writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dood in de woestijn - deel 3

door sneakers1982

Het eerste wat Harpilliot voelde was een kloppende pijn net boven zijn oog. De wereld veranderde van zwart naar een wazig scherm van kleuren. Hij kreunde. Er was iets mis, maar hoe hard hij ook probeerde, hij kon niet vaststellen wat precies. Stilaan werd zijn zicht scherper en scherper. Hij bevond zich op wat een binnenplein leek. De zon brandde meedogenloos op zijn gezicht. Toen zag hij figuren op zich afkomen. Ze bewogen zich traag, eentonig, maar toch kwam er een soort van dreiging uit hun manier van lopen. Harpilliot kreeg weer gevoel in zijn andere ledematen, en met dat gevoel drong de realiteit met een harde klap tot hem door. Hij draaide zijn hoofd en keek naar zijn armen, eerst naar de linker, dan naar de rechter. Niet minder dan drie dikke nagels staken uit zijn handen en voorarmen. Hij was aan een kruis geslagen, een karikaturistische versie van Jezus Christus. De figuren waren ondertussen bij hem aangekomen, Harpilliot koel aankijkend. Harpilliot bestudeerde hen aandachtig, en nu pas viel hem de grauwe kleur op die hun huid had. Één van hun had wegrottende oren, van een ander hing de huid in losse flappen aan zijn schedel. Nog een ander leek geen ogen te hebben, en wat Harpilliot het schokkendst vond was de gruwelijk verkeerde stilte die er heerste: ze ademden zelfs niet. Het waren doden. De wereld droei weer voor Harpilliot zijn ogen. Dit alles kon toch niet waar zijn? Maar de voortdurende pijn in zijn ogen, en nu ook in zijn handen en armen, vertelden een ander verhaal. Met al zijn wilskracht bleef Harpilliot bij kennis. De doden bleven hem aankijken, stil, taxerend. Toen kwamen er twee in beweging. Harpilliot zijn hart verkilde. De twee kwamen in hun bizarre, monotone gangetje naar hem toe. Er stond een bankje precies onder zijn handen. Daar gingen ze op staan, en trokken Harpilliot zijn handen los. Hij schreeuwde. Harpilliot plofte neer op de stoffige grond, zijn schreeuw ruw afbrekend. Hij draaide zich op zijn rug. De twee die hem op pijnlijke wijze bevrijd hadden, kwamen op hem af. Ze knielden bij hem neer, en één ervan pakte Harpilliot zijn arm stevig beet. Harpilliot zag wat hij van plan was, en schreeuwde weer, luider dan daarnet, hij schreeuwde voor zijn leven. De levende dode zette zijn tanden diep in zijn vlees, en op dat moment klonk een luide knal. Milliseconden later leek het hoofd van de levende dode te exploderen. Het lichaam sloeg hard achterover, schokte nog wat na, en bleef dan roerloos liggen. De anderen keken emotieloos in de richting van de knal. Niet lang daarna klonk nog een knal, en een tweede wezen sloeg met versplinterde kop achterover. En nog een. En nog een, tot Harpilliot alleen lag tussen een vijftal lichamen die, zo leek het geval te zijn, voor een tweede maal gedood waren. Harpilliot richtte zich op zijn ellebogen op, en keek ook in de richting van de knallen, een genadeschot verwachtend. Een meter of vijftig verder stond een man in een bruine lederen broek en een vuil wit hemd. Hij had een groot jachtgeweer vast, en keek recht naar Harpilliot. Toen draaide hij zich om en verdween achter de huisjes. Harpilliot stond moeizaam recht, en floot toen krachtig op zijn vingers, hopend op reactie. Maar P'rjoum kwam niet. Het enige antwoord dat hij kreeg was van de bergen die zijn fluitsignaal terug echoden. Harpilliot strompelde weg, verzwakt. Hij deed een beroep op zijn oriëntatie om de grote poort terug te vinden. Het duurde niet lang of hij zag de poort al in de verte tevoorschijn komen. Met al zijn wilskracht wist hij ze tenslotte te bereiken. Net toen hij er door wou lopen, zakte hij door zijn knieën. Al de kracht was uit zijn benen weggevloeid, maar er was nog iets. In zijn rug voelde hij tientallen paren dode ogen priemen. Hij keek achter zich, en aan de saloon, waar hij zijn eerste verschrikkelijke ontdekking in die stad had gedaan, zag hij wel twintig levende doden staan. Ze keken hem allemaal aan. Dat gaf hem weer de kracht die hij nodig had, en Harpilliot glipte door de poort, zich afvragend hoe hij nu verder moest. Iets snoof. Harpilliot zijn hart maakte een sprongetje van geluk toen hij P'rjoum wat verder zag staan. Hij floot, en zijn trouwe viervoeter gehoorzaamde onmiddellijk. Harpilliot hees zich op zijn vriend, en samen reden ze weg van die verdoemde plek.

 

feedback van andere lezers

  • Vansion
    intrigerend!
    (dat sprongetje van geluk klinkt wat gek na al die belevenissen)
    sneakers1982: bekijk het zo: een mens zou voor minder content zijn als je vervoer naar betere oorden daar tegen alle verwachtingen in daar toch staat ;-)
  • feniks
    Bizar, bizar ...
    Ik zal maar best delen 1 en 2 ook eens lezen.
    Zou het opdelen van je verhaal in paragrafen, de leesbaarheid niet verhogen ?

    groeten
    Feniks
    sneakers1982: hmm ja misschien wel... bedankt voor de tip!
  • gono
    Zijn zich?
    sneakers1982: ? ik volg niet sorry
  • fenk
    Je moet wel een beetje ziek zijn om dit te schrijven, maar dat is geruststellend voor mij (ik ben niet alleen!) :-)
    Gono bedoelt de derde regel: "zijn zich" -> "zijn zicht".
    Enkele regels verder: droei -> draaide ?
    sneakers1982: Volgens mij zijn de meeste schrijvers een beetje getikt ;-)
    Aaaaaah ok, wordt veranderd!
    Bedankt voor de fb!
  • Nine
    Als je een late ontdekker van sneakers1982 bent, heb je het voordeel dat je de drie delen achter mekaar kan lezen :-)
    Schitterend geschreven!
    sneakers1982: Dank u :-)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .