writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dag, Bron en...opgedeelde versie 30

door katrijn

Bron rent de trap af, de straat op en in 1 adem door naar de kleine boerderij net buiten het dorp.
Hij ramt zijn vuisten op de deur en het venster ernaast.
' Leo! Word wakker! Leo!!!' Bron bonkt genadeloos op het hout tot er boven hem een venster wordt verlicht. Leo steekt slaperig zijn hoofd naar buiten.
'Bron? Het is vier uur inde morgen.' Hij geeuwt, zegt iets tegen iemand achter zich en kijkt weer naar beneden.
'Is er iets?'
'Dag heeft iets oneindigs doms gedaan en ik vrees dat het mijn schuld is.' Het leven van Leo en Marjolein had de laatste maanden, sinds Dag en Bron in Vijfwegen waren, een drastische ommezwaai gekend. In enkele dagen tijd hadden de vier een innige band ontwikkelt, iets wat helemaal nieuw was voor Dag.
'Goed goed, ik kom naar beneden, geen paniek. En stop in hemelsnaam met het mishandelen van mijn deur.' De licht knipt uit en enkele seconden later wordt er beneden eentje aangestoken.
De deur wordt ontgrendeld en Leo laat Bron binnen.
Bron beent nerveus heen en weer, kijkt nauwelijks op als Marjolein erbij komt en reageert pas als Leo kucht.
'Ga je nog vertellen wat er aan de hand is, of kom je gewoon melden dat Dag iets doms heeft gedaan?' Leo kijkt hem met opgetrokken wenkbrauwen aan.
'Sorry.' Bron gaat zitten en wrijft met zijn handen over zijn gezicht; Dit is een nacht die hij nu al wil vergeten.
'Ada is vermist.' Marjolein slaat haar handen voor haar mond en kijkt met geschokte ogen naar Bron. Ze kent Ada goed.
'Weet iemand al…' Bron schudt zijn hoofd. ' Nee, en ik denk dat ik Dag min of meer de schuld heb gegeven. Dit is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt en ik dacht er niets bij na. Hij heeft er meestal wel iets mee te maken, ook al zijn het die lui die achter hem zitten en kan Dag er zelden iets aan doen. Maar vandaag...Ik weet niet wat me bezielde.' Bron perst zijn lippen op elkaar.
'Dag weet wel dat je zo niet meent, Bron. Ada betekent veel voor je, hij weet dat het een impulsieve reactie was. Praat met hem.'
Bron kijkt recht in Marjoleins vriendelijke ogen. Ze houdt van Dag, snapt hem. Als een klein broertje. Ook als is hij veel ouder.
'Marjolein, ik heb ooit gezworen om hem te geloven, hem geen schuld te geven van al die ellende. Het maakte hem kapot, al die verwijtende blikken. Iedereen gaapt hem dan aan, ik heb beloofd om nooit, maar dan ook nooit op die manier naar hem te kijken. En ik deed dat vandaag wel. Ik zag hem breken, recht voor mijn neus.' Marjolein fronst.
'Waar is hij nu? Wil je dat ik eens met hem praat…'
'Lieverd,' Leo legt zijn arm om Marjoleins schouders. ' Ik denk dat Bron bedoelt met ' Dag heeft iets doms gedaan' dat hij echt iets stoms heeft gedaan. Is het niet, Bron?'
Bron denkt aan de woorden op het briefje.
'Hij is teruggegaan. Of om Ada te zoeken, of om terug te keren met bewijzen dat ze niet is. Dat hij er niets mee te maken heeft.' Het blijft stil, alleen het tikken van de vooroorlogse klok maakt lawaai.
'O, God.' Marjolein knijpt in Leo's hand.
'Als Moran erachter zit, dan zal ze willen ruilen. Dag voor Ada. Dan geraakt hij niet weg.'
'Maar misschien is het gewoon iets anders.' Oppert Leo, terwijl hij niet luidop zegt wat de mogelijkheden zijn voor jonge meisjes die vermist raken.
'Dan vinden ze hem toch wel. Dag is niet de meest geschikte persoon om vragen te gaan stellen, daar. Hoe je het ook draait op keert, Moran krijgt hem in handen. Ze heeft ogen en oren genoeg.' Brons hart krimpt in elkaar.
'Geef jezelf de schuld niet, Bron, Dag wist wat hij deed.'
'Hij liet zijn kleren achter, netjes gepakt en al, Leo, ik denk niet dat hij van plan is terug te keren.'
'Moran vermoordt hem,' Marjolein staat recht en gaat naar de keuken om iets te drinken te halen. ' Ze maakt hem kapot en daarna vermoordt ze hem, gewoon voor het plezier.'
'Ze kan hem niet vermoorden, Marjolein, dat is een vervelend punt.' Bron kijkt op. Het is een goed bewaard geheim. Ze dragen het al vele eeuwen en het heeft Dag meermaals het leven gered.
Het maakt hem roekeloos en dapper, omdat hij weet dat niets hem kan raken. Maar omgekeerd telt ook.
'Als Moran hem in handen krijgt, en ze zal snel doorhebben dat ze hem niet kan vermoorden, dat weet ik zeker, dan kan ze zich eeuwenlang uitleven op mijn broer. En dat lijkt nog erger dan dood zijn, is het niet? Ik heb gezien in welke staat ze hem uit die kerker hebben gehaald. Wat zeven jaar met hem had gedaan, laat staan wat enkele decennia met hem zullen doen.' Bron denkt zelden terug aan die dagen maar het laatste uur staan die beelden weer scherp voor zijn geest.
'Godverdomme, Dag!' Hij ramt zijn vuist hard tegen het sterke hout van de deurstijl. 'Welk recht heeft hij om mijn leven zo te domineren? Waar haalt hij het idee...Aarhg, de ondankbare idioot. Ik ben zijn levensverzekering niet!' Brons vuist raakt voor de tweede maal het hout en zijn kneukels prikken.
'Bron, ga zitten en kalmeer eerst. Ik denk persoonlijk, dat Dag je hierbuiten wil houden. Leef een leven, dat schreef hij, toch?'
Bron zucht diep en knikt.
'En meneer verwacht dat ik het zomaar doe. Marjolein, ik weet dat je het niet vat, broers zijn maar broers, toch? Maar Dag is…verdomme toch, hoe kon hij dat doen? Wat als Ada morgen gezond en wel opduikt? Dan heb ik hem min of meer persoonlijk naar Moran gestuurd, is het niet?' Leo zegt wijselijk niets.
Het blijft stil.
'Bron, mag ik iets vragen?'
'Hmmm, ja, denk ik.' De gewone toon van Marjolein kalmeert hem.
'Wat hebben jullie gedaan zodat Dag niet dood kan?'
Bron heeft het nog nooit aan iemand verteld. Als Moran of haar meute erachter komt is het zo gedaan met Dag en met hem.
'Je hoeft het niet te zeggen als je niet wil.' Leo merkt zijn aarzeling op.
'Je zult het niet gebruiken? Beloof het, allebei.' Ze beloven het, met een zweem van ongerustheid in hun ogen.
'Geef eens je hand.' Leo steekt als eerste zijn hand uit. ' En doe je ogen dicht. Vertrouw me maar.' Hij neemt Leo hand, stopt het onder zijn hemd en wacht tot hij herkenning ziet op het gezicht.
'Wat voel je?'
'jouw hart.' Bron knikt en verschuift zijn hand, net onder zijn ribben. ' En nu?' Leo fronst.
'Jouw hart…wacht, het slaat een ander ritme. Sneller. Hoe kan dat?' Hij opent zijn ogen en kijkt Bron heel verwonderd aan. 'Jouw hart slaat twee verschillende ritmes. Hoe doe je…O, shit.' Hij staart naar Brons bovenlijf alsof hij een gat in zijn hemd kan branden.
'De tweede is Dag. Zijn hart klopt bij mij. Niet letterlijk, ik bedoel…we hebben geen hart overgezet. Het is meer het ritme, de kern van het leven. Ik draag dat voor Dag. Zo lang ik leef, leeft Dag. En ik leef op 2 levens, dus moet iemand me 2 maal doden…'
Ze staren hem met identieke, verbijsterde blikken aan.
'Hoe, in Godsnaam, is dat in zijn werk gegaan.?
Bron zucht. Wie A zegt, moet ook B zeggen, naar het schijnt.
' Het was ergens rond 1400, de precieze datum weet ik niet meer…' Bron trekt één mondhoek op, in een poging te lachen. ' Maar het was rotweer.'

 

Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 2

Uitstekend: 0 stem(men), 0%
Goed: 2 stem(men), 100%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 2 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .