writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dag, Bron en...opgedeelde versie 11

door katrijn

'Ik geraak hier niet weg zonder uitleg hé.' Alle hoofden schudden nee.
'Duivelsjong!' De schreeuw rolt, hoog en opgelaten over de stille straat. Dag verstijft. En iedereen met hem. Heksenkind, duivelsgebroed…in deze beschaafde wereld worden deze termen amper nog gebruikt. Tenzij als scheldwoord. Nooit om hun ware betekenis. Er loopt een rilling over zijn ruggengraat. Niets zo gevaarlijk als een opgejutte menigte.
Als er hysterische vrouwen in het publiek zitten wordt het altijd iets moeilijker om weg te raken. Er vliegt een voorwerp door de lucht en ploft doelloos naast Dag op de grond. Het is een rugzak. Over het algemeen zijn de vrouwen, vooral de moeders van pubers, snel gecharmeerd door zijn verschijning. Maar oudere vrouwen hebben iets tegen hem. En jonge moeders. Ze houden hun baby altijd iets steviger vast, alsof hij de uks zou verorberen als ze even niet opletten.
'Vampier!' Nu gaat ze echt te ver. Dat mens heeft geen enkel idee waar ze het over heeft.
'Hela, luister eens, ik ben geen vampier. Die dingen bestaan alleen in overdreven sentimentele puberfilms. Hé, kijk uit, ja!' Hij duikt net op tijd weg voor een kei die met hoge snelheid komt aanzoeven. ' Stelletje gevaarlijke gekken. Ik heb niets misdaan, behalve doodgaan en niet dood zijn. Dat is verdomme geen misdaad!'
'Wat een grapjesmaker.' Ergens wordt er een geweer geladen. Dag verstijft.
'Euh, meneer, loodjes of kogel?' Laat het een kogel zijn, laat het een kogel zijn…
'Loodjes.' Antwoordt de verraste wannabe jager.
'Niet schieten dan, dat is zo'n miserie om ze uit mijn…' Dag probeert nog weg te komen maar de lading loden bolletjes treffen hem verrassend efficiënt in zijn buik. Hij snakt naar adem, de hitte verspreid zich door zijn lichaam en zijn hemd, Brons hemd, kleurt rood. Dag kijkt met opengesperde ogen naar de man. De vent heeft zonet op hem geschoten!
Zelfs de jager kijkt geschokt, van zijn geweer naar de schade dat het heeft aangericht.
'O shit,' Dag wankelt en gaat op de rand van het voetpad zitten. Achter hem ontploft er een bom van lawaai en herrie. Maar hij heeft alleen maar oog voor het bloed dat door zijn vingers sijpelt. Dag kan niet tegen bloed, vooral niet al het zijn bloed is. Maar dit is geen sneetje in zijn vinger. Dit zijn zijn darmen die gloeien. De pijn belet hem om flauw te vallen. Het is niet omdat hij niet direct kan sterven, dat hij het niet voelt. De schutter kijkt hem lijkbleek aan en de oudere vrouw lacht triomfantelijk. Een enthousiast, irritant hoog geluid dat al het andere overstemd.
'Je had gezegd dat het hem niets zou doen!' Iedereen roept door elkaar. Dag duizelt.
'Ik wist niet dat het geweer…' De dokter springt verward over de barricade, niet echt wetend ofdat hij nu moet helpen of niet.
'Wat doen we nu?' Het meisje dat hem hierheen lokte danst van haar ene voet op haar andere, en schudt aan de armen van de mensen rondom haar. Iedereen kakelt door elkaar en niemand doet iets. Dag krabbelt overeind. De wereld is niet eerlijk. Hij probeert zijn shirt uit te doen maar de knopjes doen moeilijk. Hij ziet alles wazig.
'Brons hemd, het is Brons hemd…ik moet zorgen dat het…' Man, kan hij tweemaal dood gaan in een week tijd?
De paniek doet zijn handen trillen, ze weten thuis dat hij er is geweest. Ze hadden hem vorige week ook zo snel gevonden. Ze zullen hem opwachten en hij zal te zwak zijn om weg te raken. Vertoeme, hij vervloekt het hele menselijke ras en hun beperkte breinen.
De tweede lading ziet hij niet aankomen. De inwoners hebben duidelijk een besluit genomen, afmaken en dumpen. Zoals je doet met een dolle hond.
Hij krijgt zelfs geen tijd om te schreeuwen.
'Groeten in de hel, jij beest.' Zijn hoofd explodeert met zo'n lawaai dat de wereld weg is voordat zijn ogen ook maar dicht zijn. Het lawaai in zijn oren is enorm.
Loodjes zijn loodjes, gemaakt om konijnen uit elkaar te rijten. Het menselijke lichaam is geen donzig konijnenlijfje. Het zijne al helemaal niet.
Dag komt enkele tellen later bij van een verzengende pijn. Vijf oktober 1875, is zijn eerste gedachte. Toen was hij ingezet als menselijke prooi bij een jachtpartijtje voor rijke jongetjes. Zeven maal hadden ze geschoten voordat hij naar huis ging. En hij had drie weken nodig gehad om al die bolletjes uit zijn lichaam te krijgen. Hij herinnert nog steeds Brons gezicht, die in hem sneed en ploeterde alsof hij een biefstuk was. Het was grauw geweest en zijn broer had in drie weken tijd genoeg 'sorry' gezegd voor de rest van zijn leven. Het was een pijnlijke periode voor hen allebei en sindsdien was hij op zijn hoede voor loodjes. Hij biepte waarschijnlijk nog als hij een luchthaven binnen wilde.
Hij komt moeizaam overeind. Op de barricade staan mensen. Met bleke, geschokte gezichten.
Het geweer is nog steeds op hem gericht maar de loop trilt. Dags longen schuren, de pijn overheerst. Hij kan niet ademen. Ze zullen hem toch niet zo laten creperen?
Doodgaan is ok, als het snel gaat. Maar zo…Hij is bang voor de pijn.
'Alsjeblieft,' iemand moest hem oplappen of van kant maken, als het maar over gaat. ' Help me.' Niemand beweegt.
'Waarom zouden we, je komt Marjolein halen. Sterf maar lekker traag en pijnlijk' Hoera voor dat vooruitzicht. 'en zeg dan maar aan je baas dat ze niemand meer moet zenden. Wij geven haar niet op.'
'Marjolein?' Dag hoest en proeft bloed. Zijn middenrif protesteert met zo'n pijn dat hij even zwarte bolletjes ziet. ' Ik ken geen Marjolein. Als zij de oorzaak is van alles, dan mag je haar houden. Heel jouw Marjolein. O…' hij zit op zijn knieën voordat hij zich kan herinneren dat hij knielde. Geschokte, verontwaardigde uitroepen.
'Hé, komaan, wij zijn geen beulen hé. Afmaken is afmaken maar hem zo met opzet laten afzien…' er springt iemand over al de rommel.
'Pas op, Thomas, hij is een…'
'Ik denk niet dat hij nu nog veel zal doen, is het niet. Hé, jongens, kom eens een handje helpen.'
'Wat ga je doen? Thomas, blijf daar weg of…' De dokter weet duidelijk niet meer wat gedaan.
'…of wat, pa? Schiet je mij ook overhoop.' De jongeman komt behoedzaam op Dag af terwijl hij de schutter in het oog houdt. ' Mark, dit is een jongen, een kind nog. Hij mag dan wel eens van hen zijn, ik ga niet toekijken hij crepeert. We zijn beter dan dat. Had je maar in één keer goed moeten mikken.'

 

feedback van andere lezers

  • Danvoieanne
    GRAAG weer gelezen ...
  • julien_maleur
    IK begin zelf de pijn te voelen.
    JM
    katrijn: Hmmm, het doel is: zoveel mogelijk miserie en ellende in 1 verhaal te proppen. Ik doe mijn best :)
  • Annelies
    wow spannend! erg voor Dag dat hij zo moet afzien!
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 5

Uitstekend: 2 stem(men), 67%
Goed: 1 stem(men), 33%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 3 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .