploding all around
Hidden in a ditch, I really do admire their fidget
Please don't make them look at me
Got purple horses running in a green pouring sky
Try the heat of their breath, forget the feeling being trampled down
I'll bet you ten to one, you're just too scared to have a try
Search the open field, take a poker in your hand,
You'll see they're such a gastronomes !
Seven horses in the sky
Seven horses passing by
Seven horses won't get tired
See how they running
See how they running hasty
See how they running
See how they running way up high
They don't need no feed
The only feed they need
Is my skin to heat
Pa - pa - pa - pa .......
warket: grappige link - Mistaker
Graag gelezen. De link van Ivo maakt het helemaal 'af'.
Groet,
Greta warket: Dankjewel.
|