writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

herinneringen (7) (slot)

door ivo

Om mee te zijn gelieve eerst de 6 vorige delen te lezen, zodat de context van het geheel mee hebt en je dit gedeelte hierin kan plaatsen.
------------------------------------------------------------

De andere oever van de Schelde zag er altijd veel groener uit. En op Sint-Anneke wonen was altijd een feest. Ik woonde graag tussen dat groen. Maar om te wandelen verkoos ik toch de bossen waarin de bomen de eeuwen hadden getrotseerd. De opmars van de haven kon je overal merken, maar het vele groen vergoelijkte nog veel.

Toen ik mijn wagen parkeerde voor het huis, merkte ik dat een grote vrachtwagen, geladen met gevaarlijke stoffen, door onze wijk reed. Een chauffeur die waarschijnlijk de drukte op de grote wegen wou ontwijken en met zijn gevaarlijke lading dan maar een hele wijk in gevaar bracht.

Het liet mijn gedachten weer waaien naar het verleden.

De oorlog werd enkel wreder en toen er eindelijk een wapenstilstand kwam, was de oorlog nog altijd niet voorbij. De duizenden die als gehandicapten de oorlog achter zich konden laten, waren nu in een heel andere strijd beland. Zij moesten zien te overleven in een maatschappij die ook zonder die oorlog al heel wreed om zich heen greep.

Ik kwam als officier terug naar huis. Karel was niet verder gekomen dan brigadier. Niet dat het mij iets deed, maar het aanzien dat je kreeg als kapitein was wel enorm. Ik, die lezen kon noch schrijven, werd plots een hoger geacht persoon in mijn eigen woonplaats. Zelfs "mijnheer doktoor" sprak me met veel respect aan. Alsof ik plots totaal iemand anders was geworden.

Karel en Netje waren dikke maatjes geworden en dat was goed te zien.

De vader van Karel was blij dat zijn zoon ongedeerd was teruggekomen en had mij hiervoor ook uitdrukkelijk bedankt. Want het was mede door de speling van het lot, ik werd van het front weggeroepen, dat ook Karel uit die gevarenzone was ontsnapt.
Katrien was een echte dame geworden. Zij had op mij gewacht, dat was duidelijk. Ikzelf zag haar wel zitten maar besefte ook dat het cultuurverschil tussen ons heel groot was. Katrien had me al wel eens de hint gegeven les te volgen bij meester de Buck, zodat ik zou kunnen lezen en schrijven. Maar voor een arbeider in een fabriek was dit echt wel moeite voor niets. De vader van Karel had me wel een baan aangeboden waardoor ik plots meer was dan zomaar een arbeider, maar ik begreep dit niet zo goed. Waarom was die arme arbeider van achter de hoek nu plots minder geworden dan ik ?

Zou ik, omdat ik toevallig een oorlog had meegemaakt en hierbij een jonge man had leren kennen die Frans sprak en die mij een beetje hielp en ik hem, plots geen ordinaire 'arbeider' meer zijn? Mijn oude moeder probeerde me te overtuigen dat het geluk mij gevonden had en dat ik dat met beide handen moest grijpen. Het verscheurde gevoel, dat ik plots niet meer was wie ik al altijd was geweest, maakte me heel onzeker.

Ook de onuitgesproken verwachting dat ik met Katrien zou trouwen lag me heel zwaar. Natuurlijk wou ik met haar trouwen en natuurlijk wou ik de schoonzoon zijn van, maar ik wou ook mezelf blijven en vooral de waarden die ik kende trouw blijven. Ik voelde me als een biggetje dat men uit de stal had gehaald en netjes had opgepoetst, om het dan met een strik en een sjiek kostuum in huis te laten rondlopen. Bij de eerste modderpoel zou het varkentje toch terug zijn eigen natuur volgen.

Ik had die verfijnde opvoeding niet gehad. Ik kende niets van muziek, wetenschap en cultuur. Het enige wat ik kende was met mijn handen hard te werken. En ik had wel een flinke dosis gezond verstand, maar dat hielp enkel om het noodlot dat me trof tot een meer aanvaardbare situatie om te buigen. De arbeider die zijn weekloon dezelfde avond nog opdronk, had het nog veel moeilijker.

Tot mijn grote verwondering kon Katrien begrip opbrengen voor de vragen die ik me stelde.
Het was een innerlijke oorlog die ik voor mezelf moest strijden. Katrien legde haar hand op mijn schouder en zei dat ze zou wachten tot ik met mijn eigen demonen had afgerekend. Ik stond met mijn valiesje en mijn oproepingsbrief terug op een groot plein. Ik er nu echter alleen voor.

De oorlog was dan wel voorbij, maar in mij woedde een andere oorlog. Een identiteitscrisis was uitgebroken. Eigenlijk was mijn leven veel ingewikkelder geworden. Als ik in de fabriek was gebleven en niet naar die idiote oorlog had gemoeten, dan was mijn leven een stuk simpeler geweest. Wel hard, maar zo leefden honderdduizenden mensen, voor wie de vooruitzichten nooit zouden verbeteren..
Maar, nu ik door het lot plots in een andere cultuur was geworpen, was het net of ik vleugels had gekregen waarmee ik al die zwarte dagen kon overvliegen en achter mij laten. Hierdoor kon ik, onaantastbaar voor het leed dat mij ongetwijfeld zou hebben getroffen, een totaal nieuw leven opbouwen.

Van de eer en de lof die men mij had toegezwaaid had ik wel genoten, maar ik wist dat het een farce was. Ik was een arme arbeider die met moeite de eindjes aan elkaar kon knopen. Ik had geen school gezien en kon niet eens mijn eigen naam schrijven. Blijkbaar was het in die andere wereld niet zozeer belangrijk wat je kon of niet kon, maar was het de uiterlijke schijn die de scheiding maakte tussen hen en ons.

De vader van Karel vertelde me dat zijn vader ook maar een ordinaire arbeider was. Maar omdat hij in Frankrijk een klein bedrijfje had kunnen opstarten dat enorm aansloeg, had hij een fabriek kunnen laten bouwen. Men moet ergens beginnen. Toch bleef de bevreemding aan me knagen.

Ik kon mijn verleden gewoon vergeten en als kapitein bij de lansiers een nieuw leven beginnen. Of ik kon als schoonzoon van de fabrieksbaas een ander leven starten, en mijn neus ophalen voor de mensen waar ik enkele jaren geleden nog bij hoorde. Maar zo zat ik niet in elkaar.
Als arbeider was ik in die andere wereld niet eens welkom. Men keek zo neer op die simpele ziel die, als hij honger had, het best kon stellen met wat koeienpoten en beschimmeld brood.

Deze werelden kon men niet samenvoegen en ik begreep dat ik niet moest proberen dit te doen. Zelfs als ik in de officiersmess al eens liet vallen dat ik ooit arbeider was geweest, dan zag ik het ongeloof in de ogen van mijn naasten. Ze lachten met me en wensten mij niet te geloven. Ik durfde er niet bij te zeggen dat ik niet kon schrijven of kon lezen. Want het zou als een boemerang terugkomen en die informatie zou geen meerwaarde hebben gegeven aan de relatie die ik had met deze heren. Integendeel, het zou mij terug in de verkennersput voor het front gegooid hebben. Daar waar ik in een onmetelijke angst met mezelf had moeten vechten. Een trauma waar ik nog altijd wakker van werd.

Maar vreemd genoeg kon ik ook niet meer gewoon mijn arbeidersplunje aantrekken en mijn lotgenoten in de fabriek vervoegen. De omstandigheden hadden van mij een ander mens gemaakt. Ik kon niet zomaar terug de fabriek inlopen en de baan, die ook mijn vader jarenlang had uitgeoefend, gewoon verder zetten.

Ik was besluiteloos. Een mooi leven lag voor mijn voeten. Ik kon een rijk leventje instappen en ik zou me er direct naadloos mogen invoegen, hoewel het grijze roddelcircuit me achter de rug mijn achtergrond wel zou blijven aanrekenen. Anderzijds zouden de vrienden van jaren geleden plots geen vrienden meer mogen zijn. Ik had mijn vroegere makkers nog wel eens opgezocht, maar ook zij waren niet meer dezelfde. Vier van mijn beste maten hadden de oorlog niet overleefd en twee andere waren gehandicapt uit de strijd gekomen. De armoede kon ik van hun gezicht aflezen.

Na heel veel denken en piekeren had ik een besluit genomen.
Ik vroeg Karel of hij er iets op tegen had om eens samen met zijn vader, zijn moeder en Katrien rond de tafel te gaan zitten. Karel was blij dat ik eindelijk over mijn innerlijke strijd wou praten.
De volgende avond, na een heerlijke maaltijd, zat ik met mijn nieuwe familie aan tafel. Ik schetste mijn probleem en mijn poging om mijn eigen identiteit hierin te ontdekken. De vader van Karel knikte zeer begrijpend. Ook in Karels ogen zag ik een teken van begrip. De moeder van Karel echter vuurde kogels af met haar ogen. Zij had duidelijk geen begrip voor mijn situatie. Zij zei het ook. Ik was een ondankbaar kieken dat nog te stom was om geslacht te worden.
De vader van Karel werd heel boos en stuurde haar van tafel. Iets wat ik niet toestond. Elke mening was een mening. En wat niet uitgesproken werd , zou mij toch aangerekend worden. Ik wist liever op voorhand wat er mij boven het hoofd hing, zodat ik achteraf niet kon zeggen dat ik het niet had geweten.
Katrien liep wenend weg van tafel. Haar kon ik niet dwingen om te blijven.
We besloten de avond met het voornemen met zijn allen hierover na te denken.
De volgende ochtend kwam Katrien naar mijn slaapkamer en legde zich naast mij in bed. Ik begreep echt niet wat me overkwam. Karel die in het bed aan de overkant van de kamer sliep, was niet wakker geworden.
Ik fluisterde haar in het oor dat ik haar graag zag, maar dat ons huwelijk onvermijdelijk zou stranden als ik in dit dilemma geen antwoord had gevonden. Katrien zei me dat ze een enorme bewondering had voor mijn overwegingen. Dat ik niet direct voor al die rijkdom wou kiezen had haar overtuigd dat ik de enige was die haar gelukkig kon maken. Zij fluisterde in mijn oor dat we samen naar Australië konden verhuizen. Daar kende niemand ons en daar moesten wij het samen waarmaken. Geen geroddel en geen afgunst. Verhuizen naar Australië, ja, dat was de oplossing! Een zware last viel van mijn schouders en het voelde als een verademing in mijn lijf.

Ik stuurde Katrien de kamer uit, want ik wou geen problemen met haar moeder. Ze was een beetje teleurgesteld, maar begreep wel dat wat ze nu wou, nog niet mogelijk was. De zon was eindelijk doorgebroken.

Bij het ontbijt, dat nogal bedrukt verliep, vertelde ik over onze plannen. Vaders ogen lichtten op. Ook Karel liet zijn lepel haast vallen van blijdschap. De moeder van Katrien barstte echter in tranen uit. Zij was duidelijk niet opgezet met mij als schoonzoon. Vader klopte op mijn schouder en vond het een geweldig idee. Dat het idee om te emigreren van Katrien kwam werd in heel de emotie niet gehoord.

Toen ik het nieuws aan mijn oude moeder vertelde, begon ze te wenen. Ze had geen gebrek, maar afscheid nemen van haar enige zoon zou heel zwaar zijn. Netje woonde bij haar in, want zolang ze niet gehuwd was met Karel, mocht ze niet in hetzelfde huis wonen. Ikzelf mocht altijd in de kamer van Karel slapen.
Netje kwam net binnen. Zij legde haar hand op de schouder van mijn moeder en zei haar heel lief dat ze heel graag zou hebben dat zij haar moeder werd. De Duitsers hadden heel haar familie uitgemoord en ze had niemand meer.
Sindsdien had ik er een zus bij. Moeder barstte in tranen uit. Ze verloor een zoon maar ze won een dochter. Het leven kan heel moeilijk zijn. Ze wou enerzijds jubelen omdat ze Netje als haar dochter mocht zien en anderzijds weende ze omdat ik zou vertrekken naar een land waar ze nooit zou komen.

Tijdens mijn oorlogservaringen had ik heel veel Engels geleerd. Genoeg om een serieus gesprek te voeren, maar toch onvoldoende om te emigreren. Ons huwelijk werd voorbereid en ondertussen kreeg ik privé-les van Katrien en van een leraar Engels.
Omdat ik de taal perfect moest leren, kon ik mijn handicap, het niet kunnen lezen en schrijven ook wat verhullen. Katrien zou samen met mij Engels gaan leren en zij zou me eerst leren lezen en schrijven. Eenmaal ik de pen in mijn hand had en de inkt over het papier liet krassen, bleek dat ik een goede leerling was. Het lezen ging vrij vlot maar het schrijven ging eerst nogal moeilijk. De leraar dacht dat het door de oorlog kwam. We hebben hem in zijn wijsheid gelaten.

Ons huwelijksfeest verliep zeer bizar. Omdat ik nog steeds de rang van kapitein droeg, werd ik verplicht om in uniform te huwen. Hierdoor was een heel grote delegatie van officieren op het huwelijk aanwezig. Ook vanuit Engeland waren officieren overgekomen. Ik was een held en ze wensten mij niet te vergeten. Maar ook mijn oude vrienden uit de fabriek waren er aanwezig. Twee werelden die elkaar vonden op ons feest.
De dokter die mij als soldaat had opgevorderd om te helpen was ook aanwezig. Hij was verrast dat ik mijn oude leven niet had verloochend. Een gebaar dat hij heel hoog achtte.
Toen hij twee dagen later terug naar Engeland vertrok had hij me een kaartje gegeven. Met dat kaartje mocht ik in Sidney een zekere zakenman bezoeken.

Het werd een dubbel huwelijk. Want Karel en Netje huwden samen met ons.

De boot vertrok in Marseille. Mijn oude moeder stond wenend in de armen van Netje te wuiven. Mijn schoonvader stond naast Karel. Mijn schoonmoeder was thuis gebleven. Zij zorgde voor haar eerste kleinkind. Want Netje had al een buikje toen ze met Karel huwde. In het verzwijgen van "schanddaden" was mijn schoonmoeder een expert. Zij had al lang een verhaaltje klaar om het vroegtijdig geboren worden van haar eerste kleinkind te verkopen aan de omgeving waarin zij leefde. En het pasgeboren baby'tje kon toch niet mee naar het verre Frankrijk. Zo had ze een geldige reden om thuis te blijven.

Pas heel wat jaren na de tweede wereldoorlog kwam ik terug naar Vlaanderen. Ik had een succesleven achter de rug. Het contact via de Engelse dokter was zeer vruchtbaar geweest. Samen hadden we een concern kunnen opbouwen, waarbij het geld dat ik verdiende nooit ten koste was van de arbeiders die hiervoor moesten werken.

Toen ik terugkwam in Vlaanderen waren Katrien en ik in Antwerpen gaan wonen. Dit om Karel en Netje niet in de weg te zitten. Ik had mijn moeder niet kunnen begraven. Netje en Karel waren in al die tijd vele malen naar Australië gekomen. Tijdens de andere wereldoorlog waren Netje en de kinderen bij ons. Karel was bij zijn fabriek gebleven. Mijn schoonouders waren nog niet zo lang dood. Katrien was naar de begrafenis van haar moeder gegaan. Vader was enkele weken later gestorven. Van verdriet werd er gezegd. Maar feitelijk was het ietsje anders gegaan.
Vader had al lang kanker en moeder wou niet na hem sterven. Zij had de pillen, die vader moest nemen, ingenomen. Hierdoor was ze enkele weken voor hem gestorven. Vader had misschien nog enkele jaren langer kunnen leven. Maar die klap is hij niet meer te boven gekomen.

De vrachtwagen met zijn gevaarlijke lading reed zonder grote problemen weer door. Ik kon mijn wagen gemakkelijk parkeren. Er was plaats genoeg. Ik was thuis.

 

feedback van andere lezers

  • Theo_Roosen
    Adembenemend mooi. Theo.
    ivo: Bedankt Thro
  • Henri_Cylma
    heel mooi ivo, probeer wel de verhaallijn strak aan te houden aangezien je flashback gebruikt.
    ivo: bedankt ..
  • Henny
    Een heel mooi end al ging het opeens wel erg snel. Je had er nog een deel van kunnen maken. Heel de serie enorm graag gelezen!
    ivo: ja idd dat had gekund, maar op deze site leest men niet zo graag deze verhalen, dat zie je aan de reacties en op een gegeven moment ontbreekt de moed om het verhaal dieper uit te bouwen, want dan zouden er ook andere verhaallijnen moeten meegenomen worden om het geheel interessant te houden.
    Ik heb veel geleerd van dit vervolg verhaal

    ik moet ook veel minder 'toen' gebruiken maar meer uit de buik schrijven ...
  • thijl
    De controverse tussen de sociale klassen van toen is goed weergegeven. We moeten ervoor waken dat die tijden weerkeren, net zoals we moeten waken voor het gegeven dat oorlog geromantiseerd wordt. En jij doet dat op een prima manier. Mijn oprechte complimenten...
    ivo: bedankt thijl ..
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .