writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De mythe van Parakos

door GrimLord

Wie heeft er niet gehoord van de wonderdaden van Hercules? Wie is niet bekend met het drama van Achilles? Lang niet iedereen heeft de Ilias en de Odyssee gelezen, maar velen kennen de strekking van de vertellingen. Vanuit de Griekse oudheid hebben vele mythen en sagen de tand des tijds overleefd, maar een veelvoud daarvan is in de loop van de geschiedenis vergeten en verloren gegaan. In het stof van vergetelheid liggen de namen van onbezongen helden, wier daden helaas nimmer de waardering zullen krijgen die ze verdienen. Een van die namen is Parakos, een eenvoudig leerlooier die geen genoegen nam met het lot dat de goden hem toebedeelden. Maar hoe onbeduidend de goede man ook was, zijn acties verdienen aandacht. Op zijn manier was hij niet minder moedig dan Hercules, verdiende hij niet minder faam dan Achilles. Dit is het verhaal van Parakos, de leerlooier.
...

In het oude Griekenland van vele eeuwen geleden werd het leven gedomineerd door de goden. Zeus en zijn verwanten bespeelden het Griekse volk als waren zij marionetten in hun eigen poppenkast. Al naar gelang hun stemming deelden zij voorspoed en tegenslag uit, handelden zij rechtvaardig of wreed. De willekeur van de goden maakte het leven van de Grieken in die tijd onzeker maar interessant, hoewel het voor een sterveling soms moeilijk is te begrijpen waarom de goden bepaalde gebeurtenissen lieten plaatsvinden. Zo kon de arme Parakos met geen mogelijkheid bedenken waarom de goden hem zijn vrouw en twee dochters hadden afgenomen. Door een noodlottige aardverschuiving tijdens slecht weer, kwamen zij op hun terugtocht van de markt in het belendende dorp om het leven. Na dagen zoeken werden uiteindelijk de lichamen gevonden en Parakos weende zijn ogen schraal van bitter leed. Al waarvoor hij dag in dag uit zijn zware beroep uitoefende, de zin van zijn bestaan, werd hem door de goden uit de handen gerukt. Teder plaatste hij de muntstukken op de gesloten ogen van zijn geliefden, waarna hij het vuur onder hun brandstapel ontstak. Nog lang nadat het vuur de lichamen van zijn vrouw en kinderen had verteerd, kon men op grote afstand zijn woedende en wanhopige schreeuwen horen. Alle goden van de wereld riep hij aan, om zijn gezin weer terug te krijgen. Hij smeekte, bad, vleide en kroop. En hij vervloekte ze vurig, telkens wanneer hij moest constateren dat er geen leven in de dode as voor hem kwam.

Zeven dagen en zeven nachten waakte Parakos bij de resten van zijn gezin, waarna hij terugkeerde naar zijn huis. Nog eens zeven dagen en zeven nachten sloot hij zich daar op. Dorpsgenoten verzamelden zich voor zijn gesloten deur, angstig voor de daden waartoe hij door de waanzin van zijn verdriet misschien gedreven zou worden. Totdat op de ochtend na de zevende nacht de deur van zijn woning werd opengesmeten. In zijn reiskleding stond een bleke, sterk vermagerde Parakos in de deuropening, met een van de proviand opbollende knapzak op zijn rug. Op de angstige vragen van zijn vrienden en dorpsgenoten herhaalde hij steeds maar één zin: 'Ik ga naar mijn gezin.'

Parakos had zijn vrouw en kinderen zo zeer lief, dat hij niet bereid was de dood of de goden tussen hen te laten komen. Zijn geliefden bevonden zich in de Onderwereld en hij was vastbesloten ze daar op te zoeken. Parakos reisde door heel Griekenland op zoek naar de ingang naar het rijk van Hades, maar hij kon het nergens vinden. Hij reisde van stad naar stad, van bergrug naar bergrug, van de ene kust naar de andere kust, maar zijn doel bleek nergens te vinden. Zeven jaren liep Parakos door het land, met in zijn hart de nimmer verzwakkende vlam van de liefde. Hij versleet zijn sandalen en verdiende nieuwe door op boerderijen het leer van slachtvee te looien. Zo ook verdiende hij zijn voedsel en overnachtingen. Al snel verwierf Parakos bekendheid, naar aanleiding waarvan zijn tragedie en speurtocht in de theaters van grote steden werd nagespeeld. Niet langer hoefde hij te werken voor zijn voedsel en onderdak; voor het voorrecht hem tijdelijk te mogen huisvesten, werden hem deze kosteloos aangeboden. In zomer en winter, in lente en herfst, altijd zwoegde Parakos voort, op zoek naar de poort die hem naar zijn geliefden zou brengen.

Op een dag was het lot hem gunstig gezind. Pallas Athena had verbijsterd en met grote bewondering gadegeslagen hoe Parakos zijn onmogelijke queeste trachtte te volbrengen. Zij had Zeus gevraagd of hij niet bereid was hem te helpen, mede ook omdat de oppergod verantwoordelijk was geweest voor de aardverschuiving. Zeus herinnerde zich echter de harde woorden die Parakos over hem had gesproken en hij weigerde wrokkig zijn hulp. Pallas Athena, wijs en schoon, besloot de arme Parakos te helpen. In de gedaante van een bedelaar vroeg zij Parakos haar de weg naar Sparta te wijzen. Parakos, inmiddels meer dan bekend met de topografie van Griekenland, toonde haar de snelste route. In ruil hiervoor, overhandigde Pallas Athena hem een perkamentrol, waarop de route naar de ingang van de Onderwereld stond weergegeven. Parakos dankte haar vurig en toog op weg.

Na jaren van ontberingen en verdriet, bereikte Parakos eindelijk zijn doel. Voor hem lag de enorme ingang van een grot die zo hoog was, dat er een groot paleis in gebouwd kon worden en nog een tweede paleis er bovenop. Maar Parakos lette niet op de grot. Voor de grot lag er een monsterlijk grote hond met drie enorme koppen. Omdat hij voelde dat hij niets te verliezen had, stapte Parakos pardoes naar voren. De drie koppen keken dreigend naar beneden en bulderden de vraag welke sterfelijke het waagde het rijk der doden te benaderen. Parakos stelde zich beleefd voor en verzocht toegang tot de grot. Met roodvonkende ogen en van heet speeksel druipende, messcherpe tanden, weigerde Cerberus hem de toegang. Omdat Parakos ongewapend was en zelfs een hele falanx van wel honderd zwaarbewapende strijders de onwerkelijke bewaker van het dodenrijk niet zou kunnen verslaan, probeerde hij de hellehond af te leiden met wat vragen. Hij informeerde naar de naam van het beest en of deze wel genoeg te eten kreeg. Hij vroeg of Cerberus zijn bestaan enigszins waardeerde en hoe lang hij al vastgeketend aan de poort zat. Zeven dagen en zeven nachten stelde Parakos de ene na de andere vraag aan Cerberus. Of de hond wist waarom de lucht blauw was en hoe je leer het beste kon onderhouden? Hij vertelde ettelijke uren over zijn ervaringen op weg naar de grot en zijn vrouw en kinderen. Langzaam zakte de eerste van de drie koppen op de voorpoten van het monster. Kort daarna zakte de tweede kop naar beneden. Met lodderige ogen trachtte de derde kop Parakos alert in de gaten te houden, maar ook dit laatste exemplaar slaagde er niet in wakker te blijven. Nadat er een afschuwelijk geronk, gesnurk en gefluit in drievoud uit de hellehond kwam, stond Parakos op en wandelde de grot in.

Na enige tijd gelopen te hebben, stuitte Parakos op een rivier. De brede rivier Styx verscheen links vanuit het niets, stroomde traag en geluidloos voorbij en verdween rechts weer in het niets. Het pad waarover hij liep eindigde bij het water en Parakos voelde instinctief dat het onverstandig zou zijn het water in te lopen. Hij hoefde ook niet lang te wachten, want al snel nadat hij de oever van de Styx had bereikt, kwam er vanuit het duister een pontje aangevaren. De pont gleed op de kant tot vlakbij de zwijgende Parakos en Cheiron stapte uit het bootje. Traag schuifelde de in zwarte gewaden gestoken gedaante tot vlak voor Parakos. Hoewel hij iets gebogen stond, stak hij nog steeds een kop boven Parakos uit. Deze keek in de schaduwen onder de mantel en verzocht beleefd om een overtocht. Cheiron staarde lange tijd zwijgend naar Parakos en wendde zich af. Hij nam plaats in zijn bootje en stak af, zonder Parakos de kans te gunnen aan boord te stappen. Met een onaardse stem die van overal leek te komen, sprak hij: 'Het rijk der doden is voor de doden en onze Heer der Doden alleen. Geen levende zal de dodenrivier oversteken. Geen levende is welkom. Keer terug, ongelukkige ziel.' Parakos was geschokt, nu het zo vlak voor het einde opeens onmogelijk leek zijn queeste tot een goed einde te brengen. Maar zijn verbouwereerdheid was van korte duur, toen het doel van zijn missie hem weer inviel. In de schemer van het voorportaal van de Onderwereld meende hij de stemmen van zijn vrouw en kinderen te kunnen horen. Zij schreeuwden dat hij terug moest keren, maar met elke schreeuw wakkerden zij slechts het verlangen in zijn hart aan. Hij besloot de waarschuwing van Cheiron te negeren. Hij besloot een brug te bouwen.

Het kostte Parakos vele maanden om voldoende hout voor zijn brug te verzamelen. Elke keer dat hij met nieuwe palen en planken de grot trachtte binnen te gaan, moest hij telkens eerst Cerberus in slaap praten. Elke keer dat hij de Styx bereikte, kwam Cheiron aangevaren. Elke keer maande Cheiron hem terug te keren. En voortdurend galmden vanuit de diepte de stemmen van zijn geliefden hem tegemoet. Parakos negeerde het geluid hoewel het door merg en been ging, denkend dat het een trucje van de goden was om hem te ontmoedigen. Met elke nagel die hij in het hout sloeg, naderde de voltooiing van zijn brug. En daarmee het moment dat hij zijn wonderschone vrouw met haar ravenzwarte haar in zijn armen kon sluiten. En het moment dat hij zijn prachtige kinderen met hun amandelvormige ogen tegen zich aan kon drukken. Blind voor al het andere en vol van verlangen voltooide hij zijn brug over de Styx en op een goede dag stak hij na maanden zware arbeid de vervloekte rivier over.

Dat was het moment waarop Hades had gewacht. Zich verbijtend om de vermetelheid van deze sterveling, doch enigszins vermaakt door de op handen zijnde afloop, had hij Parakos in de gaten gehouden. En toen deze zijn brug over de Styx was overgestoken, deed Hades, de Heer van de Onderwereld deze vergaan tot niets meer dan gloeiende as die sissend in de rivier dwarrelde. De verblufte Parakos stond oog in oog met Hades en wist geen woord uit te brengen. En Hades wist van de liefde van Parakos en wist van zijn diepste wens, het doel van zijn reizen. En hij wierp Parakos in de Onderwereld, waar hij werd opgevangen door de geesten van zijn gezin. Doch Hades deed dit niet uit genegenheid of als beloning voor de inspanningen van Parakos. Gepikeerd door de wijze waarop Parakos, de eenvoudige leerlooier, zich toegang tot zijn rijk had verschaft, strafte hij hem met een eeuwig leven temidden van de geteisterde zielen van zijn geliefden. Nimmer zou Parakos echt bij ze kunnen zijn, nooit zou hij ze kunnen vasthouden, maar altijd zou hij ze horen kermen, schreeuwen dat hij terug moest gaan. Dat hij moest leven. En tot in de eeuwigheid zou Parakos spijt hebben.

...

En zo luidt het verhaal van Parakos, de kleine leerlooier die ten onder ging aan zijn eigen liefde. Eeuwenlang vertelden ouders hun kinderen van zijn avonturen en onderwezen hen aldus in een aantal belangrijke levenslessen. Het maakt niet uit hoe zuiver of mooi je motieven ook zijn; zorg ervoor dat ze nooit strijdig zijn met de wil van de goden. En met vrees in het hart voor het lot van Parakos groeiden de kinderen op met respect voor hun goden. De mythe mocht de tand des tijds echter niet overleven. Misschien is het te naargeestig om te beseffen dat zelfs iets moois als liefde tot je ondergang kan leiden. Helaas. Parakos verdiende meer dan in de vergetelheid te geraken, terwijl hij tot een eeuwig bestaan als enige levende tussen de doden is veroordeeld, luisterend naar het kermende verdriet van zijn beminden.

 

feedback van andere lezers

  • pisatelj
    te lange post voor mijn schermblindheid

    ben anders wel geïnteresseerd
    GrimLord: Je hebt het verhaal dus niet gelezen? Maar je bent wel geinteresseerd.... Ik weet eerlijk gezegd niet zo goed wat ik hiermee kan...
  • lin
    Verschrikkelijk mooi verteld. Heel fraaie zinnen lees ik. Het geheel is zeker een "uitstekend" waard! Groet, lin
    GrimLord: Dank je wel, Lin. Dit verhaal schreef ik voor een wedstrijd op de Verhalensite... thema's waren Geschiedenis en Bruggen. Om dit verhaal het gevoel van een mythe te geven, heb ik ook een beetje geprobeerd om de zinsopbouw en de woordkeuze daar iets op af te stemmen... Jubel en juich, wat ik werd er derde mee! ;)
  • mistral
    Prachtig verteld, heb ervan genoten!

    wist dat de Griekse kinderen op school hede ten dage de Griekse mythologie nog leren?
    GrimLord: Dank je wel! Ik heb vroeger op school ook de Griekse mythologie op school gehad... ik vind dat stiekem wel een erg belangrijk onderwerp. En in Griekenland zou ik het helemaal vreemd vinden als ze dat niet zouden leren... ;)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .