writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

student komt thuis

door pisatelj

Ik stap naar huis toe. Na een kwartiertje loop ik binnen via de achterdeur. Pa zit in de zetel voor tv. Hij keurt mij geen blik waardig. Tenminste iets dat niet veranderd is. Moeder is er niet. De kat herkent mij niet meer. Ik aai haar nog wel, maar spinnen heeft ze verleerd. De keuken is nu de woonkamer. Ik sluip stilletjes voorbij vader en plof mijn overvolle rugzak in een hoekje. Ik duik de ijskast in, maar er valt niets te plunderen. Mijn lievelingseten halen ze niet meer aan.

Pa weet niet waar ma uithangt en ik ken haar vaste babbelpleisters niet meer. Het lege-nest-syndroom heeft ze ondertussen wel verwerkt. Ze belt niet meer dagelijks om heel haar leven te vertellen. Ik ben er toch nooit. Als ma opduikt, springt de kat de mand uit en negeert ze mij straal. Wanneer heb ik haar voor het laatst te eten gegeven? De deurbel heeft een ander geluidje gekregen. Het huisnummer is nu een stijlvol decoratiestuk, gekregen van de Engelse buurvrouw. De beller voor wie ik opendoe, is niet meer de oude bakker.

Ik kijk op het onwennige gezicht van zijn zoon. Ik wil hem binnenlaten, maar hij heeft helemaal geen tijd. Hij hijst zich in zijn nieuwe bestelwagen en gaat er vandoor. De oude rammelkar is samen met de ouwe op pensioen gegaan. Ik tast in de brievenbus, maar er is geen post voor mij. Ik zet mij aan de livingtafel. Boven is het te koud. Ik haal mijn cursussen tevoorschijn. De twee televisies die spelen storen en de pastelkleuren van de ontluikende paasversiering maken mij tureluurs.

Ma is weer verdwenen als ik enkele weinig productieve uren later opsta. Ze is aan de haal met mijn vuile was. Althans zo interpreteer ik het brommende geluid dat uit pa komt. Ik herken zijn vereenvoudigde versie van een teken richting het washok. Ik ben nerveus, ik vraag mij af waarom ik niet in Gent gebleven ben. Pa zegt dat ik moet ophouden met dat voortdurende heen en weer geloop. Ik pak mijn rugzak niet volledig uit. Integendeel, ik prop er het laatste restje van mijn cd-collectie in. Mijn slaapkamer is niet mijn slaapkamer. Het is nu een stapelhok, met ergens goed verborgen achter een berg dozen, mijn bed. Ik haal de resterende posters van mijn slaapkamermuur. Fase x van het vrijwillige evacuatieplan bereikt volvoering. Ik slaap twee nachten slecht. De geur van mijn bed doet mij niet meer spontaan knikkebollen. Wat wil je ook? Mijn moeder slaapt hier in de week. Ma en pa snurken tegen de sterren op. Mijn bed biedt een welkome uitweg .

Twee dagen van ongedurig popelen. Als ik Cybil laat weten dat ik haar mis, meen ik het nu bijna. Op zondagochtend schiet ik als een raket door het huis. Alles wat mij kan dienen, verdwijnt in mijn bodemloze rugzak. Ja, de uitgehongerde zoon foerageert een overlevingspakket bij elkaar. Wel sneu dat ik niet langer kan blijven, maar ma en pa willen mij best weer in mijn studentenstad droppen. Mentaal slaak ik een zucht van opluchting. In de auto hoort de zon op mijn gezicht er bij, als vrolijke reisgezel naar vertrouwder oorden. Mijn hart gaat sneller slaan als de fietsers met de felkleurige, tweedehandse plunjes in het straatbeeld verschijnen.

Terug onder de nachtwinkels, de kebabzaken, de snackbars en broodjessmederijen. Per uitzondering eens blij de overbekende uitgangsbuurt te zien. Er liggen nog uitgetelde en geuniformiseerde fantoomfuivers op het onhygiënisch behandelde trottoir. Studenten steken nonchalant over bij rood licht. Bij de rozig-oranjekleurige hemel lijkt Gent wel een vakantiedorpje aan zee.

Mijn adrenalinetoevoer stijgt. Ik nader de plek waar ik twee dagen geleden mijn leven achterliet. Een veelgebruikte matras, een kaars op een fles, een boekenplank, een visbokaal en mijn muziekinstallatie. Pa vloekt dat hij geen parking vindt. Ma zegt dat Gent zo'n vervallen buurten heeft. Ik wip de auto uit, gooi mijn halve hebben en houden over mijn rug, zwaai mijn ouders na en bestorm de voordeur. Ik ken haar vreemde nukken en voer probleemloos het trucje uit waardoor ze wel open zwaait. Ik kan mijn jas gooien waar ik wil, mijn rugzak gewoon ondersteboven keren en mijn kasten overhoop halen. Ik kan de muziek loeihard zetten en net zoveel de trap op en af lopen als ik zelf verkies.

Cybil arriveert over drie uurtjes. Als ik me haast, krijg ik nog wat gestudeerd. Daarna kan ik zonder schuldgevoel een boel kaarsjes zetten en nog iets kokkerellen. Ze zal nog niet gegeten hebben. Ik kom tot rust. Alles is goed. Hier kent alles mij en omgekeerd. Op deze zakdoek van vijftien vierkante meter beleef ik de tijd van mijn leven. Ik ben thuis.

 

feedback van andere lezers

  • Liesje
    dit was ooit een heel herkenbaar gevoel voor mij... mijn tijd 'op kot' was soms de beste tijd van mijn leven.
    pisatelj: op kot zitten, is echt zo'n speciale ervaring, was echt wel de wereld ontdekken voor mij
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .