writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

38- 't Lijkt wel of het gisteren was….

door GoNo2

Papa vraagt hoe het geweest is op school en waarom ik niet aan de telefoon wilde komen toen hij gebeld heeft de donderdag. Telefoon? Ik weet van geen telefoon. Niemand heeft er mij gezegd dat er telefoon voor mij was. Wie was er van dienst op 't secretariaat de donderdag? Juist, 'k had het kunnen denken, de Bullebak. 't Zijn van die kleine akkefietjes, maar ze stapelen zich op en beginnen door te wegen. We hebben hier alleen maar plichten, schijnbaar geen rechten. Die klootzak van een bullebak weet ook wel dat we nergens terecht kunnen met onze klachten….

Ga je hier graag naar school? Wat een vraag. 't Valt nogal mee, zeg ik met weinig overtuiging. Chef Benz ligt me wel, de andere leraars moet ik nog leren kennen. De tweede dag was meneer De Vos, de leraar Nederlands, al ziek. Hij had een beetje te veel naar m'n gezicht gekeken. Hij moet gedacht hebben dat de wonderen de wereld nog niet uit waren. Tot nu toe waren er zeven wereldwonderen, nu zijn het er acht…Papa glimlacht….

De Wartburg pruttelt als een moor kokend water. Kreunt, zucht en rammelt als een bejaarde prostituee. Ik vraag aan papa of er nog genoeg benzine in zit. Of ligt het aan de olie? Papa tikt met z'n vinger tegen metertjes. Ze blijven staan waar ze staan. Op nul. Er komt rook naar binnen gewaaid. Vanonder het dashboard. Papa stuurt de wagen naar de kant. De Wartburg geeft de geest. Zal met militaire eer door Breznjev, tijdens de 1 mei parade, ten grave worden gedragen. Dat heb je met die vodden uit de DDR…

We staan hier langs de kant, tussen de patattenvelden. Die kortere weg, die papa wilde nemen, was blijkbaar geen goed idee. In plaats van korter is die nu langer. Velden, niets dan velden. Zo ver het oog reikt. Ik zie aan papa z'n gezicht dat hij het ook niet meer weet. Laten afkoelen en dan opnieuw proberen, zegt hij. De motorkap staat open, de motor stinkt als de pest. In 't vervolg Fientje haar driewieler meenemen, voor in geval van nood. Er moet water in, zegt papa. Ik denk dat er niet alleen water in moet, benzine en olie zou ook al veel helpen. Heb je nog sigaretten, vraagt hij. Ik wel, maar jij niet hé? Hij kan er niet mee lachen. Flauwerik…

Het regent nu nog harder. De hemel zet z'n sluizen open. Ze zijn daarboven grote kuis aan 't doen. De herfstschoonmaak. Ik zeg dat we autostop moeten doen. Autostop? Er passeert hier geen kat, zegt papa. Een hond wel, zeg ik hem, 'k heb er juist ene gezien. Ik denk dat we niet ver van een boerderij zitten of beter gezegd staan. We sluiten de wagen af en gaan te voet verder. We volgen gewoon de weg. Vroeg of laat moeten we toch ergens in de bewoonde wereld geraken, zegt papa. Ik denk, waarom dat wrak afsluiten? Wie wil nu zoiets? Maar ik zwijg wijselijk, ik wil papa niet nog meer op stang jagen…

We lopen door de regen,' t brengt herinneringen met zich mee. Papa loopt voor mij, z'n handen diep in z'n zakken, z'n kraag van z'n jasje omhoog. Hij kijkt niet om, ziet dus niet dat ik al een vijftigtal meters achter lig. Hij kan precies niet goed tegen de regen. Mij deert het niet, ben erger gewoon. 't Is dan nog van die warme regen, precies een lauwe douche.

Eindelijk, een boerderij. Met een hond aan een lange ketting, die tot aan de smeedijzeren poort komt. De hond blaft alsof z'n leven ervan afhangt. Koest Bobby, koest….Bij mij heten alle honden Bobby, 'k weet ook niet waarom. Ik kijk de hond recht in de ogen, als teken van uitdaging. Of de hond plooit of ik heb straks een gescheurde broek en enkele ledematen kwijt. 't Is een Dobermann, z'n tanden zijn even lang als m'n vingers. Er komt een vrouw aangewaggeld, de boerin veronderstel ik. Ze loopt als haar eenden, die haar volgen. Mooi is wat anders. Af, Max, af zeg ik. Max verstaat geen West-Vlaams,'t is een Duitser. Hij blijft blaffen en grollen. M'n dwingende ogen hebben weinig invloed op dat beest. 't Maakt hem alleen maar venijniger. De boerin maakt er korte metten mee. Pakt een emmer water en kiepert die over de hond. De hond, druipnat, druipt af naar z'n hok, de ketting achter hem sleurend als ballast. Ik wilde bijna zeggen met de staart tussen de benen. Maar 't beest heeft geen staart….

De boerin, want dat is ze dus, vraagt wat er scheelt. Ze koopt niet aan de deur, zegt ze. Nee, zegt papa, we zijn geen verkopers, we zijn in panne gevallen, enkele kilometers verderop. Kunnen wij hier bellen? Wacht, 'k zal mijne vent eens roepen. Prosper, Prosper, Prospéééér. Mijne vent is een beetje doof, zegt de boerin. Een granaatscherf in zijne kop, nog van den oorlog. Wacht, ik ga de ketting wat korter maken, dan kan ik jullie binnen laten. Weet ge dat Max gisteren de facteur nog in z'n broek gebeten heeft? Nee, dat weten we niet, stond het in de gazet? De facteur zegt dat hij de volgende keer z'n tweeloop zal meebrengen. 't Is weer een nieuwe, onze oude facteur, God hebbe z'n ziel, die maakte daar zo gene trammelant van. Die schopte Max eens goed tegen z'n ballen. Dat zou ik wel eens willen zien, denk ik. Moet een straffe facteur geweest zijn…
Prospéééér, doeme toch, die wordt met de dag dover. Hij heeft nochtans een hoorapparaatje, maar hij zegt dat hij geen enkele zender kan ontvangen. Papa staat erbij met een gezicht dat op onweer staat. Ik heb moeite om m'n lach in te houden. 't Is een eenrichtingsgesprek. Ik denk dat die boerin hier niet veel volk over de drempel krijgt.
Kom, zegt ze, we gaan naar hem toe, hij komt toch niet. En we kunnen toch niet blijven in de regen staan…

We gaan naar de boerderij. Er ligt een dweil op de mat voor de deur. Voeten afvegen en schoenen uitdoen, zegt de boerin. Wat daar het nut van is, begrijp ik ook niet. Maar we doen wat ze zegt. De boerin laat haar klompen buiten staan, wij zetten onze schoenen er naast. Prosper zit aan tafel koffie te drinken, z'n sigaret ligt gezellig te roken in de asbak.
Al die boerderijen lijken van binnen op elkaar. Een hof hebben vol met bloemen en op het dressoir en de tafel staan er dan van die plastic rozen. Begrijpe wie kan. Prosper, volk voor u. die mensen staan in panne met hun auto. Wat zegt ge? Dat ze in panne staan met hun auto. Ik koop geen pannen. En potten ook niet, zegt Prosper. De boerin haalt haar schouders op. Kunt ge die mensen niet helpen, vraagt ze nu nog wat luider. Welpen? Zijn ze van 't circus? Ik heb nog een stal voor die welpen, maar 't zal geld kosten, zulle. Papa, begint het op z'n zenuwen en de rest van z'n lijf te krijgen. Ik doe bijna in m'n broek van 't lachen. Gij zijt de clown zeker, vraagt Prosper aan mij. Ik knik van ja. Ik zeg dat papa de leeuwentemmer is. Wat zegt ge, vraagt Prosper. Steek toch dat ding in uw oor en ze steekt het er zelf in. Hoort ge wat ik zeg, vraagt ze aan haar man. Ge moet zo niet roepen, ik versta je wel, zulle. Of denkt ge dat ik doof ben? Ik kan niet meer, wat een grap, als ik dat ooit aan iemand vertel, zal men mij niet geloven…

©GoNo

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    schitterend - knap geschreven (y)
    GoNo2: Dank u!
  • andremoortgat
    Hilarische pointes..
    maar vol van nostalgie

    GoNo2: Dank u!
  • dorus
    leuk
    GoNo2: Dank u!
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 6

Uitstekend: 3 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 3 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .