writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dag, Bron en...opgedeelde versie 20

door katrijn

Marcus had gelachen, gezegd dat het geen moeite zou kosten en ze hadden hun rugzakken op de kamers gezet.
Bijna voelde hij zich mens. Vijf neven op pad, zonder de vrouwtjes en kindjes, even er tussen uit…blablabla. Het was een verhaaltje waar de meeste begrip voor hadden.
Daarna waren ze naar het plaatselijke café gegaan. Het terrasje zat gezellig vol, iedereen kende iedereen, mensen kwamen en gingen.
Ze zitten daar nu in alle rust, te genieten van de bruisende sfeer als Augustin, plots wit wordt.
De vier anderen draaien hun hoofd om te zien waardoor hij zo van slag is.
Hij zit nauwelijks 2m verder.
Zich nog niet bewust van hun aanwezigheid zodat ze hem gade kunnen slaan. Marcus zet zijn glas neer en staart naar hem.
'Vast en zeker.' sist Semik, ' hij is het. Ik zou zijn gezicht zelfs herkennen als het helemaal weggevreten was.'
'Mee eens,' mompelt Jorik en de ongeduldigste van het vijftal. Zijn blauwe ogen gloeien.
'Wat doen we nu, baas?'
Eigenlijk moesten ze hem overmeesteren en overdragen aan Moran, dat hadden ze gezworen. Maar Marcus en zijn mannen hadden er geen enkel belang bij om hem terug te brengen.
'Ik wist niet dat hij…' Tibo wrijft over zijn korte baard en houdt zijn hoofd schuin. Hij buigt zich over tafel. ' …ben je zeker dat hij het is? Ik wil niet missen, maar dit ziet er niet uit als publieksvijand nummer 1. Hij is…'
'Jong?' oppert Jorik, ' Bij manier van spreken dan?'
'…euh, klein. Ik wist niet dat hij zo klein was. Misschien hebben we het mis en…Laten we even afwachten.' Marcus en zijn mannen draaien hun stoel wat zodat ze zicht hebben op het tafeltje verderop, terwijl het lijkt alsof ze naar het park kijken aan de overkant van straat.
Dag, want Marcus is zeker dat hij het is, hij kent het gezicht beter dan dat van zijn eigen moeder, zit op een stoel, geconcentreerd over een boek gebogen. Hij is op blote voeten, eigen aan het ras, en wiebelt ze onophoudelijk heen en weer. Hij draagt een jeans en een hemdje in plaats van de arena tenue waarin iedereen hem kent.
De lange, wilde haren hebben plaats gemaakt voor korte, warrige bruine haren.
'Hij kon mijn zoon zijn,' mompelt Augustin wazig. ' Ik heb hem altijd gezien als een man van onze leeftijd, niet als een kind.' Semik humt bevestigend.
Dag kijkt op als het dienstertje aan zijn tafel verschijnt. Hij lacht, een charmante oprechte glimlacht en het meisje lacht terug. Ze babbelen enkele minuten, waarbij ze haar hand op zijn schouder legt voordat ze weer naar binnen gaat.
'Zou ze het weten?' Jorik kijkt naar haar rug. Marcus denkt van niet, Dag lijkt perfect aangepast aan de wereld waarin hij leeft en heeft zichzelf heel goed in de hand. Iedereen in het Rijk weet dat Dag ergens geboren is in de Wouden aan de Noordgrens en dat er daar zelfs vandaag nog enkele bloeddorstige, wilde stammen leven met oerbloed in hun lijven. Dag is er één van maar dit is niet te merken aan deze rustige jongeman.
Hoewel de boeren aan de buitengrens soms beweren dat ze hem zien, mee met een roedel van die wolven, als een echte wilde. Ze zeggen dat hij huilt naar de maan, onder de sterren de liefde bedrijft met één van die boswilden en daarna opnieuw met de wolven verdwijnt. Ze zijn het zeker, want de zoon van de smid die drie dorpen verderop woont heeft het gehoord van zijn tante die het had opgevangen van de mannen in de herberg…heel betrouwbare informatie dus.
Het meisje keert terug met een dampende kom soep en Dag legt zijn boek aan de kant. Hij ruikt even aan de tas en trekt bleek weg.
Hij sluit zijn ogen en zijn handen trillen terwijl hij een ongezonde groene tint krijgt. Marcus fronst verbaasd.
'Hij is ziek.' De anderen kijken op.
'Normaal gezien gaat hij dan terug naar…O, hij weet duidelijk dat we hem zo kunnen volgen. Wat heeft hij?' Ze kijken nu allemaal. Dag veegt traag zijn klamme handen aan zijn broek en houdt eindelijk zijn voeten stil. Hij doet duidelijk heel erg zijn best om zijn maaginhoud in zijn maag te houden. Het zweet parelt op zijn voorhoofd en hij is akelig bleek.
Het meisje naast de tafel staat er nog en kijkt bezorgd op hem neer. Dag wuift haar zorgen weg, schuift zijn stoel naar achter en staat recht.
Hij komt hun kant uit, van stoel naar stoel, als een dronkenman die steun zoekt. Het meisje loopt achter hem als een bezorgde moederkloek maar Dag weigert haar hulp.
Ver geraakt hij niet.
Hij wankelt en ploft nogal onhandig neer op de stoel voor Marcus. Met zijn hoofd in zijn handen blijft hij zitten. Marcus is er zeker van dat zijn ogen dicht zijn. Even kijkt hij naar de kwetsbare nek, hoe makkelijk zou het zijn om nu…

 

Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 2

Uitstekend: 0 stem(men), 0%
Goed: 2 stem(men), 100%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 2 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .