writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Iris - 1

door jbrouns

(Naar een verhaal van Herman Hesse)


Aan de rand van een klein dorp dat zich te midden van velden en landschappen uitstrekte, deelde de kleine Johannes een klein huisje met zijn moeder. Een vader had hij niet meer, hij heeft hem nooit gekend. Johannes zat er niet mee dat er geen vader was. Wel vond hij het jammer dat hij geen broers of zussen had. Hij voelde zich dikwijls alleen. Zijn moeder, die altijd veel te doen had en daardoor nooit tijd om zich met hem bezig te houden, stuurde hem meestal naar buiten, want binnen was er zo al geen plaats. Zo kwam het dat de jongen iedere dag weer zwierf in velden en weiden. Omdat ze zo arm waren ging hij op blote voeten, maar dat stoorde de jongen niet, neen, hij vond het wel prettig.
Op zekere dag - Johannes liep verveeld doorheen een met prachtige bloemen gekleurde weide - hoorde hij ineens een zachte stem.
'Waarom ben je zo treurig, witte vriend?'
Angst deed hem verstijven. Hij keek gespannen om zich heen. Niemand te zien. Maar eigenlijk was de klank van de stem erg zachtaardig geweest, dus waarom zou hij bang moeten zijn? Hij werd nieuwsgierig en dacht bij zichzelf: 'Wie zo'n lieve stem heeft zal me zeker geen kwaad doen. Ik wou dat ze terug kwam.'
Zijn grote blauwe ogen zochten aandachtig de omgeving af. 'Stop met je te verbergen' riep hij, 'toon je, lieve mens en laten we vrienden worden.'
Daar was de stem weer, lachend. 'Ha ha, dommerik, ik ben geen mens en ik ben al bij je. Kijk maar aan je voeten.'
Verbaasd keek de kleine Johannes naar beneden. Het enige dat hij zag was een prachtige blauwe zwaardlelie aan zijn tenen. Maar een bloem kan niet praten, of wel misschien?
'Eu, heb jij gesproken?' vroeg hij schuchter.
'Maar natuurlijk. Moet je daarom zo geschrokken kijken witte?'
'Maar bloemen kunnen helemaal niet praten!'
'Ach natuurlijk wel. De mensen moeten alleen maar leren luisteren.'
'Oh lieve bloem, wat maak je me nu gelukkig. Ik ben altijd maar alleen en nu heb ik eindelijk iemand gevonden om mee te praten.'
'Ja arme jongen, ik ben blij dat je me eindelijk hoort. We zien je elke dag hier langskomen, zo ongelukkig. En elke dag hebben we naar je geroepen, maar tot vandaag hoorde je ons niet.'
'Wat? Zijn er hier dan nog meer bloemen die kunnen praten?'
'Maar natuurlijk grapjas. En niet alleen wij bloemen. Ook de bomen, het gras, de vogels, de vlinders en de bijen. Allen!'
Toen spitste Johannes heel goed zijn oren. In het begin hoorde hij nog niets, maar na een tijdje hoorde hij wel duizend stemmen die hem allemaal vriendelijk begroetten. Het eerste had hij de populier die de rand van de weide bewaakte gehoord, daarna een lispelende paardenbloem, vervolgens een veldmuisje. Zo kwamen er steeds meer stemmetjes bij. Van vreugde en opwinding sloeg het hart van de jongen dubbel zo snel. Gisteren had hij nog geen enkele vriend gehad, ineens had hij er wel duizend.
Vanaf die dag verveelde hij zich nooit meer en stond 's morgens al heel vroeg op om zich te haasten naar zijn vrienden. Hij moest altijd lachen om de grapjes van de populier, speelde verstoppertje met de veldmuizen en hazen. En wanneer hij een beetje moe werd van het geren achter vogels luisterde hij aandachtig naar spannende verhalen van de paardenbloemen. Alles om hem heen was supertof, hij genoot van de vriendschap die de natuur hem schonk. Maar hoe graag hij allen ook had, er was één supervriendin: Iris, de mooie zwaardlelie die hij het eerst had horen praten. Hij deed niets liever dan in haar blauwe kelk te staren, want dan overviel hem altijd een vredig gevoel.
Ook 's nachts droomde hij af en toe van de bloemkelk. Dan deed die zich reusachtig groot voor hem open, als de poort van een hemels paleis, en reed hij dan eens op glanzende paarden, vloog hij een andere keer weer op schitterende zwanen naar binnen. Zo daalde hij, omringd door lieftallige elfjes, steeds dieper de reuzenbloem in. Helemaal in het midden van de bloem aangekomen ging hij door een regenboogkleurige poort en bevond zich in een felverlichte zaal, de Grote Zaal van Wensen waarin al zijn verlangens vervuld werden.

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Een sprookje voor wat oudere kinderen.
    jbrouns: Zoals mezelf ;-) tja, ik vind sprookjesvorm leuk om te doen. Gr.
  • muis
    :) Dit is mooi:) Elfjes. En pratende bloemen.
    Mooi neergepend en graag gelezen
    groetjes
    jbrouns: Het hoeft niet altijd ellende en geweld te zijn h?, daar is het nieuws al voor. Gr.
  • ERWEE
    Knap geschreven.

    tip: zou 'verlangens' zetten voor wensen aan het einde = er staat al Grote Zaal van Wensen => de Grote Zaal van Wensen waarin al zijn verlangens vervuld werden.

    jbrouns: Merci, ja een goeie tip, die ga ik zeker opvolgen. Groetjes
  • cehadebe
    Mooi, fijn om te lezen
    jbrouns: Bedankt, moraal zit in 2de deel (wat is een sprookje zonder moraal h??) Gr.
  • Henny
    Een sprookjesachtig verhaal. Ik werd er helemaal vredig van hoewel in niet gewelddadig ben. Ik ga naar deel twee.
    jbrouns: Dank! Leuke reactie, het moet idd. vrede uitstralen. Gr.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .