writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

snoepreisje naar Marokko

door pisatelj

Voorbij de linke horde der examens gekwakkeld. Volop semesterieel verlof in kleumend België, en dus: op naar de zon! Met het vliegtuig snelden wij tot Gibraltar. Daar kaapten wij een bootje met Afrikaanse vluchtelingen (we gooiden met broodkorsten en de pleziervaarders doken deze massaal achterna. Zo lieten ze hun vaartuig onbewaakt achter.) Met ons kaperschip waagden wij de oversteek naar Noord-Afrika. Daar aangekomen stootten wij op een afdeling bomkamelen op weg naar het front in Irak. We ontmantelden er enkele en zetten aldus bereden koers naar ons hotel. De verhalen van zeeziekte en vliegende toerista onderweg zal ik je besparen. Indien wij achtervolgd werden, hadden onze achtervolgers gewoon het bruine spoor kunnen volgen. Laten we ons tot dit beeld beperken. Ons hotel lag ver in het primitieve binnenland,omringd door de majestueuze pracht van bergen. Deze schoonheid negeerden wij, want wij wilden zo snel mogelijk weten of er iets op tv was, daar in Marokko. Bleek van wel, want hoezee!, de Marokkanen dubben geen films. Wij konden probleemloos Amerikaanse klassiekers tot ons laten komen. Het beeld werd enkel verstoord door Arabische ondertitels. Die zien er uit zien als gekrabbel van een hoogbejaarde oma met gebroken polsen.
In het hotel werden wij opgewacht door een meestersjacheraar -nationaal beroep van Marokko: sjacheraar, valt ook te combineren met jobs als kelner, sjouwer en receptionist - die we voor de gelegenheid Spuugmuil zullen noemen. Zijn woorden droegen middels speekselaandrijving doorgaans verder dan de doorsnee toehoorder als aangenaam beschouwt. Spuugmuil regelde voor ons een expeditie in het achterland van onze verblijfhaven. Ondertussen waarschuwde hij mij dat mijn eega in zijn land naar een harem zou verscheept worden, omdat het ons aan een boterbriefje ontbrak. Fraaie cultuur. De watertandende -mijn lief zag er weer bijzonder stralend uit, zo werd mij verzekerd - spuugfabriek wist echter van wanten en onze verkenningstochten bleken onvergetelijke avonturen.

We staken wilde rivieren over op ezeltjes, we zagen heilige vissen - die verdacht op karpers leken - we bezochten een dorpje waar de tijd was stille blijven staan - een probleem dat wij echter dra verholpen toen we de dorpsklok terug opwonden. De bewoners waren hoogst erkentelijk en bekleedden ons in de lokale sierraden -vuile hennadrap die je na dagen schuren nog niet van je vel hebt - en stouwden onze buiken vol met pikante pizza die wij ons goed lieten smaken. We deelden balpennen uit aan de plaatselijke jeugd. In een mum van tijd werden wij achtervolgd door twintig dolenthousiaste schooiertjes, want balpennen hadden ze daar nog nooit gezien. In ruil kregen wij fraai geboetseerde dromedarissen en soms ook appelsienen. In tegenstelling tot eerder opgedane verwachtingen staken die niet vol scheermesjes. De geboetseerde kleinoden leken al snel meer op bomdromedarissen na explosie op een volle markt in hartje Bagdad, maar de appelsienen waren van hoge kwaliteit als betrof het maxi-mandarijnen.
We bezochten ook een authentieke berberwoning, die echter alles weg had van een gigantische tapijtenwinkel. Na enige verdere inspectie bleek dat inderdaad de correcte benaming. Wij kochten niks, je ouders waren hard en bolden lustig verder over de Marokkaanse wegen. Af en toe hielden wij halt bij een overweldigend landschap om even de benen te strekken en een fotootje te schieten voor de thuisblijvers. Bij elke halte werden wij het doelwit van gewiekste verkopers viseerden ons bij elke halte. Ze omringden ons in nerveuze zwermen en bestookten ons met sjaaltjes. Ongevraagd namen ze foto's van ons, om vervolgens geld te vragen. Het was ons duidelijk dat de stoottroepen onder de Marokkaanse handelaars in blauwe tinten gekleed gaan. Handig voor de herkenning en dus zetten wij het op een lopen telkens wij van die blauwe woestijnguerrillero's in de gaten kregen. Wij wierpen gauw stylo's als afleidingsmanoeuvre en wisten aldus meestal een veilig heenkomen te vinden.

Onderweg merkten wij heel duidelijk dat in Marokko de man gemaakt is om te denken en de vrouwen om te werken. Deze laatste zijn meestal te vinden onder een alles verhullende klerenberg. Deze laat enkel de neus vrij en soms ook de ogen, als ze behoren tot de parochie van een meer verlichte imam. Ze staan op om vier uur, gaan hout sprokkelen en water halen. Dat doen ze bij voorkeur op twintig kilometer afstand van huis. Ze bakken twee keer brood per dag en wassen en plassen tussendoor. Nu verstonden we waarom mensen zeggen dat Marokko zo een prachtige cultuur heeft, maar dat ze er niet zouden willen wonen. Nou ik aardde ook niet zo goed in Marokko. Ik was een wandelende belediging voor de cultuur ginds. Die bevinding poogde ik uit te leggen aan onze chauffeur, Hassan 4567 B: "I not be accepted here: I eat pork, I drink wine, I don't hit my wife". In de eerste twee aandachtspuntjes kon hij zich nog ergens vinden, in het derde echter niet, getuige zijn reactie: "How you get her to do anything?" "I ask her politely." "Your wife speaks???" En zo ging het licht ook schijnen voor Hassan 4567 B.

Toen we het wel gezien hadden in dat pareltje van een binnenland, trokken we naar een hotel aan de kust. We hadden betaald voor een hotel met een all-in-formule en dat hebben ze daar geweten. Opeens was er een onverlaat die het buffet elke ochtend beroofde van alle voorradige pannenkoeken. Dit leidde bij het personeel tot menig spoedberaad en ook tot overuren, stakingen en heisa rond ratten van stakingsbrekers. Maar dat was pas later, toen we ingecheckt waren. Ook geen misse procedure, want aan de receptie kregen wij te maken met het eindproduct van het internationaal gelauwerde Marokkaanse schoolsysteem. Dit in de vorm van Monsieur Moûle, een gediplomeerde mossel. Gelukkig slaagde hij er, na rijp overleg tussen zijn twee hersencellen, in twee sleutels voor ons op te dissen. Zo konden wij onze intrek nemen in royale kamers met balkon. Hassan 564 F en Hassan 67789 Q brachten in stijl onze koffers naar boven. Luttele ogenblikken later zo konden wij het buffet aanvallen. Die raid is daar de papyrusrollen ingegaan als de Sacco di Agadir, toen de christenhonden aan de haal gingen met alle frietjes. En het waren lekkere frietjes! Hassan 4532 V, de bakker van dienst, had frietjes leren preparen bij Hassan 23345576 G en dat is niet verrassend een genaturaliseerde Belg.

's Ochtends waren wij vroeg uit de veren en gingen wij lopen langs het strand. In tegenstelling tot de Belgische stranden, zijn de Marokkaanse kustvlaktes al van 's morgens vroeg erg druk bezocht. Die drukte uitte zich vooral in de vorm van tientallen ter plekke geformeerde voetbalploegjes. Die voetbalden kriskras door elkaar. Geen idee wie de stand bij hield. Wij holden met de blik op oneindig dwars door alle teams door. Wellicht gaven wij hier en daar onbedoeld een assist. Als bleekscheten hadden wij veel bekijks, maar ze lieten ons wel met rust. Halfweg onze looproute floten ze ons wel terug. We waren aangekomen bij een paleisje ter grote van Gent centrum en enkele buitenwijken. De bewaking was ronduit afschrikwekkend. Twee Marokkaanse soldaten zaten aan een tafeltje op het strand, gewapend met een fluitje. Het strand was veilig.

Overdag lagen wij aan het zwembad te lezen, soms zelfs met de ogen open. Of we kregen op onze donder bij scrabble, gezien de bedrevenheid van ons gezelschap in dit spel. Dat is een Tweelingen en die blijven wat kinds, vooral de vrouwen. Op de laatste dag klauterden wij op de hoogste duin en zagen de zon liefelijk zakken in de zee. Wij stoorden ons niet aan de belegeraars van ons geïmproviseerd kasteel. Ze hielden ons afwisselend voor Polen of Duitsers, afhankelijk van de scheldwoorden die wij ze vrijelijk toewierpen. Daarna riep de chef-kok ons voor het laatst van op zijn hoge minaret naar het avondeten. Een aardige gewoonte in Marokko: bij elke maaltijd kruipt de kok op de hoogste toren en roept van daar iedereen aan tafel. Ook voor wie het Arabisch niet machtig is, is de bedoeling hiervan duidelijk. De Marokkaanse koks doen dit vijf keer per dag. Dus ook voor het tienuurtje en het vieruurtje. In Marokko zal je niet gauw een maaltijd missen. Wij aten voor een laatste keer alle frietjes op en legden ons te rusten in onze koninklijke vertrekken. 's Ochtends vertrokken wij terug naar België. In het vliegtuig wilden ze ons ook allerlei prullaria aansmeren. De blikken vogel van dienst was er nochtans geen van een Marokkaanse luchtvaartmaatschappij. De outfits van het boordpersoneel waren wel hemelsblauw… Na nauwelijks twee uurtjes vliegen, wisselden wij zomerse temperaturen in voor Belgisch schijtweer. Gebronsd en heel voldaan sloten wij de reis af in het betere Gentse restaurant, 't oud Clooster. De ober doopten wij gewoontegetrouw Hassan 753643 K. Balpennen werden niet aanvaard als betaalmiddel. We waren nu zeker: we zijn terug in België, waar de vrouwen wasmachines hebben en af en toe een mening.

 

feedback van andere lezers

  • copi
    Marokko ten voeten uit. Heel graag gelezen. Gr, copi
    pisatelj: dank u wel
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .