writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Koud obstakel

door pisatelj

Ik ontmoet haar pas terug als ze 26 is. Waarschijnlijk is ze nu afgestudeerd. Als mijn gevoel toen juist was, is ze hard op weg om het helemaal te maken. Ze loopt 100 meter voorop. Terwijl iedereen op de Arbat ingeduffeld is in de dikste mantels, slaagt zij er nog altijd in om er flinterdun gekleed uit te zien. Ik zie enkel haar rug, maar ik weet meteen dat zij het is. Alleen zij zou het wagen om haar outfit te combineren met een Che-Guevara-beret, zeker in dit land.

Ik ga achter haar aan, ze komt verdraaid snel vooruit in dit gore sneeuwtapijt. De kleur van de vieze brij onder mijn voeten, doet mij denken aan de vale kleur van de dood. De voorbije maanden heb ik mijn eerste rouw doorgemaakt. Ik schud mijn sombere gedachten van me af. Nog even en ik haal haar in.

Mijn blik streelt haar lange, donkere krullen, die haar Joods zigeunerbloed verraden. De blikken van de venten die haar passeren zijn komisch. Stuk voor stuk onderzoek ik hen, om te zien of ze kans hebben om ooit tussen haar benen te komen. Ik geloof van niet. 't Zijn net schooljongens, als je ziet hoe ze hun nekken verdraaien om nog een glimp op te vangen van haar wiegende kont.

Haar kont is mini, maar strak, stevig en rond. Ik beeld me al in hoe ik haar omdraai, haar beret afsnok en zeg: 'Hey, beret , ik kies mijn kameraden wel zelf, hé'. Op het toneel was het geen beret, maar een platok, een typisch Russische hoofddoek. Ze zal de allusie snappen en in de lach schieten. Misschien kus ik haar dan wel zonder verdere poespas. Platte directheid apprecieert ze dan wel niet, maar moed vindt ze altijd mooi.

Ze gaat echt snel, ik riskeer dat ik uitglijd als ik nog versnel. Ik stel me voor dat haar dunne scherpe neus door de lucht klieft, dat ze daarom zo snel is. Ze heeft de zelfde neus als haar moeder. Ik kan haar pesten door straks met een vuile lach te vragen: 'Hoe gaat het nog met je moeder? Is ze hier?' Dan zegt zij met een halve lach en een verontwaardigde stamp van haar voet: 'aach, bwa, posjlak'. Vuilak, viezerik, viezen tist.
Vrouwenliefhebber.

Als ik haar bijna ingehaald heb, vertraag ik. The moment of anticipation nog even laten nazinderen. Mij voorbereiden op die naakte sprong in haar ogen. Me toch een beetje wapenen tegen de wulpse lokroep van haar grote neus. Ik heb altijd een voorliefde gehad voor vrouwen met grote neuzen. Mijn vader drukte mij altijd op hart: 'hoe groter haar neus, hoe groter haar libido'. En dat adagium heeft mij nooit teleurgesteld.

Ik herinner mij haar gezicht als ze klaarkwam. Eindelijk ontwapend, eindelijk helemaal puur. Zelden een vrouw gekend die zich zo, with complete abandon, zoals de Engelsen zeggen, kon overgeven aan ongeremde aanrakingen. Gek ook, hoeveel vertrouwen ze had in mij, terwijl ze toch enkel schimpende koosnamen voor me bedacht. Tsjort, Sotana, Posljak, Hitrets.

'Als een duivel iemand is die anderen in contact brengt met hun ware menselijke natuur, ja, goed, noem mij dan gerust een duivel. Dan heb ik mijn roeping gevonden in dit leven, dan zal ik duivelen, mensen permanent verduivelen tot ze ontdaan van elke schaamte zichzelf durven zijn.' We stonden zo vaak samen op toneel, dat moest ons taalgebruik wel aantasten.

Als we samen waren, bijvoorbeeld in een café na een voorstelling, maakten we iedereen ongemakkelijk. Twee ongegeneerde spraakwatervallen, die tegen de sterren op flirten. En iedereen wist goed genoeg dat we beiden een lief hadden. Hun nijd, omwille van onze brutaliteit, was de beste saus, en hitste ons beiden op. Wij waren acteurs, wij verdienden ons brood met exhibitionisme.

'Op jouw lange dijen zal mijn tong dansen als een sjamaan in trance.'

Zo'n uitspraak, compleet over the top, maakte dat alle gesprekken in het café schijnbaar nog door gingen. Maar je kon wel raden dat ze alleen nog geïnteresseerd waren hoe het verder liep. En altijd had je medestanders en antagonisten. De venten steunden mij en de vrouwen namen haar in bescherming. De mannen hielpen niet, maar de vrouwen juist wel. Hun betuttelende manier om haar in bescherming te nemen tegen mij, maakte juist dat ze zich des te meer wilde laten gaan. Al was het maar om te bewijzen: ik beslis zelf wel.

Ik ben op twee meter van haar. Mijn ogen branden in op haar slanke taille, nauw omsloten door een elegant mantelpakje. Die krullen van haar zie ik terug zwiepen langs haar naakte rug, als ik haar van de zetel op tafel duwde, van tafel naar bed, van bed tegen de kast, tegen de muur. Haar blanke huid, met die roodbruine krullen. Aanraken deed ik haar overal, ik klauwde met mijn vingers in haar vel, ik beet zacht in haar nek en presenteerde mij als de vampier die haar schoonheid uitlepelde.

Ik shockeerde haar met mijn voorstellen om haar menstruatiebloed te drinken. Al was het maar om terug te horen 'Zotte beer, je bent gestoord, jij bent ziek.' We leefden ons uit met toneelkleren, ik verkleedde haar, zogezegd als Catharina de Grote. Ze lag in bed met de Koninklijke houding van een absolute heerseres. 'Macht perverteert altijd', zei ik, en ik sneed een versleten bontjas aan stukken, zodat haar magische driehoek en haar borsten er bloot doorheen prijkten. En dan nam ik haar zo, en zei ik en passant: 'Joden neuken toch door een doek, hé?' En dan was ik zelfs niet meer posljak, maar svolotjs. 'Smeerlap' hijgde ze, niet meer plagerig, maar gemeend agressief, terwijl ik haar op haar knieën dwong, haar tegen me aantrok en met draaiende bewegingen in haar stootte. Tegelijk raasden twee vingers door haar slippery lane, één vinger langs weerszijden van haar clitoris. Om haar te laten janken van genot, om elke cel in haar lichaam er aan te herinneren dat ze blaakte van jeugd, schoonheid en lust.

Ze was een uitdaging, bijna over de hele lijn. Alja was nauwelijks te shockeren, ook al beweerde ze van wel. Haar opnieuw en opnieuw voorbij een grens duwen, verhitte mijn levenskoorts met een graad of vier of vijf. Maar het feit dat ze een vriendje had, kleurde de hele zaak natuurlijk nog in een extra tint. Ik mocht die kerel trouwens wel. Een fijne gast met een sympathiek, gevoelig karakter, niet de zoveelste kaalgeschoren Slavische macho.

Maar wat wil je, de natuur besliste. Ik wilde haar, ik wilde haar omarmen in genot en haar kunnen zien zoals ze echt was. Alles wat niet werkelijk zij was, wilde ik wegkussen, zodat als ik in haar ging, ik in zuiver Alja ging. Omdat ik wist dat er ooit een einde moest komen aan onze affaire, kuste ik haar zo, dat ik elk kenmerk van haar lichaam opslokte. Opslokte om de leegte te vullen, die schreeuwde om haar. Een mens apprecieert alleen wat hij op het punt staat te verliezen. Haar vriend is het nooit te weten gekomen. Tenminste bij mijn weten dan. Wellicht is ze nog steeds bij hem.

Als ik haar dan omdraai, 'hey, Beret, je geloof die onzin in de kranten toch niet echt?' Met haar knalrode hoofddeksel in mijn handen, wacht ik tot ze van haar verbazing bekomen is. En ik kijk haar aan en glimlach zoals alleen een vent kan lachen, als hij weet dat hij elke nee van tafel kan schuiven. Terwijl ik zo voor haar sta, voel ik weer hoe onze kernen communiceren in die woordeloze taal waarvan elk woord een mens hitsig maakt en dronken van levenslust en stuwende spanningen. Een instinctief contact dat je niet met iedereen legt. Je weet dat het er is als elke gesproken zin tussen jullie een lacherig effect krijgt. Misschien omdat het toch zo'n onzin is om dan nog te spreken met woorden.

Ik informeer inderdaad naar de moeder. En ik kan mijn opzettelijk animale hongerblik niet volhouden. 'Met mama is alles goed', zegt ze kortaf. 'En met je vriend?' Ze trekt slap haar schouders op. 'Die heb ik voortaan altijd bij me.' Ze haalt een ketting vanonder haar jas en toont mij een zilveren kokertje. Ik heb in mijn hoofd nog nooit zo luid gevloekt. 'Hoe is dat nu kunnen gebeuren?', vraag ik. 'Lymfeklierkanker. Hij heeft zes maand gevochten met alle kracht die in hem was. En dan is hij gestikt in zijn eigen bloed.' Alja is nooit verlegen geweest om de verbale mokerhamer te hanteren. We babbelen nog heel even. Ik zeg de clichédingen. Dat ik ook pas voor het eerst een familielid verloren heb. Dat er geen enkele manier is om je daar op voor te bereiden. En meer van dat. Zij haalt nog enkele keren haar schouders op. We beloven later nog eens koffie te zullen drinken. En dan draaien we ons om, gaan elk de andere kant op. Ik duw mijn handen diep in mijn jaszakken en trek mijn nek in.

Een vriendje, elk vriendje, schuif je opzij, maar een dooie, da's wat anders, die ligt stinkend tussen jullie in. De kilte van de dood nestelt zich in jullie geslacht. En het enige vocht dat je van de vriendin van een dooie krijgt, zijn tranen.

 

feedback van andere lezers

  • doolhoofd
    'Als een duivel iemand is die anderen in contact brengt met hun ware menselijke natuur, ja, goed, noem mij dan gerust een duivel. Dan heb ik mijn roeping gevonden in dit leven, dan zal ik duivelen, mensen permanent verduivelen tot ze ontdaan van elke schaamte zichzelf durven zijn.'

    >> Leuk.
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 4

Uitstekend: 2 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 2 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .