writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

*Clandestien* - 38. apostolaat

door Vansion

De twee vrouwen stemden in en wezen haar vriendelijk een stoel aan de gedekte tafel. Een verstandige keuze, dacht ze tevreden. Ze ging zitten. De vrouwen waren ouder dan zijzelf. Grijs. Opgewekt.
- We zaten samen in de retorica, verduidelijkte de mooie fiere rijpheid recht tegenover haar, we zijn elkaar regelmatig blijven zien. Op één of andere manier zijn we verbonden. Al gingen we elk onze weg. Zij is een non.
De laatste zin had iets uitdagends. Schoolmeisjespraat. De gulle volle vrouw die aan haar rechterzijde zat glimlachte hoofdschuddend.
- Zeg liever 'nonneke', zei ze, dat klinkt tenminste lief.
- Non is een mooi woord, vindt u ook niet, mevrouw?
Ze aarzelde. Maar het gesprek boeide haar om de één of andere reden. Het onder vrouwen zijn beviel haar wel. Of was het onder schoolmeisjes?
- Soms noemen ze mij ook een non, zuster, ik heb het nooit echt erg gevonden.
De zuster die, nu haar identiteit onthuld was, fysisch waarlijk op een non begon te gelijken peilde haar blik, behoedzaam. Ze wachtte op een verklaring.
- Misschien noemen ze me zo omdat ik geen echte vrouw ben.
De zuster veranderde op slag in moeder-overste.
- Denk je soms dat ik geen echte vrouw ben?
Ze schrok. Zo had ze het niet bedoeld. De zuster, non, overste, schoolvriendin, de warme blozende bloei die waarschijnlijk meer dan twintig jaar ouder was dan zij en die haar tutoyeerde zonder dat het haar stoorde, was zonder enige twijfel een vrouw in hart en nieren. Haar verontwaardiging was echt maar ook terecht.
- Zo bedoelde ik het niet, zei ze, Ik zie dat u een vrouw bent. En wat mezelf betreft, kan ik dat ook moeilijk ontkennen.
Haar laatste zin klonk weifelend. Ze had al bijna spijt van het gesprek. Onder mannen gaat het er meestal luchtiger aan toe. Mannen kunnen hun gesprekken zo bedachtzaam uitspinnen dat ze op elk ogenblik nog elke kant uit kunnen. Dat was nu voor haar niet meer mogelijk. Ze zat in de val van de vrouwelijke list. Ze moest zich laten opnemen in dit bondgenootschap of zich met een uitvlucht excuseren.
- Als er één onder ons in die tijd een jonge vrouw was, was zij het wel, schoot de vriendin het gesprek te hulp. Dat kunt u zich niet voorstellen!
Er volgde een korte pauze. Ze nipten gedrieën van de wijn. De non met uitgesproken fijne lust. Nu was er geen weg terug. Aan dit gesprek zou ze deelnemen. Overgeleverd... opgenomen allicht.
- Weet je nog die keer toen je soeur Martha, hoe zal ik zeggen, rond je vinger draaide?
- Ik draaide haar helemaal niet rond mijn vinger. Ik sprak gewoon de waarheid en niets dan de waarheid.
Ze zei het met het soort overtuiging dat je enkel bij nonnen vindt, vrouwelijke nonnen. De pret blonk in haar ogen. Haar vriendin kon haar jarenoude bewondering niet meer echt verbergen. Ze maakte handig gebruik van de vermeende nieuwsgierigheid van de pas verworven tafelgenoot. Jong. In haar ogen. Jong van verschijning. Verwarrend oud getuimeld in een ongemeend fris gesprek. Het prachtige verhaal van een bruisende klas jonge meisjes op uitstap. Een verhaal van leven, ontluiking, dartelheid, speelsheid, naïviteit en ... jongens. Ze hadden het laat gemaakt. Erg laat in de herinnering van de groentjes. Redelijk laat in de wijze ogen van de toekomstige non. Ze hadden zich uitgeleefd, elk naar godsvrucht en vermogen. Gedanst. Gevoeld. Genoten.
Ze liet zich helemaal inbedden in het verhaal. Alsof ze er aan deelgenomen had. Een onweerstaanbare stemming van ontdekking en levenshonger maakte zich van haar meester. Soeur Martha, die in haar goedheid de begeleiding van dit nest vol duifjes op zich genomen had, lag al lang te slapen in een klein kamertje. Ze hadden de muziek wat gedempt uit eerbied voor deze bruid van God die ook hun klastitularis was. Het werd nacht en het werd morgen. Het begin van de day after.
- Ze vroeg me wat ik tot zo laat uitgespookt had, giechelde het meisje dat plots weer als een grijze zuster naast haar aan tafel zat. Je moet weten dat ik toen al een beslissing had genomen. Ik zou in het klooster gaan. Ik bereidde me daar ernstig op voor. Ik mocht bijvoorbeeld geen alcohol gebruiken. Dat heb ik uiteraard die avond ook zonder meer geweigerd.
- Ja, beaamde haar vriendin, dat is waar. Je hebt geen druppel alcohol gedronken toen. De jongens begrepen het niet zo goed. Toen heb je het verteld.
De beide danseresjes van lang vervlogen tijden werden zich plots bewust van de aanwezigheid van iemand die nog ingewijd moest worden. Ze kreeg een korte les over hoe het er aan toeging met meisjes die voor zuster wilden leren. Hoe ze het eerst aan hun beste vriendin bekenden. Hoe ze op gemengde gevoelens werden onthaald. Inzonderheid door jongens die zich op het aanlokkelijk hoofdje van levenslustige meisjes absoluut geen grijze stroeve kap konden voorstellen.
- Vertel jij het maar, hoe ze reageerde, soeur Martha.
De zuster monkelde. Er spoot iets van triomf uit haar ogen. De triomf van wie terecht gewonnen heeft. De triomf van wie applaus verdiend heeft.
- Ik vertelde haar gewoon wat we gedaan hadden. Hoe fijn het was geweest. Dat we niet enkel heerlijk gedanst hadden, maar ook gepraat. Dat ik het over mijn roeping had gehad. En dat ze allen naar mij hadden geluisterd...
Ze brak haar woorden af. Meer hoefde ze niet te zeggen. Een roeping kun je net zo min verbergen als verliefdheid. Wat al die jongeren die avond gezien hadden in het wezen van het meisje dat eens een non zou zijn, prijkte even tastbaar aan de dis als de vaas vol bloemen op de tafel. Enkel ontzag weerhield er haar nog van het even aan te raken. Ze trachtte haar ontroering te verbergen en besefte vaag dat de pointe van het verhaal nog komen moest: de reactie van zuster Martha die blijkbaar niet zo opgezet was met de onstuimige natuur van haar leerlinge.
- Wat zei ze dan, soeur Martha? vroeg ze bedeesd, in een poging wat afstand te nemen van wat meer bleek te zijn dan een verhaal.
De beide vrouwen lachten. Alle spanning viel schaterend uiteen. Ze lachte vlijtig mee alsof haar leven er van af hing. Tot plots het lachen haar verging omdat ze eigenlijk beleefd moest wachten op een reden om te lachen.
- Soeur Martha was heel diep onder de indruk, zei haar volgelinge. Dat had ze duidelijk niet verwacht. Dat we ook ernstig gepraat hadden, bedoel ik. Ze sloeg zich op de borst. Ach, zei ze, mijn Heer en mijn God, ik lag daar maar te slapen, weg van de wereld, in de armen van de vergetelheid, terwijl gij zowaar aan apostolaat hebt gedaan!

 

feedback van andere lezers

  • commissarisV
    hmmm, ja, iets minder gesmaakt dan gewoonlijk.Waarschijnlijk ligt het aan mij. Mijn familie telde veel geestelijken en ik vond dat in mijn jonge tijd nogal saai.Puur subjectief dus... dat inbedden vind ik goed gevonden. Groeten, William
    Vansion: Tiens. Mijn familie ook. Trok mij altijd aan. Tot schaamrood toe ...
  • Ghislaine
    Prima. Ik vind het jammer dat men de geestelijke uit het onderwijs heeft gehaald. Toen leerde men tenminste nog manieren en wist men respect voor meerdere. Dat is helaas...... geschiedenis.
    Vansion: Ach Ghislaine. Ik heb 5 kinderen. Wat onderwijs en opvoeding betreft ... hoe ouder ik word, hoe minder ik weet wat goed voor ze is. Maar alleszins ... gebrek aan eerbied ... is vaak het begin van het einde ...
  • Jean_Loeckx
    Geen non-literatuur, integendeel.
    Je moet maar durven hé, het over nonnen hebben,
    zonder met de hakbijl te zwaaien,
    zekert als je zo'n franke tong hebt als Vansion.

    Ik vind dit hier een moedig stuk.
    Je gaat tegen de bon ton in.
    Je laat de non fair uitspreken tot aan de absolutie.
    Geflankeerd evenwel door je gezond verstand of de vlammende aartsengelzwaarden die je commentaren altijd zijn.
    Zij geleiden de non veilig naar de uitgang van haar al te aardse paradijs.
    Het vergt moed subtiel over nonnen te spreken.

    Het is ook zó levensecht, zo vol herkenbaar, dat alleen al maakt dit stuk knap.

    Het is ook zo logisch :
    na de vlucht naar Egypte, en de handelingen van de Grote Apostel, de ter aarde daling - enkel een "effleurement"- van een Christus-bruidje.
    Het is ook zo logisch : na een marcia funebre, een adagio, een scherzo, en nu een allegro vivace. Net zoals in Beethovens Eroïca.

    PS
    Ik hield op puur talig vlak zeer van de zin :
    "Inzonderheid door jongens die zich op het aanlokkelijk hoofdje van levenslustige meisjes absoluut geen grijze stroeve kap konden voorstellen."
    Vansion: Tja. Franke tong: dat klopt, zeiden mij bazen ook al.
    Ik heb iets met nonnen. De échte ZIJN vrouwelijk. Als ik die kluwen ooit doorwroet heb, komt er een boekje van. Het zal zeker op de index staan.
  • backie
    Mooi, Vansion. Mijn tante nonneke is al jaren non-actief. Wil dat nu zeggen dat ze ganse dagen op haar bed ligt of juist heel bedrijvig is. 'k Denk het eerste, ze is tenslotte al in de negentig. Toen ik klein was heb ik haar een driemaal ontmoet. Een hele lieve, maar ' k was altijd heel bang. 'k Denk meer van dat heel kil klooster, dan van haar.
    Vansion: tja ... zo'n klooster kan ook heerlijk rustig zijn. is voor mij 'de andere kant van de heuvel' ...
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .