writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De Johannesbroodboom en de Judaspenning (1 van 2)

door Peerke

Koning winter had zijn biezen gepakt en was naar het hogere noorden getrokken om te overwinteren. Dochter lente nam de touwtjes blij in handen en met elke zucht van haar adem ontsproot de natuur in haar volle zijn.
In de straat waar we over verhalen stonden prachtig mooie bomen die het geasfalteerde fietspad met hun krachtige wortels deed scheuren. Aan de overkant van de straat waren grote schuttingen neergezet die beplakt waren met reclameposters voor een vakantiepark.
Nu was het dan weer lente en aan alle mooie takken kwamen dikke knoppen tevoorschijn en sommigen stonden al echt op springen.
Op een dag was het zover. Alle takken lieten hun knoppen barsten en prachtbladeren zagen het licht. Allemaal waren ze identiek en toch verschillend. Allemaal… op één blad na.
Een blad, aan het uiteinde van een tak, had een heel andere vorm dan de overige bladeren aan de boom. Alle bladeren waren rond, en liepen in een uitgeronde bladtop toe. Ook waren ze allemaal veernervig, op dat ene blad na.
Dat blad was niet rond maar had de vorm van een hart en een toegespitste bladtop.
Alle bladeren waren verrukt dat ze het licht zagen en hadden nog geen oog voor elkaar. Toch kwamen de bladeren al snel tot de ontdekking dat er één blad afwijkend was.
'Waar kom jij vandaan?', vroegen ze aanvankelijk nog nieuwsgierig, maar al gauw werd de nieuwsgierigheid omgebogen in pesterijen.
'Jij hoort helemaal niet bij ons', klonk het, of 'Ga aan een andere boom hangen, waar je vandaan komt, je bederft ons uitzicht.'
Het is onnodig te vertellen dat het arme hartvormig blad zich vreselijk alleen voelde. De andere bladeren zagen er inderdaad heel anders uit dan zij, en ze vroeg zich dan ook af hoe ze aan deze boom terecht was gekomen. Ze hield haar verdriet binnen en probeerde van de zon te genieten en met de wind mee te bewegen maar ze bleef peinzen: 'Waar kom ik vandaan en hoe komt het dat ik zo anders ben dan de rest?'
Alle bladeren hadden veel plezier met elkaar. Ze dansten synchroon in de wind en bogen allemaal samen met de tak mee. Maar dat ene blad bleef er anders uitzien. Ze bleef de vorm van een hart houden en ze bleef eenzaam. Toch had ze, ondanks het gevoel van eenzaamheid, het gevoel dat ze goed hing. Ze wist zelf niet waarom want alle andere bladeren waren anders dan zij maar het was een gevoel dat heel sterk was. Zo sterk zelfs dat ze ondanks de pesterijen en de eenzaamheid toch van het leven ging genieten.
Natuurlijk genoot ze ervan als er op een ochtend flink wat dauwdruppels aan de bladeren hingen, dan kon ze haar tranen de vrije loop laten zonder dat de anderen zouden zien dat ze huilde, maar ze begon ook te lachen.
'Kijk mij nou eens eigenwijs hangen aan een boom met allemaal vreemde bladeren die helemaal niet op mij lijken', zong ze dan. Niet te hard natuurlijk want ze wilde niet de woede van de andere bladeren op haar toegespitste bladtop halen.
Het werd zomer en de bladeren waren allemaal volgroeid. Vanzelfsprekend wuifden ze met hun takken mee en probeerden ze veel zonlicht in zich op te nemen.
Iedereen was er nu aan gewend dat er een vreemd blad aan de tak hing. Soms smeedden de anderen bladeren plannen om het ene, eigenwijze blad van de boom te schudden maar uiteindelijk durfden ze het geen van allen, bang als ze waren dan zelf naar beneden te dwarrelen.

(Wordt vervolgd)

 

feedback van andere lezers

  • Mistaker
    Ik vind die cliché-opening juist sterk omdat het in contrast staat met het verhaal dat zo totaal NIET cliché is.

    G
    Peerke: Ik eigenlijk ook denk ik. Rest van de opmerkingen heb ik zo'n beetje gebruikt.
  • Liesje
    Ik vind het PRACHTIG Peerke... het heeft me zo ontroerd... voelt ergens herkenbaar... Magnifique gewoon!
    Peerke: Dank je Liesje, dat is erg mooi om te horen!
  • bielieke
    De aanzet van het verhaal zou ik aanpassen. (maar wie ben ik?) Koning Winter had zijn biezen gepakt, 'het klinkt een beetje cliché) Jij kan véél beter denk ik.
    In de straat waar we over verhalen (daar zou ik een komma plaatsen)
    Alle bladeren waren verrukt dat ze het licht zagen (ik zou: in eerste instantie, gewoon weglaten). Naar mijn mening wordt de zin dan krachtiger.
    Ze hield haar verdriet binnen........ mee te bewegen (daar zou ik ook een komma plaatsen)
    Alle bladeren hadden veel plezier met mekaar (beter elkaar)
    Ze wist zelf niet waarom want ........ anders dan zij (komma) Ook de volgende zin, na eenzaamheid (een komma)
    Niet te hard natuurlijk.... op haat(r) toegespitste bladtop halen.
    Vanzelfsprekend wuifden ze (allemaal zou ik hier weglaten)

    Dit zijn natuurlijk maar suggesties. Ik vind het een heel mooi verhaal. Ik voel dan ook oneindig veel liefde voor 'de boom'.
    Lili
    Peerke: Ik heb het in een zucht, en mede daardoor te slordig geschreven. Jouw feedback redt het verhaal! Heel zinvol! Bedankt voor je grote aandacht en je repliek Lili! Liefs: Peerke
  • pisatelj
    ik zou niet zo snel beweren dat alleen de eerste zin cliché is, maar het leest wel leuk,

    om twee quotes van Kurt Cobain even te mengen:

    I don't care how cliche it is, if it's good, it's good

    Groeten,

    William
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .