writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

telefooncel 12

door ivo

Toen Belgacom hun telefooncel 12, die vlak voor mijn voordeur stond, kwam wegnemen, verloor ik een heel makkelijk communicatiemiddel. Blijkbaar is het niet meer verplicht om telefooncellen te plaatsen. De mensen moeten maar een GSM kopen.

Het telefoonkotje, zoals wij dit noemden, had een heel bizar verleden.
In België kon je officieel niet naar een telefoonhokje bellen, zoals dit wel in Engeland of Amerika het geval is. Niettegenstaande een telefooncel geen openbaar nummer had, had elk telefoonhokje wel een eigen telefoonnummer. Logisch, anders was die telefoon niet aangesloten aan het net.
Via iemand, die bij de vroegere RTT werkte, had ik een verkortnummer gekregen, dat je via elk telefoontoestel kon oproepen, waarmee je in contact kwam met een computerstem die het telefoonnummer, van het toestel waarmee je belde, hardop uitsprak. De RTT-technici hadden dit verkortnummer nodig wanneer zij aan de bedradingen in de straat moesten werken. Ze wisten dan welke draad naar welk nummer ging. En, aan de hand van het voorgelezen telefoonnummer, konden zij de daarbij horende abonnee terugvinden.
Dus, ik wist het telefoonnummer van mijn telefoonkotje.

Maar blijkbaar was ik niet de enige. Want het was mij (lang geleden weliswaar) opgevallen dat een mevrouw en een mijnheer, regelmatig contact hadden via dit hokje en dat de telefoon dan ook rinkelde in het hokje.
Nu, ik zag dit vanuit mijn raam, maar wie ben ik om me hiermee te bemoeien.

Tot op een hele vroege ochtend, toen ik vertrok om te gaan werken, ik een bebloede vrouw in het hokje ineengezakt zag liggen. In de zijwand zag ik duidelijk een rond gat en ik heb genoeg politiefilms gezien om te weten dat het een kogelgat was.
Vermits ik zelf geen telefoon had - ik gebruikte de telefooncel voor mijn communicatie - liep ik snel naar de groentewinkel, die wat verder in de straat is, om de politie te verwittigen.

Ik moet zeggen, daar je meestal lang moet wachten voor deze mannen van de wet zich laten zien, was het nu iets anders. Ik was nog maar net teruggekeerd, samen met de groenteboer, die deze ineengezakte dame ook wel eens wou bewonderen, of de politie kwam al met groot lawaai en zwaailichten de straat ingereden.

De agent bedankte me voor het feit dat ik niets had aangeraakt en dat ik zo slim was geweest om niet met de telefoon in het hokje te bellen. Ik had het ook niet gekund, want dan had ik me over die mevrouw heen moeten wurmen om te kunnen bellen. En daarbij, ik had geen vijf frank in mijn zak. Ik had niet kunnen bellen. Toen ik dit tegen de agent zei, repliceerde hij mij dat het bellen naar de hulpdiensten gratis is. Dat is waar, maar je moet wel eerst die vijf frank in het toestel stoppen om ze nadien terug te krijgen. De agent bekeek me en ik zag aan zijn ogen dat het hem stoorde dat ik zo alert terug antwoordde.

Het onderzoek zou uren duren en ik moest gaan werken. De agent, blijkbaar in een goede bui, stelde me voor om de ondervraging van de feiten tijdens de rit naar mijn werk te doen, dan verloor zowel hij als ik geen overbodige tijd en kon hij tijdig zijn proces verbaal opmaken.

Onderweg naar mijn werk, ik werkte toen in Schoten, vertelde ik over het feit dat ik die mevrouw wel al meer had gezien. Ook wel eens samen met een man en dat die ook wel eens gebeld werden in de telefooncel.

Dat vond de agent een heel goede getuigenis, want elk gesprek dat binnenkomt in zo'n cel zal ook wel geregistreerd staan en vermits dit een geheim nummer is, is elk gesprek dat daar naar toe kwam een verdacht gesprek.

Ik verslikte me bijna, want al mijn vrienden wisten dat als ze mij wensten te bellen, dit moesten doen om 8 uur 's avonds, dan stond ik voor mijn deur een sigaretje te roken en dan kon ik de telefoon opnemen. Toen ik dat vertelde aan de agent bekeek die me zeer verdacht aan. Toen ik het hem allemaal uitlegde, zei hij me enkel dat dit een strafbaar feit was.

Amai, ik dacht nog, seffens ben ik nog een verdachte van deze moord.

Nadat hij me had afgezet aan mijn werk, reed hij met de zwaailichten en veel getoeter terug naar telefooncel nr. 12.

Toen ik die dag om twaalf uur wou gaan eten, werd ik geroepen door mijn chef. Twee agenten in burger hadden nog vragen. Die man die ik bij die vrouw had gezien was blijkbaar toch wel heel belangrijk in mijn getuigenis.

Ik moest vertellen hoe die eruit zag, wanneer ik die het laatst had gezien en of ik soms iets had gehoord.

Ik vroeg of ik hiermee iets strafbaars had gedaan door dit op te merken.

De mannen bekeken mij. Toen ik hen over mijn geniale communicatiemiddel had gesproken, moesten ze lachen. Neen, hoor, dat ik gebruik maakte van een gratis telefoontoestel om me te laten bellen, dat was slim. Daarvoor had ik niets verkeerds gedaan, want dan had de RTT maar moeten zorgen dat je enkel kon bellen met dat toestel en zij moesten maar zorgen dat er geen oproepen naar dat toestel gingen.

Ik stelde me de vraag waarom die agent dan 's morgens tegen mij had gezegd dat dit strafbaar was. Ach, ze trokken hun schouders nog eens op en zeiden dat die zelfs zijn eigen moeder zou opschrijven als die verkeerd geparkeerd stond.

Ik herinnerde me nog wel het feit dat die man sigaretten rookten en de sigarettenpeukjes steevast in mijn keldergat gooide. Ik vond dat zo hinderlijk, want eenmaal per jaar moest ik dat keldergat uitkeren en dan lagen er wel wat vieze vergane peukjes van die man bij elkaar.
Toen ik dat gezegd had, mocht ik onmiddellijk mee vertrekken, want ze hadden die peuken nodig.

In een anonieme politieauto werd ik in volle vaart terug naar huis gereden. Mijn chef, die al een en het ander van me had gehoord, zei me dat ik niet meer moest terugkeren vandaag en dat ik het werk dat ik vandaag niet had afgekregen, morgen maar moest zien klaar te hebben.
Toen ik grapte aan de agenten of ze mij daarin ook zouden helpen, keken ze wel heel vies naar mij. Oeps, vragen aan een ambtenaar om te werken is blijkbaar een erg vergrijp.

Thuisgekomen bleek dat de telefooncel nog altijd verboden gebied was. Buiten de linten en de agenten die daar stonden, zodat niemand de cel kon gebruiken, stonden er ook nog eens enkele anonieme auto's en een bestelwagen. Het onderzoek van de cel was blijkbaar nog altijd bezig.
De dame was al verwijderd, het bloed werd vakkundig verzameld door een man en een vrouw in een witte stofjas.

Toen ik in de kelder kwam en eerst de spinnenwebben wat had weggeveegd, kwamen diezelfde mensen met een pincetje de sigaretpeukjes bij elkaar halen. Al een geluk had ik de laatste maanden geen opwelling van poetsneigingen gehad, anders hadden er haast geen peukjes meer gelegen.
Het was al een tijdje geleden dat ik die mijnheer nog had gezien.

De agenten zeiden me dat als iemand om informatie kwam vragen, ik zeker niets over deze peukjes mocht zeggen, het waren belangrijke aanwijzingen in het dossier dat zij moesten uitvogelen.

Ik bood de agenten een kop koffie aan, en dat werd niet geweigerd. Ook de dame en de heer met de witte stofjas en de agenten die daar de cel bewaakten, waren zeer blij met een kopje warme koffie.
Ik had dan ook een grote pot koffie gemaakt. Je weet wel, eerst de bonen malen in zo'n handmolentje, altijd de lekkerste koffie als je hem zelf maalt. Dan de gemalen koffie in een koffiebeurs om dan met heet kokend water de koffie te laten doorlopen in de kan.
Ik zag het aan de gezichten dat ze de koffie best lekker vonden.

De postbode had ondertussen de krant al in de brievenbus gestopt en toen ik ze mee naar boven wou nemen zag ik aan de agenten die daar niets stonden te doen, dat ze dat zeer interessante lectuur vonden. Dus, zonder krant terug mijn huis in.

Ik zat al terug een tijdje in mijn zetel toen er gebeld werd. Een reporter van de krant wou eens weten wat er allemaal gebeurd was. De groenteboer had al wel wat gezegd, maar ik was blijkbaar de kroongetuigen en ik zou in de krant komen met mijn foto.
Nu, ik ben helemaal niet zo mediageil en toen ook niet, dus ik bedankte hem feestelijk en zei hem dat hij het maar aan de agenten moest vragen. Dat vond die geen goed idee. En probeerde toch nog eens om wat meer informatie los te krijgen.

Toen ik hem zei dat ik niet meer wist, dan wat de groenteboer al vermoedelijk zou gezegd hebben, bleek hij nogal knorrig af te haken en stapte hij terug op.

Een kwartier later werd er terug gebeld. Terug een reporter van dezelfde krant. Toen ik dat zei tegen deze reporter keek die heel verbaasd, want hij was de enige reporter die van de redactie de opdracht had gekregen om hierover te schrijven.

Ik sprak de agenten, die buiten stonden, hierover aan en deze vonden dit ook heel vreemd. Ze trokken naar hun auto en communiceerde via hun boordradio. Tien minuten later stonden die twee agenten, die mij van het werk hadden afgehaald weer aan mijn deur. Nu moesten ze weten hoe die eerste reporter eruit zag. Toevallig, had ik hem zien vertrekken, hij reed met een witte Taunus 12M. En de nummerplaat wist ik ook nog. Hij stond aan de overkant geparkeerd en had zich voor de garage van mijn overbuurman geplaatst en dat was mij toen opgevallen.

De agenten waren blij met de informatie en zeiden me dat ik me maar beter van den domme hield, want een zaak zoals deze, zou wel eens heel veel vertakkingen kunnen hebben, en het is beter dat je van niets weet, dan zal niemand je ook niet verder lastigvallen.

Ik dacht het nog, ik had me beter ziek gemeld die ochtend, dan had iemand anders die dame daar zien liggen en had ik nu al die miserie niet gehad.

De volgende dag stond er wel in de krant dat het een zeer verdachte zaak was, want er was ook een nep redacteur langsgekomen om informatie in te winnen.

Dagen later, ik herinner me het niet meer zo goed, ik was naar het nieuws aan het kijken, werd er aangebeld aan de voordeur. Toen ik de deur opende herkende ik direct die nep redacteur. De man verontschuldigde zich en toonde zijn identificatie. Hij was van de staatsveiligheid en had dringend informatie nodig over die man die ik met die vrouw had gezien.

Ik was nog goed wakker en zei met een uitgestreken gezicht dat ik me niet kon herinneren dat ik die vrouw met een man had gezien. Moest die het weten van de politie, dan had die alles van de politie wel gehoord. En als die me nu met een list probeerde uit te vragen, dan zat die nu wel met een probleem, want ik hield me echt voor dom.
De man was verbaasd en vroeg me wel drie keer of ik die dame nooit met een man had gezien.

Ik zei dat ik heel veel mensen zie per dag, maar ik zou me dit wel herinneren, doch, ik wist het zeker, dat ik van niets wist.

De man vroeg me nog of ik hen ooit iets had horen zeggen, en nogmaals hield ik me voor blond en dom. Ik zou bijna gevraagd hebben of het hokje diende om te telefoneren. Ik kon me nog net inhouden, anders had die me niet meer geloofd.

Ik vroeg de man om binnen te komen en bood hem een glas water aan. Dat aanvaarde hij direct.
Ik denk dat hij wou zien wat ik kon zien van de telefooncel in mijn woonkamer.

De man vertrok weer en ik durfde niet direct naar buiten gaan om de agenten te verwittigen van dit tweede bezoek.
Zijn glas had ik onaangeroerd laten staan. Dat is voor de spoorzoekers, dacht ik nog. Het helpt wel om politieseries te zien op tv.

Na een tijdje ging in naar buiten en belde ik naar de agenten. De volgende ochtend stonden deze weer aan mijn deur en maakte verslag van wat er allemaal gebeurd was.
Het glas, stak een agent in een omslag die hij opgevouwen uit zijn jaszak haalde. Het was maar een ordinair drinkglas, en ik zei hen dat ik het niet zou missen, je kon die glazen per twaalf kopen bij de kruidenier zei ik.
De man stopte me een briefje van vijftig frank toe en zei me om een stel nieuwe glazen te kopen.

Ik bedankte hem en vroeg hem wat ik in heel deze zaak had te maken. Tja, daar wist die nog niet veel op te antwoorden. Voor hem was dit feit een vraagteken meer en hij zou contact opnemen met de veiligheidsdiensten of er een agent op deze zaak zat.
De wijze waarop ik geantwoord had was zeer goed, want hierdoor had ik mezelf buiten elke vorm van betrokkenheid geplaatst.

Drie dagen later stonden de agenten weer voor mijn deur. Ze hadden nieuws. Ik was wel verwonderd, want blijkbaar hadden zij mij nodig om dit nieuws te vertellen. Zij zeiden me dat ze met mijn baas hadden gebeld en ik had nog veertien dagen vakantie staan. Wel, ik mocht direct vertrekken. Ze zouden mij onmiddellijk naar de luchthaven brengen.
Ik pruttelde nog tegen, maar blijkbaar is het bij die mannen ook bevel is bevel.
Zij zouden die veertien dagen gebruik maken van mijn huis en ik zou alles opgeruimd terugvinden.

Ik moest nog wel tekenen dat ik hiermee akkoord was en ik zou veertien dagen op kosten van vaderke staat in Spanje verblijven. Ik had geen geld nodig, alles zou door hen betaald worden.

Mijn valies was snel gepakt, en al een geluk dat ik alleen woonde, want moest ik getrouwd zijn en 12 kinderen hebben gehad, het zou hun wat geld hebben gekost.

Toen ze me naar de luchthaven brachten zeiden ze me dat ik niet alleen zou reizen, een collega van hen zou meegaan. Ook zeiden ze me, dat hoe minder ik wist, hoe veiliger ik het ginds zou hebben, dus ze vertelden me verder niets.

In Zaventem werd ik voorgesteld aan Charlotte, een agente van nog geen 30 jaar oud die blijkbaar een verkeerde job had gekozen, want ze zou zo in een of ander boekske op de cover hebben kunnen staan. Ik grapte nog, een blind date. Wow, de tandpastalach van deze dame was aanstekelijk, maar heimelijk deed ik mijn broek, want deze dame had ook haar op haar tanden staan.

Ons vliegtuig stond al klaar en wij mochten op vakantie.

Wij vlogen eerste klas en nadat ik mezelf had voorgesteld, en me gemakkelijk in de zetel had gezet, vertelde ze mij dat dit haar eerste buitenlandse missie was en dat het voor haar ook een beetje vreemd was.
Neen, ze had geen relatie en neen ze was geen echte politieagent, maar ze was wel bij de staatsveiligheid.
Charlotte was niet haar echte naam en ze had ook niet liever dat ik naar haar privé naam zou vragen, ze zou zich misschien verspreken.

Vermits ik beter niet te veel over de zaak wist, was ik zo wijs om ook niets te vragen. Voor mij was het enkel een dame in de telefooncel, een kogelgat en bloed en af en toe een man die zijn sigaret in mijn keldergat gooide en een nep redacteur en of nep agent van de staatsveiligheid. Ik wist geen millimeter meer. Ja, dat ze af en toe telefoon ontvingen in de cel.
Maar dat was dan ook het enige dat ik wist.

Nu zat ik naast een beeldschone dame die zeer ontspannen mij ronduit vertelde over haar leven, ouders en lieven, en het ook wel leuk vond om naar Spanje te vliegen met een gast die ook wel de moeite leek.

Wij kwamen aan in een of andere badstad, ach, de namen zouden enkel dit verhaal maar vermoeien, en met een taxi kwamen werden wij afgezet aan een vol luxe vijf sterren hotel. Wij hadden maar 1 kamer met twee bedden. Oef, ik wist niet of ik het een geluk of een ongeluk moest vinden.

Wat ik in Spanje heb meegemaakt, zal ik ooit nog wel eens in een ander verhaal vertellen, maar hier gaat het over mijn telefooncel die ik gebruikte als privé telefoon en waar een moord in was gebeurd.

De politie had blijkbaar mijn huiskamer nodig om de daders van deze moord te vatten.

Toen ik terug thuiskwam bleek dat er heel wat was verschoven en de tapijten lagen opgerold tegen de kast.
Ik was bruingebakken en was nog in volledige vakantiestemming. Charlotte wou wel meekomen, maar op de luchthaven moest zij direct terug naar haar dienst om het dossier af te sluiten. Ik heb haar nooit meer teruggezien.

De vakantie had wel geen veertien dagen maar zesendertig dagen geduurd. Allemaal op de kosten van de staat en ik had inderdaad geen cent uitgegeven, zelfs de taxi naar huis was betaald door de overheid.

Toen ik naar de groenteman ging om mijn fruit, zag ik dat die blij was omdat ik terug was. Hij dacht dat ik was doodgeschoten. Is er geschoten in mijn huis?
En er is heel veel politie langs geweest. De straat was een halve dag helemaal afgesloten en er waren heel wat tot de tanden toe gewapende agenten langs geweest. De groenteman had bijna zijn rolluiken laten zakken, zo'n angst moet er geheerst hebben.

Ikzelf heb de tijd van mijn leven gehad, en was me er totaal niet van bewust dat mijn buren, door heel dat telefoongedoe, echt wel in een penibele zaak terecht waren gekomen.

Het fijne heb ik er ook nooit meer van gehoord. De agenten zijn nog wel teruggekomen om mijn verklaringen te laten ondertekenen en er is ooit een assisenproces geweest, maar dat is achter gesloten deuren doorgegaan, want de staatsveiligheid was hierbij betrokken.

Nu is het laatste wat mij hieraan doet herinneren door Belgacom opgeladen en weggevoerd. Het hokje was al wel eens van lay-out veranderd en het glas was ooit nog wel eens door een stelletje hufters kapot gestampt. Maar het verhaal van de ingezakte vrouw die met een kogel was vermoord, daar heb ik enkel een dikke maand Spanje met een schoonheid en wat vage herinneringen aan overgehouden.

O, ja, mijn baas was niet blij dat ik terug was. De politie had hem gezegd dat ik moest meehelpen in een zeer belangrijk onderzoek en dat ik voor zes maanden afwezig zou zijn. Hij vond het niet erg, want ik was blijkbaar niet meer nodig.
Toen ik terug kwam werken lag mijn C4 al netjes uitgetikt klaar.

Ik had direct ander werk, en ik verdenk dat de veiligheidsdienst hiervoor ook een inspanning heeft gedaan, want deze job was zo geniaal op mijn lijf geschreven. Maar wie zal het zeggen, en moest ik het weten, ik ben blond en dom en ik weet echt van niets.

Voor alle lezers nog een goed jaareinde en zeer succesvol 2014 .. veel fantasie om te schrijven en veel genot in het bedenken van plotten en verhaallijnen.

 

feedback van andere lezers

  • koyaanisqatsi
    Schitterend verhaaltje! ;-) En gelukkig 2014!
    ivo: Dank je wel, jij ook :)
  • andremoortgat
    Leuk en met goede verteltrant !
    En dan met Charlotte...
    en 't was van geen bedotte
    ivo: hahaha, André vul maar zelf in, dan heb je al een heel sjiek verhaal voor heel 2014 :) dank je wel
  • catharina
    Yep, ik ben er geraakt. Hmmm, het leven kan duidelijk vreemde wendingen nemen. Net wat een mens eens nodig heeft: Verrassende verhaaltjes :).

    Een gelukkig nieuwjaar! De wensen laat ik maar aan uzelf over...
    ivo: bedankt Catharina, je mag deze verhaaltjes echt als een vijf minuten moment zien bij mij, ik ben feitelijk geen echte verhalenschrijver, maar soms is het eens een goede afleiding voor wat ik normaal dagelijks doe, ook goede wensen - en nogmaals bedankt :)
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 8

Uitstekend: 4 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 4 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .