writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 1 Een nieuw begin - hoofdstuk 5/17

door Jelsi

Onafwendbaar lot
De roodharige zucht opgelucht en kijkt even naar de modules, die op de zitplaats, naast haar liggen; Die moeten haar een nieuwe leven bezorgen. Weg van al dat doden en de constante vrees om zelf het loodje te leggen. Twintig minuten later brengt ze haar wagen tot stilstand op de parking van het appartementsgebouw waar ze haar intrek genomen heeft. Aar-zelend neemt ze de modules van de stoel op en blijft er even naar staren. Even denkt ze weer aan Rinar, Ora en Alon. Een dure prijs om haar een nieuwe weg te laten inslaan.
-Ik zal de gegevens aan Malon en Erine overhandigen, maar als Aqunok er toch zou in slagen om aan het gerecht te ontkomen, dan krijgt hij met mij af te rekenen.- denkt ze en opent dan de deur.
Even kijkt ze om zich heen, niet wetend dat er een verrekijker op haar gericht wordt. Drie mannen houden al een tijdje de flat van Sorane in het oog. Ze hebben de opdracht om haar neer te schieten.
'Daar is ze eindelijk. Een gemakkelijk doelwit. Ik dacht dat zij een van de beste was en nu loopt ze in de val als een groentje.', merkt een van de drie op.
'We kunnen niet schieten, want er is teveel volk in de omgeving. Als ik het niet mis heb zie ik daar enkele agenten.', merkt de andere voorzichtig op.
Zijn collega kijkt hem even aan en richt zijn kijker dan naar de hoek van de straat en ziet een zestal gewapend agenten staan.
'Je hebt gelijk. We wachten nog even.'
'Als ze in haar flat is, dan krijgen we wel meerdere kansen en daar zien ze haar niet vallen. Voor ze het ontdekken zijn wij al lang verdwenen. Onze collega's onder de agenten moeten de modules maar zien te bemachtigen.'
De man met de verrekijker knikt en kijkt weer naar Sorane. Sorane kijkt plots op, alsof ze voelt dat ze bespied wordt en kijkt om zich heen.
'Deanor, er is iets gaande daar beneden. Er stoppen steeds politiewagens. Zouden ze ons ontdekt hebben.'
De tweede man richt zijn kijker op de straat beneden en merkt nu ook de agenten.
'Dat zijn federalen, Serdon. Maar ze komen niet voor ons. Ze maken zich klaar om dat gebouw hierover binnen te vallen.'
'Ben je zeker, Deanor. Dat is een verdeelcentrum van Atos, daar worden drugs en zo verwerkt.'
'Zo zeker als wat. Ha, de hel breekt los.', glimlacht Deanor.
Beneden op straat klinken plots schoten, als de agenten naar het gebouw toelopen. Ze laten zich snel in dekking vallen en beantwoorden het vuur. Deanor en Serdon kijken elkaar verschrikt aan, als beneden hen een ware veldslag losbarst.
'We moeten hier weg, Deanor.', merkt Serdon op en kijkt even naar Cevon, die echter niets zegt.
'Nee, dit kan gunstig zijn voor ons. Niemand zal Sorane de eerste uren missen.'
'Hopelijk komen de agenten niet naar hierboven voor we verdwenen zijn.'
'Dat zal wel niet, Serdon. Misschien bij een gijzeling, maar niet bij een oorlog zoals daarbeneden gaande is.', grijnst Deanor.
Sorane is intussen ook gealarmeerd door de schoten en nadert voorzichtig de omgeving van de schietpartij. Tussen de nieuwsgierigen blijft ze staan en ziet verschillende agenten op de straat liggen, maar ook in het gebouw. Plots merkt ze een agente op die naast een wagen ligt. Ze is gewond, maar ze leeft nog. De agente beweegt voorzichtig haar hoofd en kijkt in de richting van de schutters. Sorane merkt het, maar weet ook dat de agente alleen niet uit de gevaarzone kan raken. De agente stelt dit ook vast. Zonder hulp kan ze niet weg. Sorane die intussen de omgeving bekeken heeft, ziet plots twee mannen, ze zijn zwaarbewapend. Ze sluipen langs de zijkant van het gebouw om de agenten van daar onder vuur te nemen.
Een van de toeschouwers herkent Sorane plots, terwijl ze een betere positie voor haar plan zoekt.
'Jij. Jij bent één van die smeerlappen, die drugs verkopen aan onze kinderen.'
'Laat me door, man.', zegt Sorane.
'Of wat, vrouw. Wil je me ook omleggen.'
Sorane kijkt de man verbaasd aan, maar ze beseft dat ze haar verschillende malen moeten gezien hebben als ze in en uit het gebouw kwam.
'Jij komt hier niet meer weg. We leveren je aan de politie uit.'
Maar de mannen die haar willen grijpen, deinzen terug achteruit, als ze plots en een pistool in elke hand heeft.
'Opzij of…'; dreigt Sorane.
'Laat haar maar door, Fero. Voor ze nog enkele moorden aan haar lijstje toevoegt. Ze zullen haar ooit wel grijpen en veroordelen.', zegt een vrouw woedend, maar met angst in haar stem.
'Sorane kijkt haar even met een vreemde blik aan en zegt:
'Ik heb nooit onschuldigen gedood, vrouw. Laat me nu door voor het te laat, ze heeft mijn hulp nodig.'
De mensen wijken snel opzij, als de roodharige naar hen kijkt. Sorane haast zich en bereikt de andere kant van de straat. Voor de agenten, die de toeschouwers op een afstand moeten houden, haar opgemerkt hebben, is Sorane hen voorbij. Als ze hun wapen op de vrouw richten is het al te laat Sorane is al achter een poli-tiewagen verdwenen.
'Verdomme, ze rent recht op de gewonde Seana toe. Ze zal haar toch niet… Nee, dat kan ze niet doen.', roept een agent uit.
Maar het is al te laat Sorane knielt naast de gewonde agente, die haar angstig aankijkt. Ze weet dat haar einde nadert, want van Sorane staat bekend, dat ze een doelwit genadeloos dood. Trillend staart ze naar het wapen in de rechterhand van Sorane.
'Doe het, moordenares en wees vervloekt.'
'Waarom, agente. Je hebt hulp nodig. Alleen geraak je hier niet weg.'
'Wat bedoel je?'
'Je been is er erg aan toe en de wonde in je zijde ziet er ook niet al te best uit.'
De agente kijkt de roodharige vrouw verschrikt aan, ze begrijpt er niets van.
'Hou je dood, agente. Geen enkele beweging tot ik terug kom.', fluistert Sorane plots, want ze heeft stappen gehoord.
De agente laat haar hoofd zakken en blijft doodstil liggen. Sorane sluipt intussen tussen de verspreidde wagens door en houdt de twee gewapende mannen in het oog. Zij naderen de plaats waar de agente doodstil ligt. Twee mannen blijven staan, terwijl de rest verder loopt. Een van hen zegt:
'Ik zag haar een tijdje geleden nog bewegen.'
'Misschien, maar nu lijkt ze mij dood te zijn.'
'Toch voor alle zekerheid.', zegt de andere en richt zijn wapen.
'Weerloze gewonden neerschieten kan je wel, man. Maar durf je het ook tegen een tegenstander die zich kan verdedigen.'
'Verdomme, Sorane Cobanon.', roept een van de twee uit, waarna ze zich bliksemsnel omdraaien, maar ze zijn niet snel genoeg voor Sorane.
Een krijgt een gaatje tussen zijn ogen erbij, de andere wordt in de schouder getroffen. Nog terwijl ze neerstorten, duikt Sorane weg. Want de kogels vanuit het gebouw schieten op haar toe. De agente hoort de kogels in de wagen slaan en maakt zich zo klein mogelijk. Sorane is echter snel tussen de wagens door geslopen en bevindt zich nu dertig meter rechts van haar vorige standplaats. Plots richt ze zich op en schiet met beide wapens op het gebouw. Een man stort uit een venster naar beneden. Een vrouw laat haar wapen vallen en wankelt achteruit. Een andere man, die door twee kogels getroffen is laat zijn wapen vallen. Hij wankelt dan nog enkele passen de straat op, maar zakt dan langzaam in elkaar.
Even is het doodstil. Maar dan openen de misdadigers opnieuw het vuur op de roodharige, maar deze is alweer weggeslopen. Naast de agente duikt ze weer op.
'Het zal wel even pijn doen, agente. Maar ik kan niet anders.', fluistert Sorane en grijpt de vrouw bij haar vest vast.
De agente is, terwijl ze kreunt van de pijn, verbaasd van de kracht die Sorane ontwikkeld. Half gebukt, haast Sorane zich met de gewonde tussen de wagens door in de richting van het voetpad, tegenover het gebouw van de schutters. Die hebben hen nog niet opgemerkt
De drie killers boven op het dak van het gebouw kijken verbaasd toe. Zonder iets te doen, hebben ze toegekeken hoe Sorane hun twee maten bliksemsnel uitschakelde. Dat een van hen dood is, beseffen ze maar al te goed. Geen van beiden komt op het idee dat ze nu een unieke kans hebben om Sorane uit te schakelen.Toch zou niemand op dit moment weten waar de kogel vandaan zou gekomen zijn. Ze zijn te zeer geconcentreerd op de gebeurtenissen beneden. Serdon bewondert haar zelfs. Die vrouw heeft moed, zoals hij nog nooit gezien heeft. En hij heeft de opdracht om haar te doden.
-Kan of wil ik dat wel.- denkt hij weifelend.
Maar hij beseft ook dat hij niet anders kan, want het zou zijn dood zijn.
Hij en zijn twee maten zien dat Sorane met de kreunende agente het voetpad en de rand bereiken waar de wagens hen nog dekking bieden.
'Blijf hier. Ik waag mijn kans beneden.', zegt de derde man, die tot nu gezwegen heeft en rent naar de trapdeur toe.
'Wat ga je doen, Cevon?', roept Deanor vragend, maar de man rent verder.
Op dat moment laat Sorane Seana voorzichtig op de grond zakken en richt zich langzaam op en kijkt om zich heen. Snel neemt ze een verband uit haar zak en bindt de wonde van de agente af. Maar ze moet snel naar het ziekenhuis, anders zal ze haar been verliezen, beseft Sorane. Als ze opnieuw rond kijkt, merkt ze dat zes gewapende mannen en vrouwen uit het gebouw rennen, terwijl ze door agenten beschoten worden. Drie worden geraakt, maar beantwoorden nog steeds het vuur. Een voor een zwijgen hun wapens. De drie overblijvenden laten zich in dekking van de wagens zakken. Maar de agenten zijn intussen het gebouw langs verschillende zijden binnengevallen en de eerste misdadigers geven zich over. Twee van de drie die zich achter de wagen verborgen, zitten naast de zwaargewonde vrouw. Ze ademt nog zwak.
'We kunnen niets voor haar doen, Keri.', zegt de man.
De vrouw knikt alleen maar. Ze beseft dat haar vriendin niet meer kan geholpen.
'Het spijt me, Avia. Een maal op het pad der misdaan, is er voor geen enkele van een uitweg, behalve de dood.'
Weno kijkt haar aan.
'Wat bedoel je, Keri?'
'Ik en Avia willen al een tijdje stoppen, maar dat blijkt niet zo eenvoudig en nu is het te laat.'
'Stoppen. Hoe, Keri. Dat is onmogelijk. Aqunok zou ons laten..'
'Dat weet ik, Weno. Maar Avia en ik, wij…'
'Wapens neer.', zegt een dreigende stem.
Weno draait zich om en heft zijn wapen, maar Keri grijpt zijn hand vast.
'Nee, Weno. Het is genoeg geweest, ik wil geen bloed meer vergieten. Ik weet dat Sorane geen genade kan of mag tonen, maar ik kan het niet meer…', smeekt Keri, terwijl ze de roodharige aankijkt.
Sorane kan de smeekbede in de ogen van de vrouw zien, ze wil leven, maar weet ook dat het maar een kort leven zal zijn. Aqunoks moordenaars zullen hen vroeg of laat doden. Behalve als zij een eind maakt aan zijn praktijken. Met een snelle beweging steek ze haar beide wapens weg en knielt naast de zwaargewon-de.
'Wat is jullie besluit. Jullie vriendin kan het misschien nog halen. Maar dan moeten jullie mij helpen.'
'Wat bedoel je?'
'Ik ben niet meer diegene die jullie denken. Ik werk voor het gerecht.'
Verbaasd kijken beiden elkaar en dan Sorane aan. Keri en Weno steken beiden hun wapens in hun holster en helpen de roodharige hun vrienden weg te brengen.
Maar als ze half weg zijn van de plaats waar Sorane doorheen de toeschouwers drong, horen ze een vreemde stem.
'Ha, nog een levende agente. Ik had het wel gedacht toen, dat die rode verraadster, je naar hier sleepte.'
'Leg je vriendin op de grond, ik moet…', zegt Sorane snel.
Dadelijk laten ze de gewonde zakken. Als ze op de grond ligt, draait Sorane zich om en ziet dat de man zijn wapen op de agente richt.
'Zij kan zich niet verdedigen. Ik wel, killer.', roept ze.
'Aha, Sorane. Ik ben hier voor jou. Ik wil mijn beloning, maar deze is een mooie bonus.', grijnst de man zonder zijn wapen van richting te veranderen.
Het is recht op Seana's hoofd gericht.
Langzaam buigt hij zijn vinger om de trekker, maar voor hij kan afdrukken schiet Sorane. Haar kogel raakt het wapen, dan uit zijn hand vliegt. Even is hij verbaasd, maar dan trekt hij met zijn andere hand een tweede wapen en richt het op Sorane.
'Eerst jij en dan….', sist hij, maar dan worden zijn ogen open gesperd, terwijl hij zijn hand voelt verslapen.
De tweede kogel van Sorane heeft hem recht tussen de ogen geraakt. Hij is al dood, ook al staat hij nog rechtop. Dan valt zijn lichaam voor over en komt met een luide klap op de straatstenen terecht. De omstanders, schieten plots ter hulp en brengen de gewonde agente en de andere vrouw weg. De agenten hebben intussen het ziekenhuis gewaarschuwd.
'Verdomme, ze heeft Cevon neergeknald.', roept Deanor uit, terwijl hij zijn wapen grijpt.
Maar Serdon houdt hem tegen.
'Nee, Deanor. Er zijn teveel agenten in de omgeving. Als je nu schiet komen we hier nooit levend weg.'
'In het gebouw wordt nog steeds geschoten. Hoor maar, die hebben geen tijd om zich om ons te bekommeren.'
'Misschien, maar ik wil nog wel van onze premie genieten. En dat kan alleen als we hier levend wegraken.'
Deanor kijkt zijn maat even aan en knikt:
'Misschien heb je gelijk. Onze kans komt nog wel en dan zal ik genieten van de dood van moordenares.', fluistert hij.
Sorane kijkt intussen toe, hoe verplegers de gewonden in de ziekenwagen leggen en richt zich dan tot Weno en Keri.
'Ik moet jullie vertrouwen, dus ontgoochel me niet, want de volgende maal……'
'Er komt geen volgende maal, Sorane. Als de agenten de kans geven, dan stoppen we ermee.'
'Ga maar met jullie vriendin mee, maar meld je nadien bij de agenten Erine Rand en Malon Garent op het hoofdbureau. Alleen zij kunnen jullie helpen.'
'Wat ga jij doen, Sorane.'
'Ik moet nog enkele dingen gaan halen en dan naar de rechter Sodinor. Hij zal Aqunok met de bewijzen ten gronde richten.'
Drie kwartier later ziet de twee mannen op het dak beweging in het appartement van Sorane en plots merken ze Sorane op. Ze loopt naar het bed toe en neemt plaats achter een bureau met een draagbare computer. Op een lege module kopieert ze de drie modules, die Ora en Rinar voor haar verzameld hebben. Met haar gedachten aan haar bieden dode vrienden, bergt ze de module op, in een kleine kluis in het plafond. Ze wil haar leven veilig stellen, in geval het plan van de rechter zou mislukken.
-Je kan nooit voorzichtig genoeg zijn.- denkt ze.
Aan de overzijde richten beide mannen kalm hun wapen op het venster.
'Zie jij haar nog.', vraagt een van hen.
De andere schudt zijn hoofd, want ook hij ziet de roodharige niet meer. Ze bewegen hun wapen naar de andere vensters van Sorane's flat, tot Deanor fluistert:
'Het rechtse venster.'
Snel richten ze beiden hun scherpschuttergeweer op Sorane, die in de keuken iets uit de kast neemt. Omdat zijn maat niet vuurt, glimlacht de linkse even. Ook hij is even onder de indruk van de schoonheid van hun doelwit, maar dan kromt zijn vinger zich om de trekker. Langzaam richt de roodharige zich op en kijkt naar het venster.
Dan loopt ze langzaam naar het venster toe. Plots heeft ze weer dat vreemde gevoel. Geconcentreerd kijkt ze naar buiten en merkt plots en lichtflits op. Dadelijk doet ze een stap opzij, terwijl ze haar wapen trekt. Op dat moment verbrijzelt een kogel het venster, dadelijk door de twee andere gevolgd. Bijna zonder te mikken, schiet ze. Het hoofd van Deanor wordt achterover gerukt, door de inslag en de man stort achterover neer, naast Serdon. Deze kijkt verschrikt naar het ronde gaatje, tussen de ogen van zijn maat.
-Wat een schot. Dat is een meestersschutter. Van op die afstand en dan tussen zijn ogen. Ik moet hier weg en snel.- denkt hij verbaasd.
Terwijl de roodharige nog steeds naar het gebouw aan de overzijde kijkt, maakt Serdon zich snel uit de voeten. Sorane merkt hier niets van en steekt haar wapen dan maar weg.
Op dat moment komen Erine en Malon binnen en kijken haar verbaasd aan.
'Aqunok wil mij laten doden, Erine. Een van de moordenaars ligt op straat de andere op het dak daar.'
Erine kijkt de huurmoordenares even aan.
'Dan kunnen we je beter naar een veilig plek brengen.'
'Ik sta mijn mannetje wel, Erine. Ik ben gewoon om met gevaar te leven.'
'Heb je de gegevens in je bezit, Sorane.'
'Ja zeker, Agent Garent.', glimlacht Sorane en tikt op haar zak, waar de modules inzitten.
'Dan kunnen we beter gaan. De rechter wil ze zo snel mogelijk.'
'Je heb gelijk, Sorane. We hebben gehoord wat je daar op straat gedaan heb. Maar je had je er beter niet mee bemoeid. Als ze je neergeschoten hadden, dan…'
'Ik kon je collega toch niet laten sterven, Erine. Ze was gewond en had hulp nodig. Als ik het niet gedaan had, was ze op dit moment dood.'
Even kijkt Malon haar met een vreemde blik aan en zegt dan.
'Kom, we gaan.'
Doorheen het drukke verkeer rijdt Erine de wagen naar zijn bestemming. Door de omleiding, als gevolg van de schietpartij, duurt het ongeveer twee uur voor ze op hun bestemming aankomen.
Erine gaat de auto parkeren, terwijl Sorane en Malon naar de rechter gaan. Enkele veiligheidsagenten wachten hen op.
'De rechter bevindt zich in een van zijn privé kantoren. Ik zal jullie de weg wijzen.', zegt de vrouw.
'Niet nodig, ik weet waar het is. Ayla.', antwoordt Malon.
'De rechter wil alleen Sorane zien, agent Malon.'
Malon werpt even een blik op de veiligheidsagente.
'In orde, Ayla. Ik wacht hier wel op mijn collega.', glimlacht Malon en kijkt hen na als ze naar binnen lopen.
Een paar minuten later staat Sorane voor de rechter.
'En heb je, je taak kunnen volbrengen, Sorane Cobanon.
'Zeker, edelachtbare. Al zijn er wel verschillende mensen voor gestorven.'
'Slachtoffers vallen er in een oorlog nu een maal. En dit is een oorlog, vergeet dat niet. En verraders hebben nu eenmaal de dood verdiend', glimlacht de rechter en neemt de modules van de roodharige over.
Sorane kijkt de rechter met een vreemde blik aan. Ze verdacht de man al, maar zijn woorden klinken nog na in haar hoofd.
'Jij hebt ons verraden.'
'Toch niet, Sorane. Je had het bijna juist, maar niet helemaal.', spot de rechter en concentreert zich.
Zowel Sorane en de veiligheidsagente schrikken als de man van uiterlijk veranderd. Voor hen staat een grijnzende Aqu-nok.
'Een verrassing niet.', horen ze zijn stem.
De veiligheidsagente probeert haar wapen te trekken, maar Aqunok is sneller. Hij heeft plots twee wapens in zijn handen en vuurt met de linker drie maal. Het lichaam van de vrouw schokt onder de inslagen. Sorane is voor de eerste maal in haar leven verstijfd van schrik. Dit had ze nooit verwacht.
'Het spijt me, Sorane. Maar het moment is gekomen.', hoort ze de vreemde stem van haar Hypsoon nog zeggen en schrikt nog meer.
Ze was al gewoon dat dit vreemde apparaat haar steeds beschermde in geval van nood. Dadelijk beseft ze dat ze sneller moet zijn dan ooit. De rechter is Aqunok. Als dit beseft tot haar doordringt is het al te laat. Ze kan haar wapen nog trekken, maar dan vuurt Aqunok twee maal kort na elkaar.
Dan voelt ze een hevige pijn in haar borst, als de twee kogels zich op een paar centimeter van elkaar in haar borst boren. De kogel uit Sorane's wapen raakt zich in het bureau waarachter Aqunok staat. Terwijl ze de misdaadbaas, die weer van uiterlijk verandert, aanstaart, zakt ze lang-zaam in elkaar. Toch probeert ze haar wapen nog te richten, maar haar krachten vloeien langzaam weg. Ze voelt dat de rechter haar hand vast grijpt en het wapen tussen haar vingers uittrekt. Het wapen, dat uit de bergplaats van Sorane komt en waarmee hij op de vrouw vuurde, duwt hij in de hand van Sorane. Haar vingers duwt hij omheen de kolf.
'Vaarwel Sorane Cobanon. Groet die idiote hier in de hel.', hoort ze de rechter nog zeggen.
Dan wordt het donker om haar heen. De rechter kijkt even op haar neer, richt zich dan op. Naast de veiligheidagente knielt hij opnieuw en neemt het wapen van de hand uit de hand van de dode. Zijn tweede wapen duwt hand in de hand van Ayla. Dit wapen is hetzelfde type en heeft zelfs hetzelfde serienummer. Het wapen van de ongelukkige vrouw verbergt hij snel in zijn bureau, want hij hoort plots stappen naderen.
Erine is de eerste die binnenkomt, gevolgd door enkele veiligheidsagenten, want ze hebben de schoten gehoord. Verbaasd kijkt ze naar de doden.
'Wat is hier gebeurtd', stamelt ze.
'Sorane wilde mij doden. Eerst vuurde ze op mijn veiligheidsagent, maar die was sneller. Maar zelfs stervend wilde ze mij nog meenemen, alleen had ze niet genoeg kracht meer. Ze raakte het bureau in plaats van mij, Gelukkig maar, anders was ik er nu niet meer geweest.', zegt de rechter met een gespeelde verwarde blik in zijn ogen.'
Erine hoort het maar half, ze kijkt naar de veiligheidsagente, die in haar bloed ligt. Dan naar Sorane. Ze kan het nog steeds niet geloven. Zou Sorane dit al de hele tijd van plan geweest zijn. Waren de gegevens, die ze bij zich had, maar een voorwendsel om de rechter te doden als ze de kans kreeg. Ze merkt dat haar partner naast Ayla knielt en naar haar hals tast. Dan schudt hij zijn hoofd en sluit met zijn hand de ogen van de dode.
'Verdomme, wat zijn we idioten?', zegt Erine plots en wend zich tot rechter Sodanor.
'U kan best naar een veilige plaats gebracht worden. Misschien zijn er nog meer schutters, in geval Sorane zou mislukken.', zegt ze.
'Wij brengen de rechter wel in veiligheid, agente.', zegt één van de veiligheidsagenten.
Erine kijkt hem even aan, maar merkt ook een vreemde blik in de ogen van de rechter op.
De rechter twee mannen verlaten het vertrek, terwijl Erine naast de roodharige knielt. Aarzelend tast ze naar de hals van Sorane. Ze voelt nog een lichte hartslag.
'Waarschuw de hulpdiensten. Deze moordenares leeft nog.'
'De rr….ech…er..i… Aqu..n…ok… Mo.dddu.l…s …k….op…ie… fla…', fluistert de stervende.
Erine kijkt Sorane verschrikt aan.
'Wat bedoel je, Sorane. Ik kan je bijna niet…', zegt Erine, maar dan merkt ze de starre ogen van Sorane op.
Dadelijk beseft ze dat de huurmoordenares dood is. Even staart ze naar de dode, terwijl ze de laatste woorden die Sorane stamelde hoort naklinken in haar hoofd.
'Verdomme, Sorane waarom toch. Je had een nieuw leven kunnen beginnen, als je gedaan had wat wij vroegen.'
'Ze is een moordenares, Erine. Dat was haar leven. Kijk of ze de datamodules, waar ze van sprak, bij zich heeft.', zegt Malon.
Erine tast het lichaam van Sorane af, voor zover ze kan, maar ze vindt alleen de twee kleine revolvers. En schudt haar hoofd.
'Misschien in haar flat.'
Erine kijkt haar partner aan.
'Zou kunnen, als ze tenminste bestaan. Neem een paar mensen mee en doorzoek de hele flat grondig. Als ze bestaan moeten we ze vinden.', beveelt Erine.
Malon schrikt van haar trillende stem, maar knikt dan en wenkt enkele veiligheidsagenten. Samen haasten ze zich naar buiten. Maar hoe hard ze in de flat ook zoeken, ze vinden geen datamodules. In- tussen wordt het kantoor van de rechter ook onderzocht. De commandante wil weten wat hier juist gebeurd is. Want ergens vertrouwde ze Sorane wel. Ze meende het toen ze zei dat ze een ander leven wou beginnen. Dat kon ze aan haar blik zien.
Erine staat toe te kijken hoe haar col-lega's hun werk doen. Plots gaat haar gsm en ze neemt op. Het is Malon, die de flat van Sorane moesten doorzoeken. Hij meldt dat ze nergens iets van de datamodules kunnen vinden. Het lijkt alsof ze niet bestaan hebben.
Erine vloekt eventjes.
'Nu staan we nog steeds even ver.', sist ze.
Intussen hebben de verplegers de doden op draagberries gelegd en brengen hen weg. Erine kijkt hen na. Ze voelt zich alleen en bedrogen.
Maar als ze die avond plots wakker schrikt. In haar slaap hoorde ze de woorden van Sorane opnieuw. Maar nu beseft ze pas wat Sorane bedoelt. De rechter is Aqunok.
Terwijl het levenloze lichaam van Sorane op de tafel in het dodenhuisje ligt, zweeft haar informatiedrager, of ziel zoals sommigen dit noemen, langzaam omhoog. Plots ziet ze de deur opengaan en ze herkent Deno die aarzelend binnenstapt. De geheim agent loopt op het roerloze lichaam toe en blijft op haar neerkijken.
'Was je toch een bedriegster, Sorane. Ik kan het bijna niet geloven. Je speelde je rol zo goed, dat ik je begon te vertrouwen. Als alles een leugen was, dan vervloek ik je. En ik geloof dat Alon dat je hierboven ook nooit zal vergeven.', hoort ze hem zeggen, terwijl hij even haar gezicht streelt.
Sorane slikt, terwijl ze hem deze woorden hoort zeggen, maar hij kan haar niet zien of horen. Als Deno zich omdraait kan ze zien dat hij trilt van woede en helemaal verward is. Hij kan niet geloven dat ze hem zo bedrogen heeft.
-O, wat wenste ze dat ze nog met hem kon spreken. Dan kon ze hem de waarheid zeggen. Waarom is haar dat niet gegund. Heeft ze dit verdiend, ze weet het niet.-
Als Deno door de deur stapt, volgt de informatiedrager van Sorane hem, maar als ze de deur nadert, wordt ze plots in een witte gloed gehuild en haar omgeving verdwijnt voor haar ogen. Als ze weer kan zien, staat Sorane in een vreemde omgeving om zich heen te kijken. Alles is perfect wit en lijkt oneindig groot, in de verte kan ze maar vage gedaanten onderscheiden. Maar als ze er naartoe loopt dan, lijkt de afstand even groot te blijven. Van tijd heeft ze geen enkel besef meer. Naar haar eigen gevoel is ze hier enkele uren, maar in werkelijkheid is het nog maar iets meer dan een kwartier. Plots merkt ze een onduidelijke gedaante op, omringt door een lichtblauw licht, die haar lijkt te naderen. Het komt snel dichterbij en blijft op een paar passen voor haar zweven.
Na een paar minuten zakt het tot op de witte bodem en verdwijnt langzaam. De gedaante in het licht neemt langzaam de figuur aan van een volwassen man van rond de vijfentwintig jaar.
'Waar ben ik hier?', vraagt Sorane, voor de man iets kan zeggen.
Deze kijkt haar even aan en zegt:
'Niet zo ongeduldig, Sorane Cobanon. Nog even geduld, ik verwacht nog een geestelijke identiteit zoals jij.', antwoordt de man.
'Waarom mocht ik Deno de waarheid niet laten weten.'
'Dat kon niet meer, Sorane. Doden kunnen niet tegen levenden spreken, behalve als de hogere wezens dat wensen.'
'Wat moet hij nu van mij denken. Het lijkt wel als ik hen allen bedrogen heb.', zegt ze.
Maar de man geeft geen antwoordt meer. Hij kijkt alleen maar voor zich uit. Daarom kijkt ze maar om zich heen, maar buiten de gedaanten in de verte, ziet ze niets. Ze heeft zoveel vragen, maar ze voelt dat de man ze niet meer zal beantwoorden, dus zwijgt ze maar. Plots ziet ze een lichtflits links van haar en krimpt in elkaar.
Snel kijkt ze naar de man, die daar nog steeds kalm naar haar staat te kijken. Dan wendt hij zijn blik in de richting van de lichtflits, waar nu een jonge blonde vrouw staat. Sorane schat haar ongeveer 28 jaar oud. Toch voelt ze dat deze vrouw veel ouder is, dan ze eruit ziet.
'Kom.', hoort ze de vreemde man zeggen.
Sorane volgt de onbekende naar de vrouw en kijkt haar aan.
'Welkom, Jakira. Mijn naam is Vic Nolan', hoort ze de man naast haar zeggen, terwijl ze de blondine naar haar ziet kijken.
Al staat ze een paar meter van de vrouw af, toch kan ze de krachtige geestelijke kracht van de vrouw tot hier voelen. Plots gaat er een nieuwe wereld voor haar open. Ze weet plots wie deze vrouw is en de meeste belangrijke zaken over Jakira's leven. Als ze aan de man denkt, gebeurt hetzelfde. De indrukken die ze krijgt doen haar duizelen, maar toch kijkt ze beiden standvastig aan. Zowel Vic Nolan als Jakira weten wat er in haar omgaat, want zij hebben het ook al meegemaakt.
'Dit is Sorane Nador of Cobanon, zoals ze zich nu noemt. Zij is een gezochte meesterdief en huurmoordenares.', zegt Vic Nolan.
'Waarom zijn we hier?'
'Jullie beiden werden hier verwacht, Jakira. Hij of zij heeft ervoor gezorgd dat jullie gelijktijdig hier aanwezig zouden zijn.'
'Weet je dan niet wie het is?'
'Nee, maar het moet iemand met zeer veel macht zijn.'
'Weet u dan waarom dit alles...', vraagt Sorane met trillende stem.
'Nee, dat weet zelfs niemand waar ik vandaan kom.'
'Je zei dat ik en Sorane hier verwacht werden. Waarom ben jij dan hier?'
'Dat...', antwoordt Vic, maar wordt plots door Jakira onderbroken.
'Taxala.', fluistert ze, terwijl ze de uit het niets verschenen 'godin' aanstaart.
De 'godin' kijkt Jakira zelfs niet aan maar richt zich dadelijk tot de jonge man.
'Vic Nolan, jij bevind je op een gevaarlijk pad. Maar uw weg staat al min of meer vast. Je hebt toestemming om haar op te leiden.'
'Op te leiden.'
'Ja, Jakira. Als je terug gaat moet je nog enkele dingen leren. Alleen iemand, die jij bent, kan je dat bijbrengen.'
'Iemand die ik ben.. Wat bedoel je, Taxala.', vraagt Jakira.
Maar geen van beiden geeft haar een antwoord.
'Dat kan je niet van mij verwachten, Taxala. Dan kan ik nooit meer contact met haar opnemen.', zegt Vic.
'Nee, maar dat stond al vast. Zij, die jij bent, moet nu eindelijk zelf haar pad naar de toekomst vormen.'
'Jullie krijgen twee dagen de tijd, anders kan Jakira, Sorane's lichaam niet meer regeneren.'
Even aarzelt Vic nog, maar dan stemt hij toe.
'In orde, Taxala.'
'Wacht even, allebei. Zelfs als jij zoveel macht hebt, Taxala. Toch kan ik het lichaam van Sorane niet overnemen.'
'Dat kan je zeker, Jakira. Ik heb alles al voorbereid. Sorane, jij herinnert je dat pentagonvormig voorwerp toch nog wel.'
'J..ja. Hij heeft me verschillende malen geholpen, tot hij me in de steek liet.', antwoordt de roodharige.
'Zie je wel, Jakira. Haar lichaam draagt een Pentagon, alleen is zijn eigenares niet aanwezig. '
'Je wil toch niet zeggen, dat ik..'
'Jawel, Jakira. Jij bent diegene op wie de oeroude Hypsoon wacht Alleen bezit jij de kracht om hem volledig te activeren.'
Ontsteld kijkt Jakira Taxala en dan Vic Nolan aan.
'Wist jij hiervan?', vraagt ze kwaad.
'Nee, Jakira. Hij wist het niet. Alleen ik ben op hoogte van mijn plan.'
'Waarom zou ik het doen, Taxala. Ik zou liever jou plannen dwarsbomen dan je te helpen om ze uit te voeren.'
'Misschien om je vroegere vrienden te helpen. Zij hebben je hulp nodig. T'naka is haar macht sterk aan het uitbreiden, met de hulp van de kloon van Jakira. Al heeft die ook eigen plannen om meer macht voor zichzelf te veroveren.'
'Je laat me dus geen keuze.'
'Ik wel, Jakira. Maar je moet niet aan jezelf denken. '
'Ik ben een dode, Taxala. Hoe kan ik als Sorane verder leven...'
Er zijn maar enkelen die dit kunnen en jij ben er een van, Jakira. Sorane's lichaam nog steeds in het ziekenhuis opgebaard. Als jij het wil kan je haar lichaam overnemen en weer gezond maken. De ziel van Sorane kan het niet, zij moet verder op haar moeizame weg naar de toekomst.
'Alstublieft, Jakira. Doe het. Misschien kan jij mijn daden goed maken. Ik heb vele mensen gedood uit winstbejag. Ook al waren het misdadigers. De agenten hadden gelijk toen ze mij een moordenares noemden. Ik gaf mijn tegenstanders geen enkele kans, ze wisten zelfs niet dat de dood toekeek, tot mijn kogels hun levenslicht uitbliezen.', zegt Sorane.
Jakira kijkt de jonge misdadigster even aan en stemt dan toe.
'Maak je dan maar......', zegt Vic.
Dan wendt ze zich tot Sorane.
'Jij moet je eigen pad naar de toekomst verder zetten, Sorane Cobanon. Hopelijk kies je nu een nieuwe weg naar het licht.'
Sorane kijkt Taxala even niet begrijpend aan.
'Meer uitleg kan en mag ik je niet geven.', zegt Taxala nog glimlachend, dan is ze plots verdwenen.
'Op het zuidelijk continent is een zeer oude basis op de coördinaten L55-B243. Veel geluk.', horen ze nog.
Vic loopt op Sorane toe en blijft voor haar staan. Dan concentreert hij zich. De roodharige vrouw is plots door een wit licht omgeven en lost langzaam op in het niets.
'Wat heb je met haar gedaan?'
Intussen op Enuron.
Erine probeert zichzelf te kalmeren. Ze voelt dat haar gedachten de waarheid bevatten Sorane heeft hen niet verraden, maar de rechter is zelf de gezochte misdadiger. Hoe hij dat onherkenbaar doet, snapt ze niet. Maar om haar vermoeden te staven, moet ze bewijzen vinden, anders gelooft niemand haar. Nadat ze zich aan- gekleed heeft, haast ze zich naar buiten en rijdt zo snel ze kan doorheen het drukke verkeer naar het politiebureau. In de kelders onder in het gebouw legt Erine het wapen, waarmee Ayla door Sorane neergeschoten, neer, na het grondig onderzocht te hebben. Dan neemt ze het verslag op van de tafel en leest snel enkele dingen die haar belangrijk lijken. Als ze het verslag langzaam weer op tafel leg, zit ze meer dan een uur zit naar het wapen te staren. Plots gaat ze rechtop zitten en fluistert:
'Met het wapen is twee maal geschoten, twee kogels doden de agente. Verdomme, de rechter zei dat Sorane, nadat ze door Ayla dodelijk geraakt was, nog op hem probeerde te schieten. Haar kogel raakte echter zijn bureau. Met welk wapen heeft Sorane dan geschoten.'
Opnieuw pakt ze de papieren en bladert het snel door, maar nergens vind ze iets van een tweede wapen.
'Dan moet het daar nog ergens zijn.'
Kalm steekt zede revolver en de papieren weer in hun opbergdoos en plaats deze weer op het rek. Hoe meer er erover nadenkt, hoe meer ze er van overtuigt raakt dat er iets niet klopt.
Een uurtje later verlaat ze met haar wagen de politiegarage. Ze wilde haar partner op de hoogte brengen, maar ze kan hem niet vinden. Dus zet ze haar onderzoek maar alleen verder.
Verschillende uren later loopt ze het hoofdgebouw van het gerecht binnen. De veiligheidsagenten weten wie ze is en laten haar door. Erine merkt echter niet dat en van haar in het oog houdt. Terwijl ze het bureau van De rechter binnenstapt, neemt die man een gsm en belt iemand op.
Erine onderzoek het bureau overal, maar kan geen wapen vinden. Dan moet ze weer denken aan wat de rechter zei.
'Het bureau.'; fluistert ze;
Aandachtig bekijkt ze het bureau, terwijl ze naderbij stapt. Plots merkt ze het kogelgat op bukt zich snel. Opnieuw kijkt ze zoekend om zich heen. Maar nergens ziet ze ook maar een glimp van het wapen.
'Zoek je dit, Agente.', zegt een stem plots.
Erine kijkt verschrikt op en ziet een wapen op haar gericht. Een wapen zoals Sorane altijd gebruikte. Dan herkent ze de rechter.
'U, wat..'
'Sorane had het door, maar ik was haar te snel af. Ze was snel, agente. Maar ik had mijn wapen al in de hand. Toch kon ze nog vuren. Dat was het enige foutje dat ik maakte. Ik vergat dat volgens mijn verhaaltje, Sorane drie maal geschoten moest hebben. Het namaak wapen dat ik in haar hand drukte, had echter maar twee kogels afgevuurd.'
'Jij heb zowel de agente als Sorane gedood. Waarom??', vraagt Erine ontsteld, al vermoedt ze maar een deel van de waarheid.
'Sorane had mij door. Dit is een perfecte dekmantel voor mij, Erine Rand. Als rechter Sodinor bestrijd ik de misdaad, terwijl ik in werkelijkheid zijn grootste tegenstander ben.'
'Tegenstander, Wie ben je dan?'
'Ik ben de man die streeft naar de macht over heel deze wereld, agente.', spot de rechter, terwijl hij voor haar ogen in Aqunok verandert.
'Jij bent…. Hoe….. Je wil de macht over heel Enuron. Dat lukt je nooit.'
'O, jawel. Ik heb machtige bondgenoten. Met hun hulp zal ik slagen.'
'Zelfs de machtigste bondgenoot, kan je de macht over heel deze planeet nog niet bezorgen, moordenaar.'
'Dat denk jij, agente. Je moest eens weten welke macht Jakira bezit. Haar krachten kunnen deze wereld verpulveren, maar wij zullen deze planeet voor haar veroveren.'
'Je bent niet alleen gek, maar ook krankzinnig.'
'Misschien, agente. Maar jij maakt de dag van mijn triomf niet meer mee.'
Erine beseft dadelijk, dat ze teveel weet en doet een wanhopige uitval. Aqunok wordt hierdoor even van zijn stuk gebracht. Zijn geruisloos schot bezorgde Erine maar een schampschot over haar rug. Dan ziet hij een stoel op zich toevliegen. Met zijn arm slaat hij de stoel opzij en merkt hij de gedaante van de agente op, als ze hem voorbij rent. Dadelijk draait hij zich om en vuurt opnieuw. Maar opnieuw mist hij twee maal. Dan is Erine buiten en rent door de gang. Aqunok vloekt hevig, terwijl hij terug het uiterlijk van de rechter aanneemt.
Dan drukt hij op een knop van zijn riem en verdwijnt door een overbrengersveld. Als hij in zijn hoofdkwartier uit de energieboog stapt, ziet hij een woedende Jakira voor zich staan. Terwijl Jakira haar woede probeert te bedwingen, luistert ze naar zijn verslag. Even kijkt Jakira naar de vloer en kijkt hem dan aan.
'Die agente is voorlopig in veiligheid. Maar iemand zal haar zonder bewijs geloven, zelfs de commandante niet. Eerst pakken we die verrader Deno aan. Hij zal een moord plegen en doorvoor veroordeeld worden. Misschien lokken we die agente uit haar schuilplaats en dan moet jij met je mannen haar omleggen.'
'Hoe gaan we dat doen. Die geheimagent zal toch geen moord plegen, meesteres.'
'Hij niet, toch niet echt, Aqunok. Maar ik doe dat wel in zijn plaats.', lacht Jakira spottend, terwijl haar uiterlijk in dat van Deno verandert.'
Al die tijd heeft ze de gedachten van Erine geobserveerd. De valse Jakira weet alles wat de agente uitgevoerd heeft sinds ze van Aqunok weg vluchtte. Nadat ze haar wonde liet verzorgen, bracht ze verslag uit bij de commandante. Maar haar verhaal klinkt zo ongelooflijk, dat ze haar niet geloven. De agente wordt op verplichte rust gestuurd. De jonge vrouw droop ontmoedigd af, zelfs Malon geloofde haar niet. Niemand kan van gedaante verwisselen is hun mening. Op weg naar haar auto ziet ze plots Deno op zich toekomen. Ook hem vertelt ze het verhaal. De geheimagent kijkt haar verbaasd en met gemengde gevoelens aan.
'Ben ze zeker dat Sorane onschuldig is aan de moord op de agente, Erine.'
'Ja, Deno. Het kan niet anders en het verklaard ook waarom Aqunok wist dat jij en je vrienden agenten waren.'
'Dan moeten we de datamodules van Sorane vinden. Alleen dan kunnen we hem misschien voor het gerecht dragen.'
Beiden haasten zich naar de woning van Sorane en doorzoeken, zoals verschillende anderen voor hen. Plots zien ze beiden een man die hen bespied. Maar als hij het merkt dan gaat hij ervandoor. Geen van beiden weet echter dat die in het plan van de valse Jakira thuishoort. Terwijl Erine de man volgt, loopt Deno een andere richting uit, in een poging om de man in te sluiten. Maar Erine haalt hem langzaam maar zeker in. Maar als ze een hoek omrent, blijft ze verrast staan. De man ligt op de grond, terwijl Deno zijn wapen op de man richt.
'Deno, nee. Niet schieten.', roept ze nog.
De geheimagent kijkt haar even spottend aan. Erine schrikt van de blik in zijn ogen. Dan ziet ze een vuurstraal uit het pistool van de agent schieten. Even verstart ze.
-Dat kan toch niet.- denkt ze.
De agent richt met een snelle beweging zijn wapen op haar.
'Jij weet te veel, Erine.', roept Deno uit.
Als hij vuurt, duikt Erine opzij, waar- door ze niet geraakt wordt. Deno vuurt nog een paar maal, terwijl hij een smal pad in rent. Erine trekt haar wapen en rent naar het pad toe. Maar ze ziet niemand meer.
Ze merkt niet dat Deno op een paar passen van haar grijnst. Dan verandert hij in de valse Jakira. Zelfs als de agente in haar richting kijkt, ziet ze de blondine niet, want Jakira is onzichtbaar, door een deflectorveld. Als Erine zich omdraait ziet ze plots de echte Deno in haar richting lopen. De onzichtbare Jakira kijkt even naar het pistool in haar hand dat plots verdwijnt en even later heeft ze een ander wapen in haar hand, dat er hetzelfde uitziet als dat van de agent. Ze heeft met haar aportatiekrachten de wapens gewoon omgewisseld.
Verrast ziet de geheimagent, die niet weet dat hij nu een ander wapen bij zich draagt, dan het zijne, dat Erine haar wapen op hem richt.
'Je handen omhoog.'; roept ze bevelend.
Verbaasd doet de man wat ze zegt en blijft staan, terwijl de agente naar hem toeloopt. Met een snelle beweging neemt ze zijn wapen af en ruikt er even aan.
'Hier pas me geschoten, Deno, verklaar dat eens.', zegt ze en opent de lader.
Twee kogels ontbreken. Dan kijkt ze hem terug aan.
'Je bent gearresteerd wegens moord.', zegt ze.
'Moord.', stamelt hij.
'Dacht je dat ik je niet heb zien schieten. Wie was je slachtoffer. Wist hij teveel van jou?', roept ze uit.
Ze zich echter zo woedend dat haar wapen even niet naar de agent wijst en daar maakt hij gebruik van. Erine krijgt een harde klap tegen haar hand en verliest het evenwicht. Als ze terug rechtstaat is Deno al uit het zicht verdwenen. Even kijkt ze om zich heen en merkt een paar mensen op die op veilige afstand staan te kijken. Erine neemt haar gsm en roept versterking, Samen met Malon leidt ze een team dat de geheimagent moet opsporen. De valse Jakira heeft Aqunok, die Erine moest doden, teruggeroepen, want haar plan, loopt niet zoals ze gedacht had. Ze wou Deno voor de rechtbank wegens moord, maar hij is gevlucht. En Erine, die idiote, liet zich door hem verrassen. Het was de bedoeling van de valse Jakira, dat ze elkaar onder vuur namen, waarbij Erine moest gedood worden, kon de geheimagent vluchten. Gelukkig is Erine Rand ervan overtuigd dat Deno een moordenaar is.
Als ze hem kan grijpen, dan is de tijd gekomen om haar te doden. Deno moet de schuld krijgen van haar dood. Dat zal de andere agenten ervan overtuigen dat hij niet meer is dan een moordenaar in dienst van Aqunok.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .