writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Charlie 4

door GoNo2



We schrijven zaterdag en 't is markt op de Kioskplaats. In lang vervlogen tijden stond er hier een kiosk, waar de plaatselijke fanfare op zondag hun met noeste arbeid ingestudeerde muziek ten gehore brachten. Na de kerkgang, was dat het vermaak van groot en klein. Die kiosk is al lang verdwenen, zo ook de fanfare. De kerk waar eens de hele bevolking naar de mis ging, moet het nu stellen met twee rijen gepensioneerde oudjes, die hun plaats in de hemel willen vrijwaren. Huwelijken worden er nog sporadisch voltrokken. Doopsels ook. Vroeg of laat, maken ze er een cultureel centrum van of een moskee. De meesten zijn geklasseerd als dorpsgezicht, zelfs als ze leeg staan zijn we verplicht om ze te onderhouden. Is het dan niet beter die kerkgebouwen een nuttige bestemming te geven? Waarom ze niet ombouwen tot sociale woningen? Zo moeilijk kan dat toch niet zijn? Waar zijn al die cinema's gebleven? Verdwenen in de nevels van de tijd. De Kiosk-en Lelieplaats worden opnieuw aangelegd. Voor de zoveelste keer. Op tien jaar tijd is dat al de derde keer. Iedere nieuwe burgemeester van Antwerpen heeft die al terug laten aanleggen. Ze hebben daar in hun magazijnen waarschijnlijk een stock van tegels die ze aan de straatstenen niet kwijt kunnen. Na drie jaar verzakt heel het zootje en kunnen ze opnieuw beginnen. Maar het schept werkgelegenheid. Zo beweert men toch. De vorige twee keren waren het Hollandse kasseileggers die er aan 't werk waren. Vlaamse kasseileggers zijn uitgestorven, me dunkt…

Ik slenter over de markt. 't Valt mij op dat er minder en minder kraampjes staan. Vroeger ging men naar de markt voor de gezelligheid en omdat het goedkoper was. Nu is de nabijgelegen supermarkt stukken goedkoper en even vers. De marktkramers prijzen nog altijd met luide stem hun waren aan. 't Zijn nog altijd de laatste aardbeien, profiteer ervan, op is op. Achter hun kraam staat een vrachtwagen volgeladen met kisten aardbeien, genoeg om de helft van hongerig Afrika eten te geven. Ze zullen waarschijnlijk de laatste camion bedoelen, denk ik dan. Als je voor 20€ koopt, krijg je groenten ter waarde van 5€ er gratis bij, roept een marktkramer. Mooi meegenomen, denk ik. Er staat een bord met wat ik gratis zal krijgen. Salade, een komkommer, een bosje pijpajuin en peterselie. Tomaten zijn er niet bij. Ik vergelijk de prijzen in stilte. Althans dat probeer ik toch, maar die kloefkapper van een marktkramer heeft mij uitgekozen om tegen te brullen. Profiteer ervan, dat komt ge nergens niet tegen, roept hij. Ik vraag hem beleefd of ik ook aanspraak kan maken op die gratis koude schotel als ik maar voor vijftien euro koop. Die salade mag hij houden, ik ben maar alleen en een krop salade is een beetje te veel, zeg ik hem. Hij zet z'n klak wat schever op z'n verweerde kop. Die stadsmensen, altijd maar pingelen, hoor ik hem denken. Hij verlegt z'n aandacht naar z'n vaste klanten die nu aan z'n kraam staan. Ha, den Isidoor, hoe is het met je been? Al wat beter, hoor ik hem vragen. En Maria ziet er weer stralend uit, moest ik niet getrouwd zijn, ik zou er wel een doodzondeke voor over hebben, zegt de leperd. En moest dat mijn vrouw zijn, dan had je al lang een peer op uw muil gekregen, denk ik. Wat zeg ik? Een kilo peren die ik bij de concurrentie gekocht heb…

Ik slenter verder, op m'n dooie gemakje. De zon breekt er nu helemaal door. 't Wordt warm met die trui en skivest aan. Ze hadden toch regen en rukwinden voorspelt? Met mogelijk plaatselijke hagelbuien? Er is verdomme geen wolkje te bespeuren aan de hemel. Ik begin meer en meer te denken dat Antwerpen en omgeving een geval apart is. We hebben hier andere weergoden dan de rest van 't land. Als de zon schijnt aan de kust, dan vriest het hier en andersom ook. Ik besluit om de innerlijke mens te versterken. Koffie of Kriek? De laatste keer dat ik Kriek gezopen heb, was met Charlie en da's al een week geleden. Niets meer van gehoord en nog minder van gezien. Ik heb er een kater aan overgehouden, m'n kat was in de zevende hemel. Eindelijk een metgezel, dacht dat beest. M'n ajuinsoep, waar ik zoveel tijd ingestoken had, was 's anderendaags zuur. Vergeten in de diepvries te steken. Zonde toch hé? Ik heb de niertjes eerlijk verdeeld, voor de kat gewoon en voor mij met bearnaise. Met zelfgemaakte frietjes. Meer moet dat niet zijn en 't is goedkope kost…

Laten we beginnen met een kopje troost, zeg ik tegen mezelf. Ik zoek een plaatsje op 't terras. De enige plaats waar men nog mag roken. Ik vraag beleefd, want zo ben ik, of die plaats nog vrij is aan een jonge moeder die haar baby pap aan 't geven is. Ja zeker, zegt ze glimlachend. Ik zet me neer, wenk de dienster van dienst. Een koffie graag, met twee suikertjes, als 't kan. En als 't niet kan ook, denk ik. Ik weet uit ervaring dat men tegenwoordig overal maar één suikertje geeft, uit economische overwegingen. Ik kom hier regelmatig als het markt is, maar die dienster ken ik niet. Waar is Shania gebleven? Dat wulps jong ding? Altijd in voor een praatje en een lach. Ik vraag het aan de nieuwe dienster. Die werkt nu in het café wat verderop, zegt ze. Goed om te weten, denk ik dan…

Ik observeer de passanten. De baby naast mij, laat een ferme boer waarbij de helft van z'n pap in de nek van z'n mama terecht komt. Ze vloekt binnensmonds. Kinderen hé? Ze stopt de baby in de kinderwagen. De baby brabbelt wat, zingt waarschijnlijk een liedje over wie er zout in de rijstpap heeft gedaan. De jonge moeder wendt zich tot mij en vraagt of ik hier nog lang blijf zitten. Ik denk het wel, gezien m'n koffie nog te heet is, zeg ik haar. Kunt ge vijf minuutjes op m'n kleine passen, ik moet eventjes naar het toilet, zegt ze. Zie ik er uit als een kinderoppas, wil ik haar vragen. Maar ze is al weg. Ik zit hier nu met een baby die niet verwekt is door mij. Waarom neemt die vrouw het risico om haren kleine bij een wildvreemde man achter te laten, vraag ik me af. Ik kan evengoed een kinderhandelaar zijn, die baby's verkoopt aan de meestbiedende. Ik trek de kinderwagen naar me toe. De kleine kijkt me aan. Zeg eens papa, fluister ik. Wat ben ik toch een gek, die kleine herkent alleen z'n mama. Is hij braaf geweest, hoor ik plots vragen. Ja, hij vroeg om een paar kleurpotloodjes en een tekenschrift. 't Is een rappe hé? Ze kijkt me verbaasd aan, schiet dan in een lach. Ik moest die pap uit m'n nek verwijderen, 't stinkt als de pest, zegt ze. In 't vervolg leg je een handdoek op je schouder, ik heb dat ook moeten leren, zeg ik tegen haar met al m'n wijsheid. Hé, da's een goed idee, zegt ze. Da's dan tien euro zonder btw. Je mag het ook afkorten in maandelijkse termijnen van twintig euro. Interest inbegrepen. Je bent een dure vogel is haar antwoord…

Ik ga opkrassen, het is tijd om m'n wekelijkse hamburger te gaan halen. Ik zeg een goedendag tegen de jonge mama en tegen de kleine. Die ligt al in dromenland. Het lawaai van de markt heeft geen invloed op z'n slaapgewoonte. Ik passeer het kraam met de laatste aardbeien. 't Zijn de laatste zeker, vraag ik aan de fruitboer. Ja, nog vijf kisten en ze moeten allemaal weg. Die heeft goed verkocht, denk ik dan. Maar even later zie ik hem twee kisten terug in z'n nog volle bestelwagen plaatsen. Nog drie kisten, 't zijn de laatste hoor ik hem opnieuw roepen. Die gaat naar huis met evenveel als toen hij vertrokken is, is m'n besluit. Confituur van maken en die potjes verkopen op de markt wil ik hem als raad meegeven, maar ik vertik het om hem op het gat in de markt te wijzen…

't Is aanschuiven aan de hamburgertent. Nadine doet weer gouden zaken. Haar hamburgers zijn lekker, haar tieten ook. Ze is niet vies van seksueel getinte gesprekjes. Lokt het zelf uit. Ik, als deftige heer van middelbare leeftijd, doe daar niet aan mee. Ge gelooft me niet? Je hebt groot gelijk om mij niet te geloven. Ik ben de eerste om vuile praat te verkopen. Maar 't blijft binnen de perken…

Er staat een man voor mij die een braadworst vraagt. Met ajuin en mosterd. Nee, niet inpakken en een extra servetje, ik ben nogal een smosser, zegt hij.
Die stem ken ik van ergens. Ik tast m'n geheugen af. Charlie, da's de stem van Charlie. Ik ga naast hem staan. Hij heeft geen oog voor mij. Zit waarschijnlijk met z'n gedachten op de maan of op Mars. Ik stoot tegen z'n arm. Geen reactie. Misschien moet ik hem een stamp tegen z'n schenen geven? Dag Charlie, zeg ik hard genoeg zodat de helft van de markt zich omdraait. De andere helft is dood of al overleden, maar ze weten het nog niet.
Hij kijkt me aan. 'k Ben al twee keer aan je deur geweest, zegt hij op verwijtende toon. Ik ook, maar hij deed niet open, al goed dat ik m'n sleutel bij had anders stond ik daar mooi voor aap hé, zeg ik met een glimlach. Hij tast in z'n zakken, geeft mij vijf euro. Een hamburger, zoals gewoonlijk, vraagt Nadine. Ja, zeg ik, beetje ketchup, beetje ajuin en veel hamburger. Ik betaal, zegt Charlie en durf niet te weigeren hé? Geef er dan maar twee, is m'n gevat antwoord. En geef die wachtenden ook maar iets, Charlie betaalt, zeg ik met een grijnslach. Ik zie aan sommigen hun gezicht dat ze het nog geloven ook…

Laten we iets gaan drinken. Ik loods hem mee naar het café waar Shania nu werkt. Ze is blij me te zien want anders was ze blind hé? Ze geeft me een kus op m'n ongeschoren wang. Ik ben eventjes in de zevende hemel. Het gevoel van nog goed in de markt te liggen doet me deugd. En ik, zegt Charlie. Wachten tot het Nieuwjaar is hé, zegt ze. Met enig leedvermaak zie ik hem rood worden. Als ze weten dat je schrijft, heb je toch een streepje voor, is m'n conclusie. Die gedichtjes die ik vroeger voor haar geschreven heb, daar pluk ik nu de vruchten van. M'n handen tintelen. 'k Heb veel goesting om eens ferm in haar bips te knijpen. Maar ik doe het niet, ten dele omdat ik welopgevoed ben en ten dele omdat ik waarschijnlijk haar dienblad tegen m'n tronie zal krijgen. Een mens mag niet te veel willen hé? We nemen plaats onder een parasol. Gaat ge op skivakantie, vraagt Charlie die z'n geweigerde kus schijnbaar al vergeten is. Ja, antwoord ik, m'n skilatten zijn bij de schoenmaker. Die gaat er schoenen op monteren met ingebouwde mp3-speler en een gps-systeem. Een mens moet meegaan met z'n tijd hé? Kunt gij wel skiën, vraagt hij me. Ja, geleerd bij de Ardense Jagers. Toen ik nog gelegerd lag in Arlon. In de winter was kunnen skiën geweldig handig als we onze frieten moesten halen. Hij schudt met z'n hoofd, gelooft me niet. Iedereen kan toch skiën, 't is hetzelfde als met de fiets rijden. Eens je het kunt, verleer je het nooit meer…

Shania vraagt wat we willen drinken. Een Kriek van 't vat, als je dat hebt, m'n engeltje. Slijmbal, antwoordt ze. Da's m'n tweede naam, zeg ik haar. 't Is wel Mort Subite, zegt ze. Zoveel te beter, laat mij sterven in je armen. Ze kan niet volgen. M'n poëtische ontboezeming is van te hoog niveau, vermoed ik. En voor meneer, vraagt ze. Zeg maar Charlie, zegt hij, Charlie voor de vrouwtjes hé? Shania kijkt me aan met ogen die zich afvragen waar ik die gek weer gevonden heb. 't Is toch raar dat de ene alles mag zeggen en de andere er beter aandoet z'n klep te houden. Wat zal meneer drinken, vraagt ze voor de tweede keer, nu met nadruk op meneer. Een beetje uit z'n lood geslagen vraagt hij een Rodenbach met grenadine. Rodenbach met grenadine, drinken de vrouwtjes dat ook niet?

©GoNo

 

feedback van andere lezers

  • andremoortgat
    Kriek en Marktslenteren
    En passanten enteren
    Leuke observatie
    GoNo2: Dank u wel!
  • ivo
    toch schitterend hoe je dat schrijft :)
    GoNo2: Dank u wel!
  • dorus
    knap!
    GoNo2: Dank u wel!
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 6

Uitstekend: 3 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 3 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .