writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

lunchen bij mijn zoeloeburen (extract uit roman)

door pisatelj

De dag erop komt Zoemba bij me langs. Hij nodigt mij uit om bij hem de maaltijd te gebruiken. Dat maak ik op uit zijn gebarentaal. Hij wijst naar me en wrijft ondertussen over zijn buik. Tel daar zijn smakgeluiden bij op. De tweede mogelijkheid verdring ik. Het zou ook kunnen dat IK op het menu sta. In dat geval is hij wel zo vriendelijk om mijn vrijwillige medewerking te vragen. Ik volg hem naar zijn kamer. Tijd zat, want Cybil wil 'de verloren namiddag' van gisteren inhalen door vandaag extra veel te studeren. Mijn vlijtige eega.

Als ik het kwartier van mijn bovenburen binnenwandel normaliseert mijn hartslag zich enigszins. Zoemba's vrouw wacht me niet op met een machete. Zoemba's speer hangt veilig tegen de muur. Ik ontspan. Zoemba biedt mij een zitplaats op een rieten mat. Ik krijg een kommetje toegestopt. Zoemba's vrouw, Boenda, geeft mij twee pollepels van een geelbruine brei. Ogen dicht en slikken. Er zitten net iets te veel stukjes bot in naar mijn smaak. Ik spuw ze subtiel in de palm van mijn hand en moffel die weg in mijn broekzak. Zoemba biedt mij een beker aan met een roze drank. Ik wil de brei doorspoelen en drink een stevige teug. Jawel, bloed vermengd met melk. Geeft niet. Verder niet bij stil staan. Zoemba knikt driftig in mijn richting. Hij lacht al zijn gele tanden bloot. Ik geloof dat hij weten wil of het smaakt. Tijd om bevestigend te knikken. Die speer ziet er ongemeen dodelijk uit en onrustwekkend nabij. Ik heb enkel een balpen om mij te verdedigen. Niet wat je noemt met gelijke middelen strijden.

Mijn maag jammert. De geelbruine brei was slechts het voorgerecht. Er komt meer van dat lekkers. Een geroosterd diertje op een spiets. Ik herinner mij de woorden van onze kotbaas: 'Dit is nou het eerste jaar dat we geen last hebben van ratten.' Rattenprobleem? Haal een stel Zoeloes in huis. Efficiënter dan een kat en ze ruiven minder. Doorgaans zijn ze ook zindelijk. Ze doen niet aan nestbevuiling. Al kan ik dat met de plaatselijke geur in mijn neusgaten niet met zekerheid zeggen. Ik verorber de krokante rat. Boenda is een half jaar in België. Frituren heeft ze al helemaal onder de knie. Ik geef haar de lege spiets. Ze lacht haar zwarte tanden bloot. Ik vraag mij af of geel en zwart de kleuren zijn van het nationaal elftal van zoeloeland. Heb ik te maken met twee voetbalgekke Zoeloes? Het sausje bij die rat heeft duidelijk een vreemd effect op mijn denkvermogen. Ik hoop ondertussen dat Zoeloes nog niet bekend zijn met iets als een nagerecht. Helaas, ze kennen de gastronomische tradities. Gekonfijte sprinkhanen rusten op een houten bord pal onder mijn neus. Wanneer leer ik mezelf eens het woordje 'nee' aan? Ik ben om te beginnen al niet te vinden voor zoetigheden. Ik slik er twee door. Daar heb je die tandjes weer. Zoemba wil mij meer van die bloedmelk inschenken.

Deze keer pas ik. Een tel later prikt zijn speer NIET in mijn nek. Misschien zijn het toch niet de menseneters waar ik ze voor houd. Ik wil weten of ze soms kinderen hebben. Met mijn handen beeld ik iets kleins uit en wijs dan naar hun beiden. Ze kijken elkaar niet begrijpend aan. Daarna volgt een ongewenste interpretatie. Ze denken dat ik nog meer gekonfijte insecten lust. Ik geef het op en slik er nog maar eens twee door. Als mijn tanden straks zwart of geel kleuren, richt ik een locale genocide aan. Dat zweer ik.

Na het eten zitten we elkaar sprakeloos aan te gapen. Onze gebarentaal is blijkbaar nogal cultureel bepaald. Ik wijs met beide duimen naar de deur om duidelijk te maken dat ik maar eens vertrek. Zoemba hijst de deur uit haar hengsels en geeft mij die cadeau. Goed, ik weet er vast wel iets mee aan te vangen. Zonder verdere omhaal verlaat ik mijn zoeloeburen. Met de deur op mijn rug. Ik onderneem nog een hopeloze poging om hen te bedanken voor het eten. Boenda komt meteen achter me aan met de overheerlijke sprinkhanen. Ik ben het beu. Zonder een verder woord ga ik naar mijn kamer. Uit een aantal dikke boeken construeer ik twee pilaren. Ik gooi de deur er overheen. Eindelijk heb ik een keukentafel.

's Ochtends is Zoemba's deur vervangen door een voorhangsel van kattenpelsen. Heel het huis door hangt er een stinkende walm. Het lijkt wel een vilbeluik. Laura is kwaad op me. Het is allemaal mijn schuld. Als ik mijn studies ernstiger zou nemen, zou ik mijn tijd niet verkwanselen bij een stel barbaren. Cybil nodig ik al helemaal niet meer uit op mijn kot. Ik ken haar. Die ersatztafel van me zou allerminst bij haar in de smaak vallen. Ze is vrij star in haar denken. Dat kind streeft perfectie na. Voorlopig maakt ze zichzelf wijs dat ik perfect bén. Tot de bom eens een keer zal barsten. Ik wandel uitzonderlijk naar de les. Onderweg krijg ik vreselijk veel zin in een onbedaarlijke huilbui. Zonder reden. Ik wijd het aan de overvloed aan vrouwelijk hormoon in ons drinkwater en neem mij voor om voortaan enkel nog wijn te drinken.

 

feedback van andere lezers

  • Mistaker
    Ik drink ook nooit water en jank vrijwel nooit ;-)
    Heel graag gelezen Schrijver!

    Groet,
    Greta
    pisatelj: Zoemba de Zoela is blij met je reactie!
  • Peerke
    Erg goed!
    pisatelj: merci! Da's n geruststelling.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .