writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sofietje

door remy

In de zomer 1965 kreeg ik een nieuwe fiets, geen mooie fiets, maar er was heel veel werk voor verricht. Pa was conciërge op de LTS en had de verschillende afdelingen van de school nauwlettend in de gaten gehouden, wat resulteert dat ik anno 2006 nog steeds zit opgescheept met onverslijtbaar huishoudelijk gemak, zoals een bankschroef, een helft van een stoffer en blik (het blik,) een aardappelkistje en een keukentrap. Er was in dat jaar bij tweedejaars leerlingen van de metaalbewerkers en de automobielmonteurs in spe, een samenwerkingsverband gesloten, wat resulteerde in het gezamenlijk produceren van vervoermiddelen. Vrachten met onbruikbaar metaal, auto's, grasmaaiers en ander afgedankt materiaal werden op het schoolplein gestort als lesstof die leerlingen tot lesmateriaal diende. Wanneer bijvoorbeeld een auto op het schoolplein werd gesleept, werd hij eerst gedemonteerd door de automonteurs, het chassis en de carrosserie werd door de metaalbewerkers onderhanden genomen. Het geheel weer gezamenlijk - na het reviseren van de motor - in elkaar gezet. De afdeling elektriciens verzorgde de bekabeling en de schildersafdeling voorzagen het voertuig van een gespoten laklaag. Een lucratieve manier van samenwerken wat mijn vader niet was ontgaan.
In zijn ogen moest het een fluitje van een cent zijn, om in een dergelijke samenwerking een fiets te kunnen realiseren voor zijn jongste zoon. Hij had immers geen geld voldoende voorhanden om iets dergelijks tweedehands aan te schaffen, laat staan een nieuw exemplaar.

Door de leraren van de praktijkafdelingen werd aan zijn verzoek voldaan. Van metalen buizen van diverse afmetingen werd door de metaalafdeling een frame gemaakt. Lassers kwamen er aan te pas, en leraren onderling hadden naven en tandwielen uitgewerkt op papier die de leerlingen dienden uit te voeren. Spatborden werden met de hand in vorm geslagen en het stuur doormiddel van een buigijzer gevormd. Naar ik heb begrepen was de bagagedrager en het fabriceren van de trappers de grootste uitdaging.
Nadat de fiets door de schildersafdeling was voorzien van een erwtensoepgroene laklaag, werd ik een dag voor mijn verjaardag op de school ontboden. Mijn vader was uiteraard zeer trots op het cadeau dat hij mij zou overhandigen. Na de eerste aanblik van het gevaarte had ik niet de moed te zeggen dat het in mijn ogen een afgrijselijke verschijning was. Ik speelde enthousiasme en ergens diep in mijn hart was ik toch wel trots op mijn vader, omdat hij zo'n groot cadeau voor me had verwezenlijkt. Maar de fiets zag er totaal anders uit dan de exemplaren die doorgaans door mijn vriendjes werden bereden. Ik denk dat ik met mijn geacteerde trots de fiets dankbaar heb aanvaard. De betrokken leraren en mijn vader stonden op het schoolplein om een proefronde te aanschouwen die door mij werd verreden. De fiets woog ongeveer twintig kilo, de ketting slipte en er zat speling op het stuur. Een standaard ontbrak, het voor spatboord zat scheef en het achter spatboord rammelde. Een kettingkast was te moeilijk en de trappers zaten ongelijk op de naaf. Mijn vader en de leraren hadden groot plezier mij rondjes te zien rijden, ik schaamde me diep.
Buiten de schaamte had ik ook plaats gemaakt voor een dankbaarheid, omdat ik het jaar daarvoor 'slechts' een padvindersfluitje voor mijn verjaardag had gekregen, dat ook gespeeld dankbaar door mij met schaamte werd ontvangen. En om dan het jaar daarop een fiets te mogen ontvangen, mocht ik beslist niet klagen, ik was minder gewend. Na mijn verjaardag maakte ik mij bespottelijk bij mijn vriendjes met mijn 'tank,' zoals zij mijn fiets noemden. Na een dag lag er al een trapper af die ik quasi nonchalant op het aanrecht had gelegd, met een non-verbale bedoeling dat de fiets waarschijnlijk niets waard was, stuk ondankbaarheid die ik was. Mijn vader was niet boos ondanks zijn opvliegend karakter, maar repareerde helaas mijn 'tank' in geen tijd.

Het was diep zomer, een week na mijn verjaardag en rond die tijd werd ons stadje aangedaan door het Nationale circus van Toni Boltini. Samen met mijn vriendjes gingen we op de fiets naar het terrein waar de groenwitte tent zou worden opgezet op een weiland net buiten de woonkern. Op grote affiches aan lantarenpalen werden wij een week van tevoren al nieuwsgierig gemaakt met optredens van de beste acrobaten, de meest wilde tijgers en clowns die het geheel completeerden. 's Avonds zou in pauzes optredens worden verzorgd door onder andere Rob de Nijs en de topper; Johnny Lion & the Jumping Jewels met de wereldhit Sofietje dat al wekenlang boven aan de hitlijsten stond. Het circus op zich was in onze ogen een aardige bijkomstigheid, het ging ons om de optredens van de echte helden, Rob en vooral Johnny. De hele dag waren we bij en soms stiekem op het circusterrein aanwezig om misschien een glimp van deze artiesten te kunnen ontwaren. Mijn vader en moeder kreeg ik niet zo ver om een kaartje voor het circus te kopen. Het geld was er niet voor, trouwens ik had zojuist een 'schitterende' fiets voor mijn verjaardag gekregen en dat ik wel wat dankbaarder mocht zijn. Na het avondeten mochten we altijd nog buitenspelen tot een uur of half negen, want het was toch vakantie, maar dan wel naar huis. Acht uur was wel de tijd dat de avondvoorstelling begon met onze superhelden. We waagden het erop, en begaven ons naar de tent om terreinknechten te smeken om vrijkaartjes, we waren bereid ieder werk te doen. Het haalde allemaal niets uit, er was op geen enkele manier zicht tot toegang. Tegen achten zag het zwart van de mensen, die in lange rijen zich langzaam toegang verschaften tot de ingang van de tent. Het horloge van mijn beste vriend gaf exact acht uur aan toen het orkest begon te spelen en de directeur zijn gasten met een 'hoog geëerd publiek' welkom heette.

Nu de voorstelling was begonnen, was het buiten de tent uitgestorven op een paar medewerkers van het toezicht na. We spraken met elkaar af dat wanneer we zouden omlopen naar het meest afgelegen gedeelte, we misschien onder het zeildoek door, alsnog ongezien toegang tot de tent konden krijgen. We moesten over twee sloten springen en drie keer over prikkeldraad klauteren. Jos, mijn beste vriend, stond bij de eerste sloot al tot zijn knieën in de drab. Ik scheurde bij de eerste rij prikkeldraad mijn overhemd en Bart, mijn andere vriend zijn broek bij de laatste hindernis.
We moesten nu alleen nog een weiland oversteken waar zes olifanten en een paar kamelen stonden te wachten, totdat zij de tent zouden worden binnengebracht om hun kunsten aan het publiek te tonen. Hoe dichter we bij de dieren kwamen hoe banger we werden. De beesten bewogen zich weliswaar zeer traag voort, maar hielden ons nauwlettend in de gaten. Aan de andere kant ontnamen ze wel het zicht tussen de toezichthouders en ons drieën. Praten deden we niet en slopen als een stel apen richting de tent die was omgeven door strobalen. Achterelkaar doken we tussen de ruimte van het stro en het zeildoek. Voorzichtig zocht ik een plek waar het doek omhoog kon worden getild. Bij de eerste poging bleek dat we achter het podium van het orkest waren beland, wat een al te groot risico inhield. We liepen gebukt achter de strobalen verder tot we onder het zeildoek door, onder een tribune konden kruipen. Het was tot dusver gelukt, nu nog zo snel en onopvallend mogelijk plaats nemen op een van de banken die schuin naar boven waren opgestapeld. Maar eerst moesten we onder de tribune door richting piste.
Na al dit werk dachten we het te hebben gehaald, nu was het alleen nog wachten op onze helden Rob en Johnny. De medewerkers hadden ons door, toen we vanonder de tribune kropen. We werden door twee man sterk in de kraag gevat en onder hoongelach en een bescheiden applaus de tent uitgezet. Aan de slootkant wachtten we totdat om half tien het eerste optreden begon. ZZ & de maskers met Rob de Nijs speelden hun liedjes en we waren, weliswaar buiten de tent, toch nog getuige van een mooi concert.
De tijd werd vergeten en we wisten niet dat onze vaders de hele wijk uitkamden om ons te zoeken, het begon namelijk al donker te worden. Om half elf was het eindelijk zover. Het optreden van Johnny Lion & the Jumping Jewels werd aangekondigd. Op dat moment werden we ook ontdekt door onze vaders die ons op een niet mis te verstane manier duidelijk maakten dat we als de bliksem naar huis dienden te gaan.
We zochten onze fietsen op met pruillipjes en gebogen hoofden, diep teleurgesteld treuzelden we zolang we konden, maar Jos kreeg van zijn vader een draai om zijn oren en ook nog een schop onder zijn achterwerk. Onze fietsen hadden we tegen een damwand van een weiland gelegd waar de vrachtauto's van het circus stonden geparkeerd. Mijn vader zag mijn fiets al voor ik hem had gevonden. Waarschijnlijk had een van de vrachtauto's de 'tank' over het hoofd gezien, van een fiets was nauwelijks nog sprake, het leek meer op een modern kunstwerk. Aan vaders' gezicht zag ik duidelijke teleurstelling maar hij zei niets. Hij tilde de fiets - of wat er nog van over was - op zijn schouder, en samen liepen we diep zwijgend naar huis. Achter ons klonk de gezongen tekst hoe Sofietje op een Amsterdams terras haar ranja dronk.

 

feedback van andere lezers

  • RolandBergeys
    hadden groot plezier in mij rondjes te zien draaien, denk ik dat beter klinkt;

    -een heel leuk neergezette anecdote.
    remy: Dank Roland, wellicht wordt het nog veranderd.
  • Henny
    Met plezier gelezen. Het is toch wat om zo'n 'tank' te krijgen. In die tijd ging het wel zo, maar we zijn er niet slechter van geworden. Je avontuur heb je heel beeldend geschreven en ik zag het zo voor me. (hat)
    remy: Veel dank voor het lezen Hanny.
  • ivo
    leuk neer geschreven, doet me denken aan toen ik m'n eerste fiets kreeg ... leuk ..
    remy: Ja, een fiets was indertijd je grootste bezit. Thx!
  • erinneke
    heel leuk verhaal dat doet mijmeren
    remy: Dank voor je compliment erinnke!
  • SabineLuypaert
    heeeeeeeeeel leuk stukje (smile);) maar
    moest het nu een dendermonds terras geweest zijn he was ht nog leuker geweest hahaha
    remy: Ik kom wel een keer fietsen in Dendermonde. THX!
  • muis
    hey Remy, een mooi verhaal. Het is altijd fijn te lezen over vroeger. Die tijd heb ik niet beleefd.
    Knap neergepend en vlot
    groetjes
    remy: Hartelijk dank voor het lezen.!
  • Gaya
    Van begin tot eind ...... geweldig!
    Heeft je vader de fiets nog kunnen uitdeuken? Of had je mazzel? :):):)
    H. gr. K@rin
    remy: Nee, ik heb een jaar moeten wachten tot mijn volgende, dank je voor het lezen.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .