writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

37- 't Lijkt wel of het gisteren was….

door GoNo2



Ik ben hier nu een week in de Hotelschool. Ik heb me aangepast. Wat heb ik op die week geleerd? In feite weinig of niets. Een hele boel keukentermen, voorlopig is het meer theorie dan praktijk. En als we al eens in de keuken mogen staan, dan is het om groenten te leren snijden in julienne of brunoise, of beiden tegelijk. Voor de rest groenten kuisen, patatten jassen, frieten snijden en nog wat van die leuke dingen. Ik sta aan een werktafel samen met Veronique. Ze is nogal aan de zwijgzame kant. Haar vader en moeder runnen een restaurant in Brugge. Normaal zou ze naar Hotel en Toerismeschool Spermalie in Brugge gegaan zijn. Maar om de één of andere reden is dat niet doorgegaan. Ik vraag haar er ook niet naar…
Ik sta met m'n rug naar de friteuse. Een friteuse met acht laadbakken. Je kunt je een beetje voorstellen hoeveel frieten er hier verzet worden. We leren hoe we moeten voorbakken. Ik ken die materie al. Chef Benz is nu volledig op de hoogte van m'n carrière in Ruiselede. Van wie hij het allemaal weet is me een raadsel. Iemand heeft het hem in z'n oor gefluisterd. Ik vermoed dat ze hier een dossier van mij hebben. Veronique snijdt groenten. Chef Benz komt erbij en toont haar hoe je een mes moet hanteren. Hoe je je hand moet plaatsen zonder dat je een paar vingers mee in de groenten draait. Ze heeft er geen aanleg voor, maar oefening baart kunst, zeggen ze toch. Toon eens jouw kunstjes, zegt chef Benz tegen mij. Ik doe exact hetzelfde als hij. De punt van het chefmes blijft netjes op de snijplank. In een vloeiende beweging glijdt m'n mes door de prei. Chef Benz kijkt een beetje verbaasd. We gaan een wedstrijdje houden, zegt hij. De andere leerlingen komen rond de werktafel staan. Sven wordt gepromoveerd tot voorzitter van de jury. Een voorzitter die nog altijd het verschil niet weet tussen een knolselderie en een bleekselderie. Die denkt dat een Mechelse koekoek een koekoek is die ergens in Mechelen andere vogeltjes uit hun nest smijt…Ik heb hem al tien keren uitgelegd dat een Mechelse koekoek een kippenras is uit de streek rond Mechelen. Bekend om z'n fijne smaak. Als het geen koekoek is, dan moeten ze die naam veranderen in Mechelse kip. Wat voor kiekens zijn dat daar in Mechelen? En die moet ook kok worden?

Chef Benz neemt verschillende groenten. Een bussel peterselie, prei, wortelen en een krop salade.
De proef bestaat erin om de peterselie fijn te hakken. De prei in julienne, de wortelen in brunoise en de krop salade mag je kiezen. Het is een wedstrijd op het scherp van de snede. Ik heb niet de jarenlange ervaring van chef Benz, maar trek toch aardig m'n plan. Tot ik verdomme in m'n vinger snijd. Wat een afgang. De wedstrijd wordt stilgelegd. Veronique valt bijna flauw bij het zien van m'n bloed. Ze moet dringend eens leren hoe men beuling maakt. Ik geef ruiterlijk toe dat ik verloren ben. Technisch knockout. M'n kliekje is er het hart van in, ik had het vaandel van de gerechtskinderen moeten hoog houden. De rest van de klas zijn supporters van chef Benz. Hopen misschien dat ze dan meer punten gaan krijgen? Chef Benz klopt op m'n schouder, je hebt het goed gedaan, zegt hij. Moet ik nu fier zijn? Ze mogen me dankbaar zijn, door mij hebben ze zelf geen groenten meer moeten snijden. De gestraften mogen het verder afwerken…
't Is vrijdag en de keuken moet proper achtergelaten worden. Dat wilt dus zeggen schrobben en nog eens schrobben. Tot alles blinkt. Hygiëne boven alles hé? Om vier uur komt papa me halen. Kun je geloven dat ik bijna met tegenzin mee zal gaan? Dat ik die vijf
onnozelaars waarmee ik opgescheept zit, ga missen? Op een week tijd zijn we echte vrienden geworden, voor wat het waard is hé? We hebben uit de zaal twee flessen wijn eerlijk gestolen. Om op onze kamer een feestje te bouwen. Glazen hebben we niet nodig, plastic bekertjes zijn even goed als wijnglazen. Jan, de man die alles kan, had z'n oog laten vallen op twee flessen Cote du Languedoc. Voortreffelijk wijntje, alleen moet je wel een kurkentrekker meejatten , verdomd kieken. Jan terug naar de zaal, we hopen dat hij niet gesnapt wordt. Diefstal is gelijk buiten. En met zijn reputatie, zal dat gelijk naar een gesticht leiden. Het duurt lang eer hij terug is. Iemand van ons moet gaan kijken waar hij blijft. Ik stel voor dat ik ga zien waar dat kieken blijft. Als ik bijna aan de benedendeur ben, komt Jan binnen. Wat heb je nu bij, vraag ik hem wijzend naar een plateau overdekt met aluminiumpapier. Kippenbillen, die lagen te lonken naar mij in de keuken. Neem ons mee, zeiden ze, want niemand kijkt naar ons om. Ze gaan daar serieuze problemen hebben in de keuken. Waar zijn die kippenbillen gebleven? Om nog maar te zwijgen van die twee flessen wijn…
Ons kan het weinig schelen. Deur op slot en feesten maar. 's Anderendaags koppijn om tegen de muren op te lopen. Dat heb je als je niet gewoon bent om wijn te drinken hé?

Chef Benz vraagt aan de klas of er iemand kan uitleggen hoe kippenbillen er op eigen houtje vandoor kunnen gaan? Leiden die dan een eigen leven? We blijven het antwoord schuldig. Ik durf niet naar m'n mede- feestvierders kijken. En daarbij, ik zie alles dubbel van de schele hoofdpijn. Van theorie is er weinig in huis gekomen. Het ene oor in, het andere oor uit…
De lege flessen wijn liggen verstopt onder de matras van Jan. We zijn nog op zoek naar een veilige manier om ze weg te werken. Doe ze gewoon terug naar de zaal en zet ze bij 't leeggoed. Doe jij het maar, zegt Jan, ik heb al genoeg gedaan. Ik ga die vannacht gewoon aan de deur zetten van het secretariaat. Die nachtwaker moet toch z'n ronde doen om middernacht. Zo gezegd, zo gedaan. Ik zie de nachtwaker met z'n zaklamp de deursloten controleren. Het waarom van dat gedoe, snap ik niet goed. Hij steekt nu de speelplaats over, op weg naar de keuken en zaal. Eindelijk, denk ik, ik zit hier al een uur te wachten. Ik sluip langs de muur, doe zachtjes de deur open van de gang van het secretariaat. Zet de twee lege flessen voor de deur. De nachtwaker zal niet weten wat hij ziet. Vanwaar komen die flessen? Die stonden er toch nog niet? Maken dat ik weg ben, want de volgende statie om te controleren zijn wij…

We slapen de slaap der onschuldigen. Met één oog dicht, het andere gericht op de deur. De nachtwaker komt maar één keer controleren, daarna kun je doen wat je wilt. Moest het kot afbranden, hij zou het nog niet eens merken. Slaap rustig verder, beste vriend, droom maar van Brigitte Bardot…De deur van de slaapzaal gaat niet op slot, de deur van onze living wel. Dat is ons domein, daar moeten ze buiten blijven…

Het is drie uur. Ik ben op de slaapzaal, ik ga een douche nemen. Fris gewassen naar m'n buitenverblijf in Torhout. Zestien jaar en al een villa onder m'n gat, niet iedereen kan dat zeggen op die leeftijd. Het is de eerste keer en tevens de laatste keer dat papa mij komt ophalen. De volgende keer of de trein of de bus. Ze zeggen het maar hé?

Papa is niet op tijd, ik sta te wachten buiten aan de poort. Het begint te regenen. Ik ga schuilen in het tramhuisje aan de overkant. Het is druk op de baan. 't Is hier altijd druk in Oostende. De klas van Plastische Opvoeding is gelegen in een oud herenhuis. Een voormalig doktershuis. Die verdienden vroeger ook al geld lijk slijk. Alles in de marmer, waarschijnlijk nog gebouwd door Horta. 't Is dezelfde stijl. Mooi, dat wel. Ik hou van die stijl, met al die krullen. Dat huis bevindt zich op enkele meters afstand van dat kleine cafeetje. Ik zeg tegen m'n compagnons dat we vroeg of laat toch eens een bezoekje moeten brengen aan dat etablissement. Als jij trakteert, zeggen ze. Wat ik met veel genoegen zal doen. Ik zie de witte Wartburg van papa. Er rijdt er hier zo maar ene. In Torhout heb ik er tot nu toe ook nog geen gezien, buiten die van papa. Hij stapt uit, kijkt rond, ziet me niet. Ik steek de baan over, word bijna omver gereden door een auto. De man foetert achter z'n stuur, wijst met z'n wijsvinger naar z'n voorhoofd. Ik lach hem vierkant uit, bejaarden moeten in een rolstoel rijden en daarmee basta. Ja, zo was ik toen ik zestien was. Dat ik ooit zelf bejaard zou worden, daar stond ik toen niet bij stil. Nu weet ik wel beter. Oud worden is geen kunst, blijven ademen da's pas een kunst…

©GoNo


 

feedback van andere lezers

  • ivo
    mooi en schitterend geschreven :) - prettig paasweekend nog toegewenst - (y)
    GoNo2: Dank u wel!
  • dorus
    zeer knap, zoals gewoonlijk
    GoNo2: Dank u wel!
  • andremoortgat
    Wij ademen met jouw paaseitjes
    mee...eisprongskes perfect toch

    GoNo2: Dank u wel!
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 5

Uitstekend: 2 stem(men), 67%
Goed: 1 stem(men), 33%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 3 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .