writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Een kwestie van inleven

door RolandBergeys

"Veroordeel hem niet, pa," zei de vrouw. Ondertussen keek de man die ze pa had genoemd, weg van de stervende in het bed. Eensklaps, als in een opflakkering, keek deze hen helder aan té helder, met de blik op oneindig, de zaal, en de verte in.

"Aids," zei ze, "velt Jean nu, maar anderen zullen volgen."

Een golf van schokken voer door de man die ze Jean had genoemd, en als op afspraak bogen ze zich naar hem toe. Zijn kuchje deed hen echter wat dom het publiek in kijken - ze hadden hem liefst luidop vervloekt. Even later konden hun buigingen zijn wanprestatie ook niet verdoezelen: het doek schoof dicht, het applaus was zwak geweest.

En Jean (hij heette wérkelijk zo), wel, het-kon-hem-worst-wezen! Hij keek nog vlug naar een Hindoe meisje in de loge naast theaterbaas Boeckstaens, dat hem heel de tijd met haar grote, donkere kijkers had gefixeerd - hem haast had verleid, lees maar! Dat zo'n kind naast zo'n idioot zat: die Boeckstaens met zijn punthoofd, zijn lange, gele tanden en zijn diepe, hovaardige rimpels, was één cliché, een skelet dat almaar lulde over "inleven in je rol." Jean knipoogde naar haar, maar ze sloeg de ogen neer. Ach, hij had zich wat ingebeeld...

In de kleedkamer stak hij een sigaret op, en keek in de spiegel. Al acht keer had hij dat stuk met een stel wereldverbeteraars gespeeld melo vroég om overacting doch erger was, dat hij 't nog elf keer zou moeten brengen. Jean grijnsde evenwel: gelukkig maar, hadden theaterspiegels wat, de lampen er rond voorspelden de charme van de bühne, en daar dweepte hij dan weer mee. Hij zei stil: "Aids: een experiment, religieuze rem op erotiek, of een foutje van de Schepper - ga, en vermenigvuldig u, maar... 'zo' was 't ook niet bedoeld."

Het was hem te binnen geschoten, en hij had het traag gearticuleerd, fier - oefening was het, stimuleren van eigen kunnen: voor zijn veertigste zou hij een Grote rol spelen, in een Groot stuk - het was misschien een kwestie van inleven, maar dan moesten ook anderen in hém geloven! Tot dan zou hij het stellen met zulke klusjes.

Jean stapte op, en wou weg langs de hoofdingang. De zaal lag in het duister, en mogelijk was hij haar daardoor zo vlug gewaargeworden. Als een schim was ze langs hem heen gegleden, een zucht, een zweem parfum, en meteen had hij aangevoeld, dat die bij dat vrouwtje naast zijn directeur had gehoord...

"Hela?!"

Naaldhakken tikten in de coulissen. Hij sprong op het podium, en vloekte: ze zou haar nek breken ginds, tussen die rommel - dat-hij-nog-zaalwachter moest-spelen-ook?!... Hij lichtte bij met zijn aansteker en ging voort. Panelen en rekwisieten stonden kriskras door elkaar, wachtend op een poetsbeurt, een nieuw stuk, of op afbraak. Hij riep nog een keer: "Juffrouw?!..."
Juist dan stootte hij tegen iets: een schoen, zowaar... Wat verder lag een tweede, en nog verder, half onder een ridderhelm, een handtas. God, ze wou dat hij haar volgde!

"Kom hier... eh,... juffrouw?"

De aansteker gloeide in zijn hand, en onzeker vorderde hij langsheen de decors, terwijl hij zich afvroeg wat ze van hem wou. De geur van haar parfum deed hem inhouden. Daarop trok een geluid zijn aandacht, 't had eerst onnatuurlijk geleken, doch nu herkende hij het: ze klakte met haar tong ze lokte hem!... Hij scheen voor zich uit, knipte de vlam terug uit, weer aan. Wat hij zag was zo vreemd, dat hij dat wel drie keer na mekaar deed: vijf meter voor hem, zat die meid naakt tegen een kartonnen rotswand! Haar kleren lagen naast haar op een hoop. Haar ogen glommen in de gloed van de vlam.

Hij sloot de ogen.
Keek opnieuw.
Ze zat er nog.
Ze rilde.

Ze rilde, en begon tegen de wand te kronkelen, zijn blik vangend gelijk een cobra dat met zijn prooi deed, alleen was haar houding uitnodigend. Traag ging hij op haar af. Haar nagels krasten in het karton. Hij zou vragen waar ze vandaan kwam, en waarom ze hem, juist hem...

Dit was een droom... Het was weken geleden, dat hij had gevrijd, dat dit hem net nu overviel! Zijn hand zakte naar de hare. Ze liet hem begaan. Jean lachte: hier kon nu niemand anders zijn. Ze lachte terug, en liet haar lippen de zijne zoeken. Hij smeet de aansteker op de grond, voelde hoe ze hem uitkleedde. Het duister kreeg er iets primairs, én volmaakts door: eeuwen en mijlen scheidden hun culturen, maar dit voelde hij, zou alles overbruggen. Haar benen sloten zich om de zijne, en ze groeiden naar een hoogtepunt, waarna ze uitgeput in slaap vielen.

Het was een lichtstreep tussen de gordijnen die de acteur wekte, en zich deed afvragen wat hij daar deed, bloot, alleen... Ho, een droom was dit geweest, maar nu was die meid wég?... En hij had niet eens haar naam gevraagd. Hij zou wel kluns blijven op dat vlak. Pas dan zag hij de spiegel tegen een Lodewijk de dertiende kast. Het stof was eraf geveegd, en er stond wat op geschreven. Hij ging dichterbij.

Het is lippenstift, stelde hij vast - vage letters, doch ze intrigeerden hem - gek, dat eerst de materie, en dan pas de boodschap doordrong. Maar toen dat gebeurde, stond hi ook paf.


Welkom in de Aids club


las hij één keer, twee keer. De gedachte die hij voordien nog zo zelfminnend had gearticuleerd, kwam weer op: een foutje van de Schepper... Jean sloeg zijn vuist tegen het glas. Het vloog in splinters. De pijn vrat in zijn huid, en hij kreunde het spel zou werkelijkheid worden, daar was hij, godverdomme, zeker van. Hij keek dof voor zich uit.

Arme, arme Jean... Wat hij niet wist, was wat die meid tezelfdertijd deed. Gnuivend zat ze in een zetel bij Boeckstaens, en bestudeerde haar vingernagels terwijl deze een la opende. Daarop schoof de directeur haar de beloofde honderd euro toe, samen met het contract van zijn theater. Ze stopte alles weg en ging voort, terug naar het Brabants dorp waar ze geboren en getogen was, en waar ze straks de bruine huidverf zou verwijderen en haar pruik zou dumpen. Neen, dat wist Jean niet. Zijn elf volgende voorstellingen waren daarentegen grandioos, en werden op staande ovaties onthaald.

"'t Is een kwestie van inleven," zei Boeckstaens na de laatste opvoering, hij stak een sigaar op, en blies dikke wolken de lucht in.


Net doodskoppen.

 

feedback van andere lezers

  • gono
    Knap,geweldig goed geschreven!
    RolandBergeys: Dank je van harte!
  • waterklok1
    schitterend!
    schokkend om te lezen!
    lot
    RolandBergeys: Dank je, Lotje, maar schokkend is misschien ook nogal raar, hoor: 't is pure fictie.
  • aquaangel
    een pluim!
    RolandBergeys: Merci beaucoup, Angélique.
  • DensPowells
    Zoals de voorgaanden moet ik vaststellen dat het een pakkend mooi stukje proza is.
    Ik had af en toe wel last met je interpunctie. Zo zou ik bv "..de man die ze pa had genoemed weg van de stervende..." en
    "Aids", zei ze, "velt.."
    "Al acht keer had hij dat stuk met een stel wereldverbeteraars gespeeld melo vroég om overacting doch erger was, dat hij 't nog elf keer zou moeten brengen." (hier zit iets raars in?)
    etc..
    schrijven.. Misschien eens nalezen?
    RolandBergeys: Dat nalezen heb ik voldoende gedaan, de interpucntie, daar heb je gelijk in. Thx voor de fb.
  • kronos
    verrassend mooi !
    RolandBergeys: Hartelijk dank!
  • drebddronefish
    Heerlijk stukje proza is dit, heel goed geschreven, staat me zeer aan
    RolandBergeys: Hartelijk dank!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .